Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1107. 1626 november [16]. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.(Mon frère,) ........... twee brieven ontfangen, de eene van den XIII October, dye uyt het huys van den ........ is bestelt met XXX stuvers daerop gestelt bij yemant soo ick meen van de ........ dat men voortaen dye bode niet en soude nemen, maer onder couverte ........, de andere heeft geen date, maer is wat laeter geschreven. De saecken ...... souden met meerder kennisse connen ingesyen worden, soo CousijnGa naar voetnoot3 't huys ........ alle de werelt claeght. Dat mijn vader versouck soude doen .... als het waer geaccordeert sonder restitutie van goederen ofte met .......... sententie, ben niet van mening mij daermede te behelpen, maer ..... te soecken ende Cousijn met dye luyden, dye hij soo zeer...... soo hij 't verstaet. Wil hij met ernst voor mij spreecken, hij heeft ........ Boven het gunt ick uE. voor desen heb geadviseert van den ..... ick dit misschyen doen, dat alsoo mons.r DefiatGa naar voetnoot4 aenhyelt ..... coopluyden van mijne kennisse in 't landt qualick getracteert zijnde hyerheen (?) te laeten comen, ick om mij buyten schoots te houden voorgeslagen heb, wat verseeckertheyt hij soude willen doen van vrijheyt van religie voor de remonstranten. Waerop hij seyde acte onder des conincx handt van vrijheyt in de particuliere huysen. Ick seyde, dat de luyden niet wel en souden haer verseeckert houden sonder acte van het parlement. Waerop hij - 't welck ick wel wiste - seyde, dat de parlementen daertoe niet te brengen en souden sijn. Ick slough oock voor, off de coning soude verstaen de coopluyden te mainteneren ingevalle sij in den coophandel in West ofte Indiën met gewelt wierden belet. Waerop sij haer oock becommert vonden. Ick weet, dat hij daernae aen anderen geseyt heeft, dat men haer socht in oorlogh te engageren met den coning van Spaignie. Ick houde SchapecaesGa naar voetnoot5 ende andere beleyders staedigh aen om haer propoosten te verstaen. De cardinaelGa naar voetnoot6 heeft haer geseyt, dat hij het gouvernement van Havre de Grace ende Honfleur met groot geldt heeft becomen om haer te accomoderen. Sij meenen daer te gaen om inspectie te nemen ende eenigh cleyn volck bij provisie te doen comen, 't welck vooralsnoch geen noodt en sal doen. 't Ontbreeckt haer meest aen een goed beleyder, dye de saecke in de handt wil nemen. Ick bij haer tot twee mael versocht zijnde om met haer te gaen tot den | |
cardinael heb mij geëxcuseert op mijn huysvrouws kraem, van wyns verlossing ick uE. voor desenGa naar voetnoot1 heb geadviseert, alsoock, soo ick meen, van den doop gedaen door monsr. DorGa naar voetnoot2. Is genaemt Françoise. De diensten, dye ick voor desen ende hyervoor heb verhaelt, zijn bij mij gedaen met oprechte harte tot dienste van het vaderlant, niet sonder peryckel van hyer daerover in ongenade te comen, waervan ick geen cleyne teyckenen en merck. Evenwel ben ick wel geresolveert liever, waer het is, te gaen tegen de voorsomer dan in 't landt met eenige oneer te comen ofte over mij te laten triumpheren. Ick sal dat advys noch daer bij doen, doch den cardinael schijnt t'eenemael hem met Spangnie te willen wel stellen. Hij heeft in des conings secreten raedt een arrest doen instellen, daerbij verboden wordt van des conings autoriteyt te schrijven in 't goede ofte quaed, 't welck geschiet is om den nuntiusGa naar voetnoot3 te contenteren. Mons.r de marquis de RembouilletGa naar voetnoot4, dye een halff jaer is opgehouden, wordt nu gesonden nae Spangnie om yet secreets te handelen ende men meent, dat het oorlogh sal aengaen tegen dye van Rochelle. In de ...., wiens neeff van denselven naem hyer een s ... soo ick alle behulpsaemheyt doe, dye .... PijnackersGa naar voetnoot5 propoosten twijffel ick, off .... om deselve versoeckende nae sijne .... doen; wilt daer wat op doen letten .... wat; maer soude met den cans, dye den ..... denen. Ick heb oock eenen ho ...... gedaen, wiens redenen zijn tot ho ..... ick uE. noch niet geadviseert en heb .... Ick sal haest moeten resolveren........ November XVIcXXVI. (UE. dienstwillige) broeder
| |
Adres: Mijn heer Mijn heer de raedtsheer Reigersberg. In 's Gravenhage. In dorso schreef Reigersberch: broeder de Groot den 16 Nov. 1626. uyt Paris. |