Bijlage no. 8 Bij no. 3207
Brieff geschreven wt het leger voor Breda den 6 Aug. 1637Ga naar voetnoot1.
Gisterenmiddach sijne HoocheytGa naar voetnoot2 aen tafel sittende quam eintelijck seeckere advertentie, dat het geheele leger van den viant tot Rijsbergen was gecommen, sijnde maer een uyrken van onse retrenchementen tusschen dit en graef WillemsGa naar voetnoot3 quartier, ende dat de ruyterie albereyts haer hadde aldaer voor den retranchementen vertoont ende sooveel int gesichte marcheerde naer 't voors. quartier van graef Willem, in meenynge, soo het scheen, om ons daerontrent ergens te attaqueren, waerover sijne Hooch. datelijck veel volckx aen dede marcheren ende volchde in persoon aen (sic) den eeten met een deel stucken geschuts omme die te gebruycken ter plaetse, daer hij souden willen aencommen. Voorts was alle 't leger in wapenen ronthom de retranchementen ende creech yder collonel ende d'andere officieren last voor haer regimenten ende compangiën te blijven. Desen achtermiddach dede den viant niet als hier ende daer haer verthoonen ende oock somtijts eenyge dicht bij onse wercken omme naer apparentie de gelegentheyt van dien te recognosceren, ende retireerden haer soo wederom naer het leger. Die van de stat quamen oock buyten, maer retireerden haer mede terstont ende deden uyt de stat op ons volck, twelck marcheerde, verscheyde notable schooten, onder anderen een gelith schot wechnemende, sulckx men buyten twijfel meende, dat hij desen nacht ofte tegens den morgen soo van buyten als van binnen met een uyterste effort soude aentasten ofte altijts ergens met eenych volck daerdoor breecken. Sijne Hoocheyt retireerde mede naer sijn quartier latende 't geschut bij Papemuts met de compangie guardens ende ander volck.
Des avonts ten 12 uyren sat sijn Hoochheyt wederom te peert ende reden alsoo wederom langs de retrenchementen doort Mastbosch tot de schanse genaemt Papemuts, met de resolutie om alhier op des viants aencomste te wachten, alsoo de meeste opinie was ontrent het Mastbosch ofte tot Gageldonq. Om alsoo bij de hant te wesen ende assistentie te schicken, daer het van noode soude sijn langs de retrenchementen sach ick, dat onse schiltwachten stonden geen vier roeden van den anderen ende voorts beneden achter t'selve volck bij compangiën in bataille, veeltijts de compangiën geen 6 off 7 roeden van den anderen ende daerbij noch de ruyterie, sulckx dat, soo sij aengecommen hadden, sij op sijn PaeppenheymsGa naar voetnoot4 naer menschelijcke apparentie souden gevaren hebben.
Wij bleven alhier in Papemuts wachten tot half vier uyren, dat den dach aenquam, sonder yets ter wereld te hooren noch van buyten noch van binnen, selver niet een schoot, commende verscheyde contschappen. Eyntelijck wiert gerapporteert den viant wederom tot Rijsbergen terugge marcheerde. Andere ad-