Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 7
(1969)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd2791. 1636 oktober 11. Van N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mon frère, Den oosten wint ende goede occasie is oorsaecke, dat ick nu oock buyten den ordinaris tijt schrijve. Den heer Van CharnasséGa naar voetnoot3, die vrij wat onpatientych is geweest, dat bij desen staet niet van importantie voorgenomen wert, over eenyge dagen naer het leger gereyst, schrijft van daer, gelijck ick wt sijne brieven hebbe gesien, dat mijnheer den prinsGa naar voetnoot4 hem soodanygen openynge hadde gedaen van sijn desseins ende de beletselen, warom die niet hadden connen tot noch toe werden geëxecuteert, dat hij moet bekennen deselve soo gewichtych te sijn, dat hij alle redenen van contentement heeft moeten nemen, gelijck hij oock niet en twijfelt, ofte sijne M.teytGa naar voetnoot5, die hij hetselve sal laten weten, mede satisfactie daervan hebben sal. Hetwelcke ick uEd. mede hebben willen deelen, opdat eenyge qualijck geïnformeert, quade impressiën nemende ende andere gevende, door het adveu van sodanyge getuygen, die irreprochabel sijn, mogen werden gedesabuseert. Gisteren hebben wij tijdyngen gehadt, soo van Hamburch, Erffort als Ceulen, dat den generael BannierGa naar voetnoot6 8 regimenten van HatsveltGa naar voetnoot7 ontrent Havelsberg soude hebben geslagen, 14 stucken geschut ende alle de bagagie becomen; de continuatieGa naar voetnoot8 moeten wij verwachten. Tot Regensburg schrijft BilderbeeckGa naar voetnoot9, dat den hartoch van SaxenGa naar voetnoot10 ende biscop van WirtsburgGa naar voetnoot11 aen willen houden tot een generale amnestie int regard van alle ende alles in dese leste oorlogen. | |
Van het Oostindische schipGa naar voetnoot1 hebben wij noch geen tijdyngen ende mits den oostenwint connen wij qualijck eenyge hebben. Desen naermiddach arriveerde hier een schipper van Iarmuyden, die van de ambassadeurs wt LondenGa naar voetnoot2 hadde brieven aen de admirael DorpGa naar voetnoot3, die hij hebbende gesocht onder de buyssen ende niet hebbende gevonden daernaer hier was commen vernemen, die seyt, dat ontrent elff of twaelff mijlen noortoost van Iarmuyden hij de 12 Engelsche schepen, wt Iarmuyden gelopen, hadde sien cruycen. Van den admirael Dorp wert hier geen groot contentement genomen, alsoo rapporten weynych tot sijn voordeel van die wt de zee commen werden gedaen; dan hem sal mogelijck geen defentie ontbreecken. Wij verwachten tijdyngen van daer. UEd. dienstwillygen broeder
| |
Desen XI Octob. 1636.
Wt Hamburch wert geconfirmeert, dat Bannier den Sax twee duysent paerden heeft affgeslagen ende Havelbergen met Werben wederom heeft verovert, voorts sijn victorie vervolchde. De scepen worden noch ontrent Geertruidenberg gehouden, evenwel geen officiers permissie geweygert om haer affaires in Hollant te commen doen. | |
Adres: Mevrouw (Me)vrouw De Groot. Tot Paris. In dorso schreef Grotius: 11 Oct. 1636. N. Reig. |
|