Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 2
(1936)–Hugo de Groot– Auteursrecht onbekend586. [1618] Oct. 19. Van Maria van ReigersberchGa naar voetnoot1.Alderliefste, Zijn Excellentie reyst naer Leyden, Haerlem, der Gouden ende Rotterdam om de vroetsschappen ende magestraten daer oock te veranderenGa naar voetnoot2. Soo hast het redres daer oock sal sijn geschiet, houde ick seker dat uwe saecke sal werden bevordert. U.l. moet voor vertyen dagen patientie hebben. Gerustheyt hoeft ick u niet aen te spreeken want U.l. zijne saecken beter weet als ick die nochtans met alle deghene die u ende uwe actien kennen wel weeten datter voor u niet en is te vreesen; daervan hebbe ick altijt wel versekert geweest ende het tselfde van den beginne, al eer den tijt de saecken naectelijcker hadde ontdeckt, met woorden ende alle mijne actiën getoont; uwe goede koscentie ende de proposten dye wy onlans tsamen hadden gehoude geven my volkomen asseurantie. Een yder sal U t'zijnder tijt van mijne goede resolutie getugenisse konnen geven. Ick schrive u daervan nu selver op dat ghy doch daervan onderrecht zijnde volkommenlijck gerust moocht zijn want ick weet dat de sorge die U.l. voor my draecht uwe eenige bekommernisse is. Een dingen verwondert mij: dat is datter sommige scheynen te willen seggen dat U.l. aen een van de heeren alleen soude hebben geseyt iet groots te willen ontdecken daer den lande veel aen gelegen soude zijn maer dat ghy eerst begerde genomen te zijn onder protectie van Zijn Excellentie. Ick hebbe dat niet willen gelooven gelijck ick noch niet en doe want ick seeker houde het tgene U.l. my dickmaels hebt geseyt dat ghy geen secreten en west ende en sie geen reden waerom U.l. iemants protectie van doene soudt | |
hebben; daeromme en isser oock niemant die dat gelooven wil. Hebbe U.l. dat evenwel willen schriven opdat ick met meer fondament sulcke proposten tegenspreeken mach. Laet mij doer den brenger deses een simpel ja ofte neen weeten. Studeert gerust ende let op u gesondtheyt ende hebt noch eenige dage patientie want den advokaet en is noch noidt gehoordtGa naar voetnoot1. Desen XIX october tsavons ten elf ueren. |
|