De Vijfheerenlanden met Asperen, Heukelum en Spijk
(1989)–Catharina L. van Groningen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 368]
| |
NederzettingsgeschiedenisSchoonderwoerd ligt in het centrale deel van de Vijfheerenlanden, waar in de Middeleeuwen systematische copeontginningen tot stand zijn gekomen. De nederzetting komt als ‘Scoenrewrth’ voor het eerst voor in een, mogelijk vervalste oorkonde uit 1166 (Künzel, 319, 320). Het oorspronkelijk bij de cope-ontginning behorende nederzettingstype bestond uit een één of tweezijdig bebouwde ontginningsas, waar de boerderijen op zekere afstand van elkaar aan lagen. De vorming van een dorpskom ontstond door plaatselijk■ Schoonrewoerd Topografische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden, schaal 1:50 000, 1973 (facsimile herdruk van 1847-'48), blad 38, uitvergroot fragment
sterke verdichting van de bebouwing langs deze as. De hier geschetste gang van zaken lijkt ook aan de plattegrond van Schoonrewoerd ten grondslag te liggen: de rechte weg tussen Leerdam en Everdingen via Schoonrewoerd vormde de ontginningsas voor de ca 1200 m brede strook grond tussen deze weg en de Diefdijk, die voor de ophoging tot dijk in 1284 als Diefweg aanwezig was. De ontginningsas was tevens de oostelijke grens van de Hei- en Boeicopse ontginningen en als zodanig tevens een waterkerende kade voor dat gebied: op de topografische kaart van 1846/47 komt het gedeelte zuidelijk van Schoonrewoerd nog onder de naam ‘dijk’ voor. Van oorsprong lagen de boerderijen ■ Schoonrewoerd Topografische kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, schaal 1:25 000, opname 1978, blad 38, fragment
| |
[pagina 369]
| |
aan de rechterzijde van de ontginningsas, de Schaikse weg, op de kop van de kavel die hier met de korte zijde aan grensde. Westelijk van deze weg was het gebied van andere assen uit ontgonnen (Boeicop, Hoogeind). De plaats waar de Schaikse Weg een oost-west lopende zandige stroomrug kruiste en de grond steviger dan aan weerszijden van de rug was, werd in de 14de eeuw een kerk gebouwd en kwam later een dorpskom tot ontwikkeling. De plek werd echter ook nog eens bijna drie meter kunstmatig opgehoogd (Van den Berg, Schoonrewoerd, 6; Vink, 294). Deze verhoogde ligging, die nog steeds duidelijk zichtbaar is, is verantwoordelijk voor het onderdeel ‘-woerd’ in de plaatsnaam. In het rivierengebied is dit een begrip voor een kunstmatige dan wel natuurlijke verhoging in het landschap. Op de kaart van Perrenot uit de 18de eeuw ligt de meeste bebouwing nog aan de oostzijde van de Dorpsstraat. Aan de westzijde staat slechts een rijtje panden dwars op de dorpsstraat ingetekend. In de eeuwen daarna neemt de bebouwing toe; op het kadastrale minuutplan van 1822 is ook de westzijde van de Dorpsstraat deels bebouwd geraakt. Daarbij is de rooilijn een stuk teruggelegd ten opzichte van de breedte van de weg, waardoor een pleinachtige ruimte is■ Schoonrewoerd J. Perrenot, Plattegrond Schoonrewoerd, 1761, coll. Bodel Nijenhuis, UB Leiden)
