Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3437. 1638 januari 30. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mijn Heer, Des coninginnesGa naar voetnoot5 grootgaen werdt meer ende meer gelooft, door verclaeringe oock van medicijns ende vroedvrouwen, die de teeckenen houden voor onfeilbaer. Daer sijn personen, die alrede officiën bij den daufijn hebben besproocken ende mijnheer den prinsGa naar voetnoot6 heeft den conincGa naar voetnoot7 ende coninginne gecongratuleert ende geseit sulcx te meer te wenschen, alsoo hij met MonsieurGa naar voetnoot8 niet heel wel en is. Men seit denselve prins gaet het oorlogh voeren in Navarre, alsoo de suspicie valt op d'EspernonGa naar voetnoot9, dat hij sijn best niet en heeft gedaen. De EngelschenGa naar voetnoot10 handelen alhier om 't gelt, dat den coninc aen den land- | |
graef plagh te geven, te becomen voor den churfurst palsgraefGa naar voetnoot1, om daerdoor ende door de hulp, die hij van particulieren in Engellant sal mogen becomen, een leger te maecken, dat met de Hessische te voegen ende over beide te commanderen. Den majoor BetzGa naar voetnoot2 arbeid om 'tgunt met de heer van FeuquièreGa naar voetnoot3 was geconcipieert aengaende de ses duisent man te voet, twee duisent te paerd, die den coninc aen den hertoghGa naar voetnoot4 tot de Duitsche crijgh geven soude, vast te maecken. Soo den coninc Fransoisen sent, sullen weinigh bij den hertogh blijven, alsoo onlancx den hertogh vrij stellende aen de Fransoisen, die daer noch waeren, nae huis te vertrecken, niet eene bij hem is gebleven; sooseer vresen sij hetselve tractement van Duitschlant. Des hertogs commissarisGa naar voetnoot5 is binnen Straesburg, arbeidende om die stadt aen sijn sijde te trecken, waertoe geene cleine hoop en geeft, dat de regierders de pausgesinden hebben doen vertrecken. Onse quade successen in Pomeren geven hoop aen de Fransoisen ende Engelschen, dat wij tot geen paix sullen connen geraecken. Den 30 Januarij 1638. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 30 Ianu. 1638 wt Paris. |
|