Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1236. 1628 maart 9. Van J. BrasserGa naar voetnoot2.Laus Deo. Den 9 Martii 1628 Amsterdam. Mon cousyn, Alsoo de remonstranten gisteren nanoen bij schoonen dage alhyer hadden gepredickt, soo es na de predicatie het canaille opte been gekoomen, maer alsoo de majoor HasselaerGa naar voetnoot3 ende andere met enige soldaten daer ter plaetse gekoomen zijn, hebben zij thuys in haer protectie genomen ende geweert, datter geen ongeval geschyet es als met het werpen van enige steenen, daervan datter 2 den majoor geraeckt hebben sonder noodt. Dit rumoer gisterenavont nyet volkoomen geslist es dese morgen wederom ontsteecken ende vermeerdert, zoodat men beyde de compagniën in wapenen gebracht heeft, dewelcke alle stegen ende straten beset hebbende geen ongemack es gevolcht dan datter altemet een steen gevloogen es sonder dat het canaille wilde scheyden. Soo es opte middach de gehele magistraet in corps geassisteert met stadts officieren ende booden derwerts gegaen ende hebben door haere authoriteyt tvolck allenskens doen scheyden. Eenen, die met een steen na de soldaten wierp, es bij den borgemeester GraeffGa naar voetnoot4 selffs bij den cop gevadt ende in hechtenis doen brengen bij noch 5, 6 andere complicen, maer off se alle recht schuldich zijn, weet men noch nyet, soodat de swaricheyt over es ende wij wederom in stilt(e). Wat hyer nu voorts wt volgen wil, sal ons den tijt lee(ren). Vele hoopen vrije openbare exercitie, de magistraet (es) sonderling geanimeert om alle gewelt te wederstaen; ende oock te doen straffen. Godt geve ons rust ende vrede. Ick hebbe ontfangen uwer E. bryeven van 19 ende 27 Feb.; de ingeleydenen sijn wel bestelt; dat uwe E. een goede gelegentheyt voor mijn soonGa naar voetnoot5 sult verspieden, es mijn lyeff. Ick diene uwe E. gaerne in meerder. Hyermede naer mijne dienstelicke gebiedenis met nichte Godt almachtich bevoolen. Uwer E. dienstw usyn aant. Joost Brasser. | |
Op 14 Feb. waren de gedeputeerde van de coningen van Sweden ende Poolen ten overstaen van onseGa naar voetnoot1 ende andere ambassadeursGa naar voetnoot2 voor de 1e reysse opnyeuws wederom bij den anderen, alwaer nyet en es gepasseert dan dat de procuratiën geëxhibeert ende ter wederzijden voor bastant angenomen sijn; den stilstandt was voor 8 dagen geprolongeert, twelck scheen soo te souden continueren tot den wtganck van de handeling; de hoope tot den 30jarige treves was beter als daer te vooren. Godt geve voorts goet succes. | |
Adres: A Monsieur Monsieur Grotius A Paris. In dorso schreef Grotius: 9 Martii 1628. Brasser. |
|