Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend664. 1621 Juli 16. Aan J. van ReigersberchGa naar voetnoot4.Mon frère Ick heb wel ontfangen den brieff van onsen broeder Mr. Nicolaes van den XXII Iunij uit den Hage, waerop dese hem mede zal dienen voor antwoord. My verlangt te verstaen wat eynde de lichting van Denemarcken zal nemen. Eenige alhier zeggen tydinge te hebben dat den Coning van Spaignie wel mocht in Nederland comen. In alle gevalle oordeelt men dat de zaecken op die voet van stilstand niet en connen blyven, aengezien den Coning van Spaignie aen 't quaedste eynde is door het oorlog ter zee; de zaecken van den Coning alhier gaen in groote prosperiteyt: nae S. Jean is Neracq verovert. Bergerac heeft Monsr de La ForceGa naar voetnoot5 uitgejaecht ende den Coning ontfangen. St. Foy, Castillon ende noch drie vier andere steden zijn mede gereduceert, de lichtingen van ChastillonGa naar voetnoot6 hebben niet te beduyden ende dienen alleen om yet voor hem zelve te bedingen, gelijck ChasteauneufGa naar voetnoot7 met het overgeven van Pons zijn accoord heeft gemaeckt. D'heer van | |
RohanGa naar voetnoot1 raed tot accoord: daer zijn alrede gedeputeerde by den Coning geweest, maer den Coning wil absolutelick zonder restrictie comen binnen Rochelle. Ick en can niet geloven dat men voor zoude hebben de vryheyt van Religie te benemen, maer meen de intentie te zijn die van de Religie de macht te nemen om den Coning te traverseren ende alle gemescontenteerde de hoop te ontrecken van bystand by haer te vinden; de Ambassadeur van EngelantGa naar voetnoot2 heel hoog hebbende gesproocken heeft zyne woorden moeten inhaelen, alzoo den Coning van Gr. Brit. verclaert die van de Religie tegen den Coning niet alleen niet te willen assisteren, maer te willen helpen brengen tot gehoorzaemheyt. 't Schijnt dat den Coning aldaer groote lust toont tot de alliantie met Spaignie, hebbende enige doen vangen die dezelve in particuliere discoursen hadden gecontradiceert. Seer vele menen dat hy hem zal begeven tot 202Ga naar voetnoot3, om deze alliantie te faciliteren, 't welck ick niet wel en can geloven. 't Is seker dat de puritainen qualick by hem staen ende namentlijck den eertsbiscop van CantelberiGa naar voetnoot4. Men twijffelt hyer of den Coning van Spaignie 't accoord gemaeckt aengaende de Valtoline zal naecomen; had den Coning alhier met die van de Religie gedaen, 't zoude connen zijn dat hy daer nae toe zoude trecken, zulx dat het onzeker is off hy oock voor de winter hyer comt, hoewel Parijs met zijn absentie zeer is geincommodeert. 94Ga naar voetnoot5 heeft HauteriveGa naar voetnoot6 doen schryven aen meest alle de raden van 75Ga naar voetnoot7 om hem te zuiveren met aenbiedinge van zeer groote diensten voor 75Ga naar voetnoot7. De 313Ga naar voetnoot8 alhier te Parijs beginnen zeer te apprehenderen de afbreuck die zy geschapen zijn alhier te lyden door de 66Ga naar voetnoot9. Eenige spreecken van accommodatie. Ick werd gesolliciteert om te gaen te CharantonGa naar voetnoot10: maer de zaecken zijn daer toe nock niet gestelt. Voorts en heb ick niet meer, zal verlangen nae tydinge van daer. Myne dienstelicke gebiedenisse aen moeder, beide de broedersGa naar voetnoot11, broeder CampenGa naar voetnoot12, broeder en suster BlonckenGa naar voetnoot13, neef MeirosGa naar voetnoot14, d'heeren BoreelGa naar voetnoot15, BeaumontGa naar voetnoot16 ende andere goede vrunden. Den XVIen Julii XVIcXXI tot Parys. U.E. gantsch dienstwillige broeder
| |
Adres: E. hoochgeleerde wyse zeer voorzienige heere Mr. Johan Reigersberg Rentmeester Generael van Zeelant Bewesterscheld tot Middelburch. In dorso: Mr. Grotius aen broeder Reigersberch XVI Iulii 1621. Hauterive. Coninck van Engelant. |
|