Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3274. 1637 september 26. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.Mijnheer, Eergisteren heb ick audiëntie gehadt bij sijne majesteijtGa naar voetnoot6 ende deselve de redenen vertoont, soo dye ons raecken als dye Vrancrijck, waerom sijne ma.t hertogh BernhardGa naar voetnoot7 soo machtich behoort te assisteren, dat hij nyet alleenlijck sich magh conforteren tegens de aenwassende trouppes van de vijant, maer oock in Duytschlant trecken ende door vigoureuse diversie den Sweden middel geven om wederom in Duijtschlant ofte in de patrimoniale landen van het huijs van Oostenrijck in te vallen. Sijne majesteyt heeft getoont de redenen wel te vatten ende belooft de vermaeninge nae te comen. Wij hoopen, dat den marescal de ChastillonGa naar voetnoot8 Dampvillers sal hebben binnen | |
vijftien dagen, soo dit drooge weder continueert dat in de morassige quartieren wel te passe comt, ende dan gaen nae hertogh Bernhard. Den cardinael de la ValetteGa naar voetnoot1 treckt bijeen zijne trouppes, dye den 21 Capelle becomen hebben soo door baterye, mine ende sappe als door den pest, ende de anderen, die onder d'heer van CandaleGa naar voetnoot2 voor Maubeuge waeren gebleven, tesamen bij de vijftien duysent man om de vijant, dye genoechsaem gelijcke macht bijeen heeft, soo hij can, te slaen. Daer was wat oneenicheijt ontstaen tusschen denselve cardinael ende monsr. de la MillerieGa naar voetnoot3 om dewelcke te neder te leggen monsieur de ChavignyGa naar voetnoot4, secretaire d'estat, derrewaert is getrocken. Madame de ChevreuseGa naar voetnoot5 is nyet nae Engelant gegaen, soo men meende, maer in Bearn op de rant van Spaignië om haer daer te salveren, soo men yemant sent om haer te vangen, waervan sij meent in tijds geadverteert te connen zijn. Van des coninginnes-moedersGa naar voetnoot6 reijs nae Engelant dunckt mij nyet, dat yet is ende dat oock het gerucht van de onbeleeftheijden haer te Bruijssel bejegent wat te hooch sijn geloopen. De slagh in Italië bij Aste werdt waer bevonden ende thyen stucken geschuts zijn bij de Franchoysen becomen; van 't getal van de dooden werdt verscheijdenlijck geoordeelt. Uijt Rome adviseert men den doot van de cardinael SixteGa naar voetnoot7, dye bij de Spaensche factie tot het pausdom wierdt gedestineert. Men seit heir dat ReyGa naar voetnoot8, den Poolsche gesant in Engelant, wat rouw is onthaelt. Mons.r d'EstampesGa naar voetnoot9, die in weinig dagen als ambassadeur gaet nae Hollant, is bij mij geweest, heeft vrundschap ende correspondentie tot dienste van de twee croonen versocht ende uE. naem op schrift genomen om kennis te maecken ende door uE. faveur andere kennisse met onse vrunden te becomen. Hij is maistre de requeste geweest ende gehouden bij een yder voor een vroom man. Sijn broederGa naar voetnoot10 is bisschop van Chartres, een geleert man ende van groot credyt. Vale.
Den 26 Sept. 1637. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 26 Sept. 1637. wt Paris. |
|