ontstaan, die naast de rijbaan gelegenheid voor het houden van markt gaf. In 1763 was een verzoek tot het houden van een paardenmarkt ingewilligd (Van den Berg, 181). Na 1822 neemt de bebouwing nog verder toe, in de 20ste eeuw ondermeer in de vorm van bedrijfspanden ten behoeve van de fruitteelt. De geschiktheid van de grond rond het dorp voor deze cultuur was vergroot door de verspreiding van bodemmateriaal uit de stroomrug bij de vorming in de Diefdijk van het wiel De Kruithof in 1571. Tot het historische dorpsgebied behoorden verder Overheicop en Overboeicop, bewoningsassen voortkomend uit de copeontginning die haaks op de Schoonrewoerdse ontginning lag. Langs deze assen bevindt zich een verspreide agrarische bebouwing. In beide gevallen is deze bebouwing vrijwel tot de noordzijde van de as beperkt en in het geval van Overheicop komt de bebouwing soms in combinatie met een kunstmatig verhoogde woonplaats voor. Deze eenzijdige, noordelijke bewoning van de weg vormt een indicatie dat de ontginning zich alleen in noordelijke richting uitstrekte. De Over Boeicopseweg zet zich buiten de gemeentegrens in westelijke richting voort in Hei- en Boeicop, de ontginning van Over Heicop is een Schoonrewoerdse aangelegenheid gebleven. Over Heicop loopt slechts tot aan de (huidige en vroegere) grens met Heien Boeicop. Van daar loopt de grens via een zijdewende, de Zijdekade, in noordelijke richting. | |
Historisch bebouwingsbeeldDe oudere bebouwing van Schoonrewoerd is, vrijwel zonder uitzondering, zelfs langs de Dorpsstraat, agrarisch van karakter. De oudere bebouwing ligt langs de Diefdijk tussen het wiel de Waai en het wiel de Kruithof, langs de Dorpsstraat en het verlengde daarvan Kortgerecht genaamd, langs de Kerkweg, de verbinding tussen Dorpsstraat en Diefdijk, alsmede aan Overboeicop en Overheicop langs de watergang De Huibert. De van ouds bebouwde Kalverweg, parallel aan Overheicop, heeft geen boerderijen meer over die in dit bestek de moeite van het vermelden waard zijn. De boerderijen zijn alle van het voerdeeltype en komen in drie varianten voor: op rechthoekige plattegrond, op T-vormige plattegrond of met een aan een kant uitgebouwd woongedeelte: op L-vormige plattegrond. Dit is het gebied van de echte ‘Vijfheerenlandse’ boerderij: een boerderij op rechthoekige plattegrond met een kort bedrijfsgedeelte, vaak niet meer dan twee vakken diep, die ter hoogte van de keukentravee van een kapelvormige uitbouw voorzien kan zijn. Langs de Diefdijk (bijvoorbeeld nrs. 7, 15, 21), het Kortgerecht (nrs. 2, 38 en 42-44), Overboeicop (nrs. 40-42, 46), Overheicop (12-14, 60, en 76) zijn deze boerderijen, om maar een paar voorbeelden te noemen, aangetroffen. De T-boerderij komt in mindere mate voor. Langs de Dorpsstraat hebben de verschillende dwarse dorpshuizen een aangebouwde schuur, zodat deze groep onder de boerderijen gerangschikt moet worden. De 19de-eeuwse T-boerderij aan de Diefdijk 21 heeft een kapelvormig uitgebouwde erker aan de linkerzijgevel en een groot overstekend schild aan het bedrijfsgedeelte. Alleen langs Overheicop staan L-vormige boerderijen op de nrs. 16 en 35, beide overigens met een uitgebouwde kapel aan de keukentravee. Hoewel de meeste boerderijen haaks ten opzichte van de weg liggen, zijn langs de Diefdijk boerderijen te vinden, die evenwijdig aan de dijk zijn gesitueerd (bijvoorbeeld nr. 3). Het voerdeeltype blijft echter dezelfde. Ook aan de Diefdijk is een kleine variant op het voerdeeltype aangetroffen: bij de nrs. 7 en 15 zitten de deeldeuren in | |
[pagina 370]
| |
de zijgevel in verband met een betere bereikbaarheid.
