Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend971. 1625 April 25. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot10.Mon frère. Den anderen brieff hyer nevens gaendeGa naar voetnoot11 is soo gestelt, dat U.E. sulcx nodigh vindende deselve mooght vertoonen, doch stelle het geheele gebruycken | |
ofte naelaten daervan t'eenemael tot U.E. discretie. Veele vrunden alhier, die vry wat menen te weten van den staet van Vranckrijck, willen my persuaderen, dat de desseigns, dye eertijdt geweest zijn, cesseren ende dat men nu niet anders voor en heeft dan ons te mainteneren in onse vryheyt ende 't huys van Nassau in een redelycke authoriteyt. 't Schijnt oock dat de groote vrundschap, dye men genegen is te houden met Engelant, de saecken sal daertoe dirigeren; 't welck ick wensche. Maer altijdt blijft hyer de vrese, dat de factie van dye van de Religie uyt ons Landt sal worden gefomenteert. Ick vrese, soo de saecke met Soubise niet haest en wordt geaccommodeert, dat alle de troupen uyt Pals ende Grisons met onse vloote op Rochelle ende Montauban sullen vallen, om in alle occurentie verseeckert te zijn dat dye luyden niet meer en sullen brouilleren. U.E. is nu t'Amsterdam, wilt sonderen off haer aengenaem soude zijn dat ick daer quam woonen als particulier ende off zy wat souden willen doen om my met eere in het Landt te doen comen; doch ick meen dat de Pensionaris PauGa naar voetnoot1 daertoe niet zeer lustigh en soude zijn. De absentie van Aersens gaende nae Engelant soude misschien t'onsen voordeel connen werden gemenageert, doch men dient niet te doen dat NeeffGa naar voetnoot2 mishaege. Maer U.E. can oock wel dencken hoe zeer het lang uytstel ende dese onseeckerheyt onse familie schadelijck is. 't Gunt U.E. schrijft alles te doen met langsaemheyt is my wat suspect ende vrese dat het is een defaiste, daerop wel dient gelet, ick segh voor ons particulier. Ick en zie hyer geen voordeel te connen doen sonder te veranderen van professie ende religie, daertoe ick niet en ben gesint. Mijn huysvrouw wordt by de aldergeleerdsten van Parijs bevochten ende defendeert haer treffelijck. Ons hart soude beter strecken tot vereeniging met de Gereformeerden in ons landt nae eenige versachting van de onvoorsichtelijck - soo wy oordeelen - gedaene decisie. 't Waer bet dat de heele trouppes weder t'samengevoecht wierd, dan dat één ofte twee personen haer reconciliëerden ende daermede haer credyt by alle de anderen verloren. U.E. can de humeuren niet alleen van de Politycken maer oock van eenige Theologanten wat sonderen. Wy dancken U.E. van de particulariteyt van de advysen ende bidden daerin te willen continueren. Den XXV April XVIcXXV tot Parys. U.E. dienstwillige broeder
| |
Eenige vrunden achten dat de voorslagen van het paspoort soo wanneer Sijn Extie. soude zijn overleden zeer goedt zoude zijn maer het versouck moest by de vrunden geschieden, niet by my: onder pretext van moeders ouderdom etc. | |
Adres: E. hooggeleerde voorsyenighe Mr. Nicolas Reigersbergh Advocaet voor den Hove van Hollandt tot Amsterdam. Port. |
|