Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 3
(1961)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd1060. [1626 februari] 27. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot2.Mon frère, Ick heb dese selve uyre in 't brede aen uE. geschrevenGa naar voetnoot3 over landt. Ick hoope, dat die uE. sal gewerden; maer alsoo daer geseyt werdt, dat de brieven wederom werden opgehouden, tracht ick dese te senden over zee. Op den uwen van den XVIIe is mijn meninge, dat, onaengesyen de difficulteyten, dye mij voor comen, de EpistolaGa naar voetnoot4 sal mogen gedruckt werden, soo de prins daertoe zeer genegen is, om hem te behaegen. De autheur dyent onbekent te blijven, soo om andere redenen als omdat mons.r RigautGa naar voetnoot5 bij last van den coning in 't Latijn de Admonitio beantwoordt heeft, hebbende wel ses weecken daerop gearbeydt ende gelet op den stijl, daer het mijne een rouw werck is van drye dagen. Ick wil hem oock niet offenseren, als off ick met hem wilde comen in concertatie, hoewel de materie van het verhandelde zeer divers is, zijnde 't zijne meest historisch. Nopende de combinatie blijf ick bij mijn voorgaende advys, dat dye doenlick is ende dat daerdoor de swaricheyden in corten tijdt sijn te helpen, daer anders de politycken ende kerckelycken, dye haer de sterckste sullen vinden, niet en sullen te brengen zijn tot redelijckheyt. Oock sal de amnestie sonder dat slap vallen ende misschyen niet waerdt om aen te nemen. Ick vinde oock zeer vremdt, dat men de gevangenen ende uytlandige predicanten meent acte van stilstant af te vorderen. Sij en sullen nochte en behooren dat niet aen te nemen, want daerdoor souden zij haer kercken abandoneren, hetwelcke omdat zij niet en hebben willen doen, soo hebben sij liever haer landt gequiteert, enige oock haer gevangen laeten | |
setten. Mij dunckt, dat men de remonstranten behoort te tracteren als de lutherschen ende dan spreecken van vrede. Ick weet wel, dat de predicanten, dye in publycken dienst zijn, tot geen vereeniging en sullen verstaen, dan ten uyterste gepranght sijnde. Godt geve NeeffGa naar voetnoot1 goede ende cloucke resolutie, waertoe de advysen van Rouaen mij wat hope hadden gegeven. 't Hoff is hyer weer swanger van verandering in de finantiën ende de uytheemsche correspondentie, met Engelant staen zij niet wel. 't Is seecker, dat in Engelant secours gereedt was voor dye van Rochelle en dat men daer drouff is over de .......... De coninginneGa naar voetnoot2 heeft oock de Engelsche zeer geoffenseert wygerende ..... te zyen op de Engelsche manier. Men spreeckt hyer van een inval (van de) Engelschen in Vlaenderen ende dat in Nederlant de cont .... 't clergé van Vranckrijck heeft haer uytgegeven propoosten .... pluraliteyt gedesadvoueert door brique van den nuntiusGa naar voetnoot3 .... voor des conings authoriteyt. Men handelt .... gemaeckt zijnde in ons landt voor lang .... Vale a me et uxore. 27 ....... UE. dienst(willige broeder
| |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer Reigersberg, raedt in den Hoogen Raedt in Hollant. In 's Gravenhage. |
|