Voor zover viel na te gaan zullen de oudste boerderijen uit de 17de eeuw dateren (Overheicop 16). De meeste zijn echter, zoals elders in het gebied, gewijzigd in de 18de en vooral in de 19de eeuw, waardoor het uiterlijk aspect overwegend 19de-eeuws van karakter is. Een enkele boerderij is gedateerd door een gevelsteen of jaartalankers (Dorpsstraat 5: 1851; Dorpsstraat 44: 1861; Dorpsstraat 45: 1874; Kerkweg 79:1875; Kortgerecht 48-50: 1862; Overboeicop 60: 1856). In Overheicop bevinden zich ook enkele kleine arbeiders- of daglonerswoningen, op de nrs, 31, 32 en 37. Veel boerderijen in het dorp en daarbuiten hebben pannen (zadel)daken met in fraaie gezaagde windveren langs de dakrand en makelaars aan de geveltop. Vrijstaande schuren zijn over het algmeen van steen onder met dakpannen belegde daken, dikwijls met fraai gemodelleerde windveren langs de geveltop. Hooibergen zijn vrijwel overal verdwenen en vervangen door grote, aan de voorkant open schuren. Van diverse wel overgebleven schuurbergen zijn de staken afgezaagd (Kerkweg 2-3). Overboeicop 46 heeft een hooiberg met zes (afgezaagde) staken en een rieten kap. De hooiberg aan Overboeicop 52 staat op een stenen voet. Boenhokken en -stoepjes blijken bijna nergens meer voor te komen. Een boenhokje in goede staat staat naast Kortgerecht 36. Aan de sloot voor Overboeicop 46 is een vervallen houten boenstoepje van drie treden te vinden. Boerensiertuinen en leibomen voor de boerderijen komen ook hier voor, zij het niet meer in grote getale. | |
DiefdijkDiefdijk 7De grote vroeg 19de-eeuwse voerdeelboerderij op een rechthoekige plattegrond met tuitgevel aan de voorzijde en aan de achterkant met wolfeind is haaks op de dijk gericht en wordt gedekt met een rieten kap. In de voorgevel bevinden zich een twaalfruitsvenster, een deur met bovenlicht, een negenruitsvenster en weer een twaalfruitsvenster.■ Schoonrewoerd, boerderij aan de Diefdijk 7, opname 1978
Op de verdieping zitten twee T-vensters. Hanekamstrekken zijn boven vensters en deur aangebracht. Kleine staafankers verankeren de balken aan de voorgevel. Aan de linkerzijde zijn opmerkelijk genoeg voor en na de brandmuur kapelvormige erkers uitgebouwd, waarin vensters met roedeverdeling zijn opgenomen. In het bedrijfsgedeelte zitten stalramen en een deeldeur. De rechterzijgevel is lager dan links. In de gewijzigde achtergevel, waarvan het bovenste deel met houten delen is afgeschoten, zijn de kleine mestdeuren oorspronkelijk. Op het erf een houten, met pannen gedekte schuur. | |
Diefdijk 15Boerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, haaks op de dijk gericht. Door de verhoging en verbreding van de dijk in de loop van de tijd, is het onderste deel van de voorgevel in het talud van de dijk opgenomen. De boerderij is niet onderkelderd.■ De oneven zijde van de Schoonrewoerdse Dorpsstraat, opname 1976
In de gepleisterde voorgevel zijn nog zichtbaar een vierruits venster, een zesruits venster met luiken en op de verdieping twee vierruitsvenster. Sporen van een deur in de voorgevel zijn niet (meer) te zien. Ook de linkerzijgevel is gepleisterd. De dakrand golft op boven een ter hoogte van de middentravee aangebracht venster. In de rechter zijgevel zit een kapelvormige uitbouw boven de toegangsdeur. Een tweede kapelvormige uitbouw is geamoveerd, maar bevond zich boven de deeldeuren, die hier in de zijgevel zijn aangebracht. De vensters zijn bij die gelegenheid tevens gemoderniseerd. Aan de achterkant eindigt het dak met een schild. In het bedrijfsgedeelte was aan de rechterkant een paardenstal ingericht. De boerderij kan uit de 18de eeuw dateren, maar is in de 19de en 20ste eeuw verbouwd. | |
DorpsstraatDe huizen aan de Dorpsstraat zijn bijna allemaal vrijstaand. Brede opritten vormen de scheiding tussen de opstallen. De veelal van een dwarsgebouwd voorgedeelte voorziene gebouwen zijn aan de achterzijde van een schuur voorzien. Aan de oneven zijde, waar zich tevens de hervormde kerk met pastorie en het voormalige raadhuis bevinden, zijn de huizen over het algemeen maar een bouwlaag met kapverdieping hoog, terwijl de daar tegenover liggende huizen aan de even zijde twee bouwlagen met kap | |
