Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend589. 1619 Juni 14. Aan Nic. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mon frère. Wilt met mijn broeder de Groot spreecken dat ick uit myne boecken mocht crygen Tomum I Archiepiscopi SpalatensisGa naar voetnoot2, in folio, Optatum Milevitanum in octavo, voorts Philo, die mijn broeder toecomt, omdat daer hier en daer iet in geteickent heb. Ick sal dan Philo, die ick hier heb, wedersenden, met het Chronicon Eusebii, om te restitueren. Ick wilde oock wel over een tijd te leen gebruycken Senecam philosophum, de leste editie, ende Ammianum Marcellinum, als oock Ariani Epictetum. |
|