Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend903. 1624 Mei 24. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mon frère. Mijn huysvrouw prepareert haer tot de reyse, waeruyt U.E. sal connen verstaen wat wy in ons particulier uyt Vranckrijck te verwachten hebben. Tot de practijck my hyer te begeven is niet doenlick om de oncunde van de tael ende termen. Tot advocats consultatie worden hyer niet gebruyckt dan dye lange jaeren gepleyt hebben. Monsr. du Maurier is hyer geweest ende wederom nae 't hoff vertrocken. In zyne relatie aen den Coning heeft hy gededuceert 't ongelijck gedaen aen de oude magistraten, ende de mishandeling sedert gevallen aen de | |
Franchoysen. Ick ben uyt hem ende anderen wel onderricht, dat het advys van hem gegeven om de oude met de nieuwe te vereenigen niet en smaeckt. Men wil hyer alles decriëren wat in des CanceliersGa naar voetnoot1 tijdt is gedaen ende Sijn Excellentie in alles believen. Men maeckt twee nieuwe Fransche Regimenten onder CandaleGa naar voetnoot2 ende onder een neeff van den marquys de La VieuvilleGa naar voetnoot3; sullen in alles zijn LXV Fransche Compaignie te voet, elck tot 80 man, daerby 500 paerden. De Coning geeft tegenwoordigh 400m croonen, Venegien de helft van hetselve. De Coning sal de recommendatie doen van Colonels ende Capiteynen, maer de electie sal quansuys by de Staten off Sijn Excellentie geschieden. De consideratie van myne familie doet my zeer dencken op een plaets, daer ick de rest van mijn leven soude mogen doorbrengen met wat winst. Pyeters syeckte heeft ons almede veel gecost. Wy hebben hem eyntelick aen een duytschen doctor, dye wonderlicke cuyren hyer gedaen heeft aen veel gedispereerde personen, gerecommandeert, dye hem heeft aengenomen te helpen voor 700 gln., dye wy hem ten deele gegeven, ten deele belooft hebben. Van by den Coning ergens gebruyckt te worden zye ick geen apparentie sonder van Religie te veranderen, daertoe my veele openingen geschieden. maer ick toon daertoe niet te connen verstaen, al waer 't oock dat men my over veele poincten - gelijck men voorgeeft - soude willen dispenseren. Monsr. du Maurier is buyten employ, souckt zijn arrierages te salveren. Men geeft hem de schuldt van alles, seggende dat het miscontentement van Sijn Excellentie veel is gecomen door zyne passiën. EspesseGa naar voetnoot4 heeft last hem in alles te vougen nae de humeuren van Sijn Excellentie. Dye hyer seggen dat het Land in noodt is worden gescholden als Spaenschgesinden. Milord de CarlisleGa naar voetnoot5 meent men dat nu te hooff magh zijn. Men heeft hyer goede hoop op het huwelijck. Soo eenige tydinge comt uyt West-Indië sal blyde zijn die te verstaen; als oock soo yet anders sonderling daer passeert ende namentlick van het tractement van de Roomschcatholycken, daer die zijn in ons landt, waernae men hyer zeer verneemt. Wy doen onse gebiedenisse aen moeder, broeders, susters ende vrunden. Den XXIIII Mey XVIcXXIIII. U.E. dienstwillige broeder
| |
Adres: E. hooggeleerde wyse voorsienige Mr. Nicolas Reigersberg Advocaet voor den Hove van Holland Tot Middelburgh. In dorso schreef Reigersberch: br. Grotius tot Paris 24 Mey 1620. Maurier niet gehoort. presentatiën om van Religie te veranderen. |