[pagina 371]
| |
■ Schoonrewoerd, Dorpsstraat 44, de oude smederij, opname 1976
vertonen. Aan deze kant is de gereformeerde kerk, terugliggend ten opzichte van de rooilijn gesitueerd tussen school en pastorie. Nr. 5, cafe de Zwaan uit 1851, springt naar voren ten opzichte van de rooilijn van de Dorpsstraat. Op nr. 44 ligt een smederijtje uit 1861 (gedateerd in gevelsteen en jaartalankers), waar binnen de travalje nog opgesteld staat. Uit 1926 dateert het voormalige raadhuis op nr. 47, die enige bescheiden Art Decovormen vertoont. Overigens is de aard van de bebouwing bescheiden en 19de- en 20ste eeuws van uiterlijk. | |
Hervormde kerk, Dorpsstraat 33
| |
Bronnen en literatuur■ Van der Aa, deel S, 274; De archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk in korte overzichten, uitgegeven door de Commissie voor de Archieven van de Nederlandse Hervormde kerk, deel II, Leiden 1974; Van de Berg, Schoonrewoerd, 90 e.v.; Bruch, H., Dirck Franckensz. Pauw; (Theoderius Pauw) Kronijcke des Lants van Arckel ende der Stede van Gorcum, Amsterdam 1931, 11, 45-57; Joosting en Muller I, 82; | |
Ligging en karakteristiekAan de kruising van de oorspronkelijke dijk (Dorpsstraat) en de oostwest lopende Schoonrewoerdse stroomrug, waar de dijk zich verbreed, is als het ware een plein ontstaan, waar aan de oostzijde, enigszins achteraf, de eenbeukige dorpskerk met een driezijdig gesloten, van steunberen voorzien koor en zware laat-romaanse westtoren met korte, vierzijdige spits, gelegen is. Aan de noordzijde ligt het kerkhof, dat door een spijlenhek wordt afgesloten. Op het kerkhof staat een bakstenen baarhuisje onder pannen zadeldak met gesneden windveren en een makelaar. | |
Geschiedenis en bouwgeschiedenisGetuige de verschijningsvorm van de toren met detaillering in romaanse trant, alsmede gezien het formaat van de baksteen, zou deze uit 1300 kunnen dateren. Gegevens betreffende de stichting van de kerk in 1304 door Jan van Arkel, die tevens in die tijd de kerken van Leerbroek, Nieuwland, Slingeland en Noordeloos zou hebben gesticht, berusten op overlevering van een 15de-eeuwse geschiedschrijver■ De hervormde kerk te Schoonrewoerd na de restauratie vanuit het zuidoosten, opname 1976
(Bruch, 11). Anderen plaatsen deze gebeurtenis zelfs in de 11de eeuw (Kemp, 16). In de rekeningen van de Domfabriek vanaf 1395, wordt melding van een kerk in ‘Scoenrewoert’ gemaakt, die viel onder de proosdij van St.-Marie te Utrecht (Joosting en Muller, I, 82). Uit 1363 dateert een bericht over een onenigheid tussen de heren van Arkel en de proost omtrent de vergeving van het priesterambt, hetgeen erop wijst dat er toen zeker een kerkgebouw stond (Bruch, 45-47; Van der Aa, 274). In ieder geval is het oudste gedeelte van schip en koor, getuige de aard van het metselwerk ná de bouw van de toren, maar nog in de 14de eeuw, tot stand gekomen. Het eenbeukige schip had aan noord- en zuidzijde een toegang. In 1606 is de gemeente overgegaan tot de Reformatie. Het collatierecht bleef aan de heer van de heerlijkheid, in dit geval de prins van Oranje. De kerkelijke gemeente viel tot 1816 onder de classis Buren, van 1816 tot 1951 onder de classis Gouda en vanaf dat jaar onder de classis Gorinchem. In het begin van de 17de eeuw blijkt de kerk in een zeer slechte staat te verkeren; de stenen vielen uit de muur en het dak lekte. Nadat er in 1672 aan de kerk enige schade door de Franse troepen was aangericht, heeft de storm van 1674, die ook elders zoveel vernielingen teweeg heeft gebracht, het dak doen instorten, waarbij onder andere de preekstoel werd beschadigd. Herstellingen hebben in de jaren | |
[pagina 372]
| |
■ ‘Het Dorp Schoonrewoert dd 7 Aug. 1750’ door Jan de Beijer, coll. Bodel Nijenhuis, U.B. Leiden
