Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3745. 1638 augustus 27. Van P. PelsGa naar voetnoot9.Mijn Heer, U. Ex.ce berichte mijn arrivement in Lubeck om met den eersten schepen naer | |
Dansick te seylen, vandaer ick niet en sall onderlaeten te adviseren, watter passeert. Ick en verlange niet alleen naer het arrivement van mijnen sohnGa naar voetnoot1, maer insonderheyt, ofte sijnen persoon, dienst en natture u. Ex. aengenaem is. Als ick daernae bescheit sall hebben, soo sall ick mij met den loffsang SimionisGa naar voetnoot2 troosten, want dat sall mij het grootste contentement sijn. De brieven uyt Polen seggen, dat de gedeputteerdeGa naar voetnoot3 van Dansick weder naer heuys waeren vertrocken, de Polsche commissaerenGa naar voetnoot4 inde naeff (?) verschenen onverrichter saaecke en oneenigh geschayden, dat alles gedemiteert is op den aenstaenden rijxdagh van october. Den coningGa naar voetnoot5 met de coniginneGa naar voetnoot6 waeren geresolveert eene rayse naer Pragh en Weenen te doen ome haer may.t te congratuleren, ten principaele wegen lijffs indisposicie de waerme baeden te besoucken, medenemende 8 à 10 vremde colonnellen, daeronder den generall-mayor BottlerGa naar voetnoot7. Desen tocht gift eenige ombrage. SalviusGa naar voetnoot8 van Hamborgh heft hier an 2 van sijne bekende geschreven 2 à dry heuysen tegens de aenstaende maent van september te huren tot accomodacie van eenige heeren uyt Sweden omme de vredenstractaeten bij te woonen. Den coning van DennemarckenGa naar voetnoot9 heft den ambassadeur van sijne kay. may.t extraordinaereGa naar voetnoot10 groote eere tot Gluckstatt bewesen en met even soo grooten contentement vandaer geschayden. De Sweetse armeen onder commando van BanierGa naar voetnoot11 worden 25 d. starck geëstimeert, leggen ontrent Damning, occupeeren vast alle de verlaetene passen van de imperiale, die niet veel en importeeren en naer mijn ordeel geene apparencie van eenigen tocht in Slesingen ofte int rijck te doen. Kay. may.tGa naar voetnoot12 saude seer tot den vrede genegen sijn. Over de restitucie vant Palatinaet wort seer sober gesprocken. De landgravinne van HessenGa naar voetnoot13 hebbe ick int passeren dor Groenningen gesalueert ende niet anders konnen vernemen, ofte is soo goet als met kay. may.t geaccordeert. Ick marcke well gerne trayneeren saude tot op eenen algemeynen vrede, maer haeren staet en sall dien tijt aff te wachten niet konnen toelaeten. | |
De Nederlanders van Hamborgh sijn met de statt geaccordeert, twelck sijne may.t van Dennemarcken gerne anders gesien hadde. Ick recommandere mij in u. Ex. goede gracie en blijve, mijn heer, u. Ex.cie diener
| |
17/27 Aug.to 1638 Lubeck. | |
Adres: A monsieur Monsieur Hugo de Groot, Ambassadeur de sa mayesté et Couronne de Swede, Paris. Boven aan de brief schreef Grotius: Rec. 17 Oct. In dorso: 27 Augusti P. Pels. |
|