Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3156. 1637 juli 10. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot3.Mijnheer, Andere hebben bryeven van seven dagen, ick voor dese mael van uE. nyet; van anderen brieven van over een maent. D'heer CamerariusGa naar voetnoot4 claeght oock over het bestellen. Oude bryeven dyenen mij nyet. De faute is bij CimonsGa naar voetnoot5 volck daer, hyer, off tusschen beyde; van Heu[f]dGa naar voetnoot6 can ick niet seeckers oordeelen. Wilt uE. brieven voortaen A monsieur EpsteinGa naar voetnoot7 bestellen ende mij iemant, die niet suspect en is ende wel brieven ontfangt, in Den Hage aenwijsen. Ick wil garen het port alle jaer ofte halff jaer betaelen. Cimons volck doen dese consten niet altijd, maer wanneer haer gelegen is de tijdingen eerst te hebben ofte eerst te doen hebben. Ick verwacht mijne tweede soonGa naar voetnoot8. Nae mijne laeste advysen over acht dagenGa naar voetnoot9 heeft hertogh BernhardGa naar voetnoot10 het casteel van S.t Loup ende het stedeke van Vilou in de Fracnhe Comté becomen: schijnt te gaen nae Basel toe oft om Mompeligard, dat bij den hertogh van LorraineGa naar voetnoot11 geïnvestieert is, te ontsetten, off om wat verder te gaen. PiccolominiGa naar voetnoot12 daertegen comt met veele regimenten nae de Franche Comté, soo men meent, soodat weinig apparentie is, dat de Switsers de neutraliteit van dat lant, tot welcker bescherming sij sijn verbonden, sullen becomen. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot13 heeft wederbecomen een plaetse in Bresse, Chalonnois genaemt, Savigny en Revermont over ses maenden bij de vijanden becomen. In Italië heeft LeganesGa naar voetnoot14 18 000 te voet, 5000 te paerd. Maer Bremo ende | |
Casal, waervoor men nae 't verlies nae (!) Nisse de la Paille meest vreesde, sijn van volck ende nooddruft wel versien. In Spaignie wert al het silverwerck van particulieren aengetast om met copergelt bij den coningGa naar voetnoot1, die daer rijck man is, te betaelen. Vlooten toegerust van 40 schepen voor West-Indië, een andere mede groote te Lisbone voor BrasilGa naar voetnoot2, met arrest van allerlei schepen, een anderen om onder FernandinoGa naar voetnoot3 te gaen op de custen van Provence, ofte misschien iet in Italië selff te tenteren, waervoor die van Genua seer vresen, die voortaen een agent willen houden in Hollant. 't Quaedste is dat het boerenspel, dat men hier de croquanterie noemt, duirt ende dat den grave van SoissonsGa naar voetnoot4 die occasie schijnt waer te nemen om sijne mescontentementen ende pretensiën, ende te samen die van den conincx moederGa naar voetnoot5, uit te voeren, welcke intentie sijnde ontdeckt door eenige geattrappeert in het leger van den cardinael de la ValetteGa naar voetnoot6 den conincGa naar voetnoot7 trouppes gesonden heeft ontrent Sedan, maer den heer graeff van Soissons is geeschappeert - goed voor hem - nae den prince Thomas van SavoyeGa naar voetnoot8. Sedan werdt bij den coning van alle toevoer afgesloten. Hoe dat afloopen [sal], weet ick niet. Ick hadde liever gehadt, dat die trouppes, die nae Sedan gaen, waeren gegaen tot ontset van Ehrbrestein, 't welck op 't uiterste is. Mij verlangt te weten, wat uitcomst sal hebben het bewerp van het Engelsch-Fransche tractaet. Ick meen men te Hamburg wat claerder daerin sal sien dan wij hier doen. Landresis in Henegouwe werdt wel aengetast. De nederstadt, die genoech open was, is buiten moeite becomen. Men meent oock binnen gebreck is van vivres, overmits sij eenigh onnut volck hebben gesocht uit te jaegen, 't welck belet is. Men siet - maer wil dat niet verseeckeren - dat mons.r de MilerayGa naar voetnoot9 gaet nae Catelet. Men verlangt seer, dat mijnheer den prins van OrangieGa naar voetnoot10 iet treffelijcx magh aengrijpen. S.r Heufd heeft overgemaect voor Hollant 300m gulden, heeft assignatie - die voorgaende somme daerbinnen gereeckent - tot een millioen ende verwacht assignatie van noch een halff millioen. Men discoureert verscheidentlijck op de siecte van sijne hoocheit, als oock van die van RohanGa naar voetnoot11, die te Genève blijft hebbende sijne trouppes gesonden in de Franche Comté. De republique van Venegie is gebeden tot de bruiloft van den coninck van | |
PolenGa naar voetnoot1 tegen september. Off onse coninginneGa naar voetnoot2, die van 't naeste bloed is, sal gebeden werden, weet ick niet. Den 10 Iuly nieuwe stijl 1637.
Dit geschreven hebbende verstae ick seeckerlijck, dat van Catelet niet en is. Ende dat voor Landresis noch niet en werdt geapprocheert, maer alleen de circumvallatie verbrocken. De Spaensche vloot toont haer voor de custen van Provence. Mons.r de ChastillonGa naar voetnoot3 heeft een clein leger in S.t Menehaut in Champagne: men vreest het sal gaen tegen Sedan. Den coning is te MadridGa naar voetnoot4, den cardinaelGa naar voetnoot5 à Chaliot, hier naebij. De Spaignaerden senden al haere cardinalen nae Rome op hoope van een nieuwe aenstaende electie door de indispositie van den pausGa naar voetnoot6. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In Den Hage. Port. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den X Iuly 1637 wt Paris. |
|