Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 8
(1971)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2951. 1637 februari 8. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mon frère, D'heer SchmalckiusGa naar voetnoot5, secretaris van Sijn Excellentie Mijn Heer den rijcxcancellier van SwedenGa naar voetnoot6 ende by sijnen heer in goede gunste, is hier gecomen tot Parijs ende bij ons wat verbleven, daernae met neef Peter ReigersbergGa naar voetnoot7 gegaen nae Italie, doch vóór hem wedergecomen, ende nae eenigh verblijf hier te Parijs gaet nu weder nae Sweden, doch meent eenigen tijdt in Hollant te plisteren. Hij hout gemeenelijck bij ordre van Mijn Heer den rijcxcancellier met mij correspondentie. Bidde uE. daerom den voorschreven Heer Schmalckius soo om mijnentwille als om Mijn Heer des rijcxcancelliers wille alle vrundschap te toonen. U.E. dienstwillige broeder
| |
Tot Parijs, den 8 Febr. 1637. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 8 febr. 1637 wt Paris. Recommandeert Smalkius, secretaris van den heer rijxcancelier. |