Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 4
(1964)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1706. 1631 december 5. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot6.Mon frère, Dit pacquet gisteren hebbende [ontfangen] ontfang ick het uwe door den advocaat VinckGa naar voetnoot7, waeruit ick particulier verstae het gewoel van PauwGa naar voetnoot8 ende de steden tegen mij. Sooveel ick can verstaen, willen die van Rotterdam eerst sien, wat sij met soeticheit connen doen; dan ten uiterste comende vast staen. Dienen door d'Edelen, Delft, Amsterdam ende de goede vrunden daerinne gestijft. Off ick te Delff beter soude sijn dan hierGa naar voetnoot9, weet ick niet. Maer verandering van plaetse vinde ick schadelijck ende met meer peryckels gemengt. Sijnde niet gecomen dan om goed te doen, soo wil ick Godt vertrouwen, dat hij alles ten beste sal stuiren. Den 5 December 1631. UE. dienstwillige broeder
| |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant In de Hooge Nieustraet in 's Gravenhage. | |
Port. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot den 5 Decemb. 1631. wt Rotterdam; oordeelt veranderynge van plaetse schadelijck ende met peryckel gemengt; sijnde niet gecomen dan om goed te doen wil Godt vertrouwen. |