Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3255. 1637 september 17. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot8.Mijn Heer, Ick ontfang soo daetelijck uE. brief van den 5 SeptemberGa naar voetnoot9. Sende conform uE. meninge een acte van insinuatie te doen aen de heeren van RotterdamGa naar voetnoot10. Sal verwachten de stucken, die noodigh souden sijn om hier iet te tenteren, gelijck eenige van Vr ... ceGa naar voetnoot11 mij raiden. Ick mercke, dat, dewijle men in Brasyl wint, men de naerder zee voor een goed deel verliest door de groote macht van de Duinkerckers, waer noch bij comen de pretensiën van de Engelschen. In 't stuck van Venloo sie ick, dat soowel capitein BrederodeGa naar voetnoot12 als Staken- | |
broeckGa naar voetnoot1 beschuldight werden. Men moet altijd een man vinden, qui reus fortunae subdaturGa naar voetnoot2. Ick houde met uwer E. predicanten daer, de capitulatiën van roomsche exercitie schadelijck sijn. Dat men belooft, moet men houden. Sonder dat can men de toelaeting ruimen off inbinden nae den tijdt. Maer de experiëntie leert, dat niet alleen de priesters, maer oock andere roomsch-gesinden dangereux sijn in Engellant, Schotlant, IJslant, Geunieerde Provinciën ende Switserlant, als houdende, dat haere religie niet wel en can verseeckert sijn anders als door de Oostenrijcksche macht. De plaetse van CharnasséGa naar voetnoot3 soude wel dienen voor monsieur de ThouGa naar voetnoot4. Hij sal daerom dencken. Maer twijffele, off sijne Ed. faveuren genoech sal vinden sijnde wat geallieert aen 't Huis van Guise ende gecomen van een vader, qui erat supra saeculum. Van Brasyl ende Oost-Indië sal ick garen verstaen het gunt vorder sal passeren. Hertogh BernhardGa naar voetnoot5 hebbende becomen Molberg ende Ettenhem heeft myne gemaect van Kinsingnen te belegeren, een passage aen dese zijde van den Rijn nae Brisac. Den vijant om de importantie dat willende beletten, ende gesterct sijnde met acht regimenten Croaten onder IsolaniGa naar voetnoot6 is met voetvolck ende ruiterie in 't velt gecomen. Sijne Fürst. Gen: heeft sich gehouden, alsoff hij retireerde, ende daer door een deel van 's vijands volck nae hem getrocken op een plaetse, daer een clein rivierke was. Daernae sich omgekeert, den vijanden in 't water gestooten, te neder gevelt ende de rest verstroyt den welcken hij de heele nacht gevolgt hebbende vint een deel van de overigen in een valley niet verre van 't leger, ende drie uiren de selve seer quaelijck getracteert hebbende heeft haer genoodsaect te vertrecken nae haer leger. Hertogh Bernhard met HailliersGa naar voetnoot7 volck sijn tesamen ontrent ses duisent man, den vijant stercker ende comt hem nieuw volck bij onder Golts. Den hertog van LonguevilleGa naar voetnoot8 sal hertogh Bernhard geene assistentie connen doen, alsoo hijselve werck heeft sijnde den hertogh van LorraineGa naar voetnoot9 terugge nae hem toe getrocken. Legt noch ontrent Bleteran. De circumvallatie van Dampvillers is gedaen ende men hoopt de plaetse te hebben binnen ses weecken. Den baron DegenfeltGa naar voetnoot10 uit het leger van Maubeuge met eenige ruiterie sijnde getrocken om te sien, wat den vijant dede, heeft eenige voorlopers van deselve becomen ende daeruit verstaen, dat daerontrent was een embusquade van uit- | |
gelesene soldaten; dewelcke hij omcingelt hebbende heeft sonder slagh off stoot hondert gevangenen becomen, oock eenige notable officieren. In Italië bij Aste seggen de Fransoisen een groote victorie becomen ende ses duisent van de vijant te hebben verslagen. Den TurcqGa naar voetnoot1 heeft in clein Tartarië een coningGa naar voetnoot2 nae sijn sin gestelt, den coning van PolenGa naar voetnoot3 doen verseeckeren van vrede te willen houden, mids dat hij de Cosacken bedwingt, aen RagoskyGa naar voetnoot4 presenten ende confirmatie van het besit van Sevenbergen gesonden; verwacht een ambassadeurGa naar voetnoot5 uit Persië. Off daeruit vrede met den PersiaenGa naar voetnoot6 sal volgen ofte niet, werdt diverselijck gediscoureert. De nonces van de pausGa naar voetnoot7 te Wenen ende Madrid arbeiden tot een stilstant. Doch soo hier als daer werdt swaericheit daerin bevonden, omdat de stilstant voordeel geeft aen deghenen die veel hebben op anderen becomen. Den paus is niet apparent lang te leven. Pater JosephGa naar voetnoot8 hoopt cardinael te werden eer den paus sterft. Madame de ChevreuseGa naar voetnoot9 vresende 't ondersoeck, dat men doet tegen die wel bemint waeren van de coninginneGa naar voetnoot10, heeft haer gesalveert nae Engelant. Wij verstaen hier de coninginne-moeder van VrancrijckGa naar voetnoot11 seer quaelijck is getracteert geweest in Brabant door vrese van de Brabanders, dat daer Fransche soldaten scholen onder der juffrouwe clederen. Eenige luiden discoureren hier sonder reden ende apparentie dat eenige heimelick verstant is tusschen den cardinal-infantGa naar voetnoot12 en de prins van OrangieGa naar voetnoot13 om een bestant te maecken met wisseling van Breda tegen Venloo ende Ruermond, maer dat sulcx bedeckt werdt met een schijn van oorlogh om Vrancrijck [te] bedriegen. Ick en ben soo achtendenckigh, niet gelove gelijck eenige Huguenotten in Vrancrijck eertijds die seiden dat den hertogh van GuiseGa naar voetnoot14 hemselve te Blois had laeten ombrengen alleen om de arme Huguenotten te bedriegen. Den 17 Sept. 1637. | |
In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 17 Septemb. 1637 wt Paris. |
|