Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend587. [1618]. Aan Maria van ReigersberchGa naar voetnoot2.Allerliefste! Ik zend u de Duitsche veerzen voor onze CorneliaGa naar voetnoot3. Zy slachten myne gevangenis. Zy zijn langer gevallen dan ik wel meende. Gy en Grootvader moet Cornelia de veerzen wat uitleggen, alzoo ik het niet doen en kan. Zijt hiermede Gode bevolen. UL. altijdt getrouwe
|
|