Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 5
(1966)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1859. 1633 juli 12. Van W. van OldenbarneveltGa naar voetnoot3.Mijn Heer, Ick hebbe die van den 25 Junij wel ontfangen. Het is waer, dat over DeltotonGa naar voetnoot4 de seeckerste wech is, sal geen ander voortaen gebruycken. Van den gouverneur van HulstGa naar voetnoot5 sijn fabulen. Van den trefves is noch weynich te spreecken, dewijle de ses gedeputeerdeGa naar voetnoot6 noch hier sijn ende men noch van haer vertreck niet en hoort. De Françoisen meeten breet wt op haere maniere de onaengenaemheyt van den cardinael van SpangniënGa naar voetnoot7 in Italien, maer hier en hebben wij daervan geene tijdinge. Soo de Sweden alleen haer hoop op Vranckrijck hebben ende het accord tusschen den keyserGa naar voetnoot8 ende Saxen met Brandenburch voortgang heeft, is een slecht fondament, daer sij op bouwen. Dat CorvusGa naar voetnoot9 voor AriesGa naar voetnoot10 soude versoecken een goet stuck in WestvalenGa naar voetnoot11 ende voor sijn selven, geloove ick wel, maer meene OphinchusGa naar voetnoot12 genoech te doen heeft met sijne limiten. Hamelen hout sich wel beter als Rijnberck ende is hier mede advys, dat men gegaen is tot ontsetGa naar voetnoot13. Ick verstaen de reden van HyadesGa naar voetnoot14 wel aengaende sijn particulier in tijde van ArctophylaxGa naar voetnoot15. Soo wanneer men de seeckerheyt van het een ofte ander sal | |
weten, sal PlyadesGa naar voetnoot1 daer wel op letten ende hetselfde aen LyraGa naar voetnoot2 doen verstaen. Den tijt moet haest leeren, wat van Ursa minorGa naar voetnoot3 te verwachten sal sijn. De koninckscheGa naar voetnoot4 hebben eenige paerden, die van Maestricht wilde gaen op het rendevous van den prinsGa naar voetnoot5 tot Boxtel, onder Weert geslaegen; mede is de vicomte de ManchouGa naar voetnoot6, swaeger van den heer van BrederodeGa naar voetnoot7, tusschen Nimmegen ende het ruytersquartier, doen den prins daer was, bij hem hebbende 30 ruyters van die van Gelder, gevangen ende binnen de stad gebracht. Int scrijven bekomme die van den 29 Junij; bedancke uEd. van het gedruckte. Veele houden noch voor seecker, dat Aries Ursa minor lief heeft ende die meerder soeckt als Arctophilax. TaurusGa naar voetnoot8 heeft wel smaeck daerin, als het niet te veel gepepert wert. Wt Hollant verneme ick, dat de gedeputeerdeGa naar voetnoot9, die bij den prins tot Aernhem sijn geweest, weder den 6 deser in den Hage gekommen sijn. Het schijnt weynich apparentie tot handeling is, tensij de Westindissche compagnie contentement gedaen wert, daer ick weynich apparentie toe sien; evenwel hout men daer voor vast, dat de gedeputeerde van hier noch eens sullen overkommen. Mij dunck weynich apparentie te sijn, dat LepusGa naar voetnoot10 bij CancerGa naar voetnoot11 sal kommen. De conincksche legers sijn noch aen de Maes, Brabant ende Vlaendren, den prins ontrent Boxtel, die 800 schepen bij hem heeft ende tweehondert duysent pont beschuyt heeft laeten backen, twelck ick niet geloove, dat hij te lande gebruycken wil. Ick sal blijde sijn te verstaen, wat operatie de vermaeninge van Saxen aen de steden sal gedaen hebben, alsmede wat uEd. hoor van het rapport van Waerdenburch wt Farnabucq. Hiermede blijve ick, Mijn Heer, UEd. ootmoedichste dienaer,
| |
Den 12 Julij 1633. | |
Adres (met andere hand): Aen Men Heer Men Heer de Groot, etc. tot Hamburcht. Port. In dorso schreef Grotius: 12 Julii Stoutenburg 1633. |
|