Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend1033. 1625 Nov. 28. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mon frère. Ick heb U.E. laestmael in 't breed geschreven op de voorslagh van U.E. ende NeeffGa naar voetnoot2 ge<daen>. Myne consideratiën duyren. Ick en can niet anders mercken dan dat het een beleydt is van Monsr. d'Espesse ende eenige anderen om door my de eer van de Rechters te salveren, waertoe oock eenigen alhyer, haer myne vrunden seggende, zeer arbeyden tot mijn leedtwesen. Neeff CampenGa naar voetnoot3 is geweest by d'heer van SomerdijckGa naar voetnoot4 dye aen hem van my eerlick heeft gesproocken. Ick sal van gelycke doen. Ick meen hy gister audientie heeft gehadt by den Coning: sal vandaeg uyt het hostel des Ambassadeurs extraordinaires gaen in een ander logys ende hem selve tracteren, alsoo volgens het nieuwe reglement het defroy niet langer en duyrt als tot de eerste audientie. Hy is buyten gissinge geweest, meenende de Engelsche gesanten hyer te vinden, dye noch niet en zijn gearriveert. Men seyt hyer dat de Engelsche vloot wel gelandt is in 't eyland van Calis Malis, maer van de stadt met schade afgeslagen. Verrue is by FeriaGa naar voetnoot5 verlaeten, 't welck hyer de Franchoysen courageert ende den Coning wordt van dage tot dage animeuser. Evenwel is de CardinaelGa naar voetnoot6 niet sonder contremyne. De heer van Somerdijck heeft geseyt niet van opinie te zijn dat de Coning behoort in de Ligue te treden, om geen oorsaeck te geven aen alle de Catholycken van zyne vrundschap te verlaeten, ende haer met Spaignie te vougen, 't welck hy can beletten, houdende hem tusschen beyden, doch de Ligue met geldt sterckende. Dye van de Religie zijn niet wel te vreden overmidts hy dye van Rochell soo openlick in 't ongelijck stelt, daer zy groote voorspraek van hem verwacht hadde. Staet te bedencken off, de Coning van Vrancrijck blyvende buyten de Ligue, de authoriteyt van Engelant niet te veel en soude toenemen in ons Landt. By den heer van Somerdijck is niemant sonderlings, een soon van MuysGa naar voetnoot7, een van RosseiusGa naar voetnoot8 ende dyergelycke. De Coning sal Rochelle gaen blocqueren ende te water benauwen, 't welck te passeren is soo men niet verder en gaet, waervoor dye van de Religie zeer vresen. Bidde om myne gebiedenisse aen alle bekenden. Den XXVIII November XVIcXXV Tot Parijs. U.E. dienstwillige broeder
| |
Nae dit schryven verstae ick dat de Engelsche vloot is vertrocken van Calis Malis. Dye my met den Heer van Somerdijck willen coppelen trachten allegader om den AdvocaetGa naar voetnoot1 te condemneren, my van de Remonstranten af te scheuren ende de Rechters oock in mijn regard eenig gelijck te geven. | |
Adres: E. Erntfeste Hoochgeleerde Heere Mr. Nicolaes Reigersberg, Raedt Ordinaris in den Hoogen Raede in Hollant. In 's Gravenhage ten huise van Mr. Willem de Groot, advocaet. Port. |
|