Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3147. 1637 juli 3. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot10.Mijn Heer, Den coning van EngelantGa naar voetnoot11 heeft het tractaet, dat hier tusschen sijne ambassadeursGa naar voetnoot12 ende de Fransoisen was gemaect, geapprobeert. Wat den inhout is, sal men tot Hamburg moeten verstaen. Middelertijdt verstaen wij, dat d'Engelsche vloot van dertich schepen - boven twee die in de Iersche Zee zijn, ende vier tegen die van Alger - de Hollandsche visschers niet ongequelt en willen laeten. Den hertogh van WeimarGa naar voetnoot13 heeft de Saone bij Re gepasseert, hebbende de | |
cant van de rivier met 25 stucken geschuts soo canons als veldstucken gebordeert ende heeft het gepasseert sijnde 't volck van den hertogh van LorraineGa naar voetnoot1 geslagen, soodat ontrent acht hondert te neder sijn geleit, de reste heeft haer gesalveert. Den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot2 belegert Léon de Saunier, 't volck van den hertogh van RohanGa naar voetnoot3 is mede in 't graefschap van Bourgogne gecomen, hij selff sieck sijnde te Genève. Den cardinael De la ValetteGa naar voetnoot4 heeft sich geretrancheert bij Landresis ende sal de approches beginnen. Den ove[r]ste GassionGa naar voetnoot5 heeft eenige cornetten van de vijant soo geraect, dat twee hondert gebleven, twee hondert sijn gevangen. In Provence hebben de Spaignaerden wat ravage gedaen, maer geen plaets connen houden. De Spaignaerden, die in het Montferrat sijn, werden geschat op 27 000. D'heer van ChastillonGa naar voetnoot6 heeft een clein leger in Champagne; men seit dat hij soude gaen om Ermenstein te ontsetten. De wijste meent en hij derrewaert niet en gaet, ende off hij ging, te laet sal comen. In 't leger van den cardinael de la Valette is een gevangen die gesonden was van den graef van SoissonsGa naar voetnoot7 om de soldaten uit des conincx dienst tot de sijne te trecken. Een alchimist, genaemt BoismalléGa naar voetnoot8, die den coningGa naar voetnoot9 veel hadde doen geloven van sijne const om gout te maecken is dese dagen als een bedrieger opgehangen. Ick en heb dese mael van uE. niet gehadt. De faute moet sijn off ter BylandGa naar voetnoot10 off te Cales. Als uE. brieven laet comen, soo sijn die mij onnut. Alle andere crijgen haere brieven wel. UE. sal wel doen ende sluiten voortaen uE. brieven met eens anders cachet, doende 't opschrift stellen door andere handt, ende alsoo den brief door een onbekende senden aen de bode met een couverte A monsieur HebsteinGa naar voetnoot11. Want die ontfanckt soo veel pacquetten dat geen apparentie, dat eenige sullen werden opgehouden, ende ick houde gestaedigh reeckening met hem. Den hertogh van Weimar heeft oock Gise becomen, een stedeke in de Fransche Comté. Schijnt te gaen om Bezanson te belegeren. D'heer PonnicaGa naar voetnoot12 is tot Dyon gestorven, waeraen den hertogh veel heeft verloren. Leon de Saunier is bij de Fransoisen nu verovert. Den 3 Iuly 1637. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 3 Iuly 1637 wt Paris. Brieven te bestellen à Monsieur Hebstein. |
|