daarna plaats gevonden, waarbij het muurwerk boven de waterlijst en de kapconstructie geheel zijn vernieuwd, met uitzondering van een stuk aan de noordzijde van de westmuur. De toegangen in de vorm van aanbouwen zaten aan de noord- en zuidzijde. Op de tekening van De Beijer uit 1750 is er een te zien. De aanbouw aan de noordzijde heeft zeer waarschijnlijk als consistorie gediend. De sporen hiervan zijn in het metselwerk zichtbaar. Midden 19de eeuw - op de kadastrale minuut van 1822 is het portaal nog niet aangegeven - is de ingang tot de kerk naar de oostkant verplaatst. In 1868 werd de kerk van een pleisterlaag met ingekrast blokverband voorzien. Mogelijk werden bij die gelegenheid de vensters iets lager uitgehakt, houten ramen aangebracht en de goot vernieuwd. In het inwendige is het houten gewelf vernieuwd. In 1874 werd een kerkeraadskamer gebouwd tussen de toren en de pastorie die tussen 1861-'62 gebouwd was. In de torenmuur werd een doorgang gemaakt. De oude kerkeraadskamer aan de noordzijde van de kerk werd of was inmiddels afgebroken. In 1955 vond er een ingrijpende verbouwing van de kerk plaats, waarbij het interieur grondig werd aangepakt en de huidige toegangen in de zijgevels tot stand kwamen. In het inwendige werden de muren ontdaan van de pleisterlaag, waarbij resten van muurschilderingen, die werden blootgelegd teloor gingen. Met uitzondering van de preekstoel werden de banken en dooptuin, onderscheidenlijk uit de 17de en de 19de eeuw, vervangen door banken met zulke smalle lezenaars, dat de achttien, in 1855 aangeschafte bijbels daarop geen plaats meer konden vinden en sedertdien daarom niet meer worden gebruikt. De preekstoel zelf werd van de 19de-eeuwse imitatie eiken beschildering ontdaan en gedeeltelijk vernieuwd. Tevens werd de indeling van de kerk gewijzigd: er kwamen twee rijen banken met een middenpad. Het in 1892 gekochte orgel werd boven de preekstoel opgesteld. De zerkenvloer werd opgebroken en door een betonvloer vervangen; de zerken zelf zijn verdwenen. De drie 18de-eeuwse koperen kronen werden geëlektrificeerd. Tien jaar later werd de toren gerestaureerd, waarbij de dichtgezette ronde bogen in de balustrade weer werden geopend. De 19de-eeuwse cementpleister van de buitengevels van het schip en koor werd afgehakt, een handeling waarvoor in 1955 nog geen toestemming werd verleend door de overheid. | |
ExterieurKerk en toren zijn opgetrokken uit rode baksteen. Formaat aan de toren: 29-30 × 13-15 × 6,4 cm, 10 lagen = 80 cm. Het tegen de toren aangebouwde schip heeft beneden een baksteenformaat van 28,5 × 13 × 6,5 cm, 10 lagen = 77,5 cm. Klezoren in de koppenlagen zijn toegepast in het muurwerk van het schip aan de linkerkant van de toren over twee geledingen van de zuidoostelijke hoek, ter hoogte van de vensters aan de zuidzijde en de voormalige aanbouwen aan noord- en zuidzijde van het schip, op de hoeken aan de westkant en bij de torentoegang. Aan de toren zijn vanaf 82 cm tot 110 cm vanaf het maaiveld drie lagen tufsteen door en door verwerkt.
De uit drie geledingen bestaande, zich nauwelijks verjongende romaanse toren uit omstreeks 1300, heeft een (sedert 1965) opengewerkte balustrade en wordt bekroond door een stompe vierkante spits. De onderste geleding is onbewerkt en is voorzien van een drie lagen dikke, omlopende tufstenen band en heeft een rondboogingang uit de 17de eeuw aan westzijde. Op de hoge tussengeleding, die telkens drie, met drie rondboogjes afgesloten, langwerpige smalle spaarvelden toont tussen brede hoeklisenen en dunne tussenlisenen volgt een forse bovengeleding, waarvan de wanden doorgaande spaarvelden vormen, ingesloten door brede hoeklisenen en een doorgaand boogfries. In deze geleding gekoppelde galmgaten en in 1965 vernieuwde wijzerplaten.
Het vijf traveeën lange schip heeft een driezijdige koorsluiting en is voorzien van spitsboogvensters. In de zuid- en noordgevel zijn sporen van voormalige aanbouwen zichtbaar. De baksteen onder en boven de waterlijst is verschillend van formaat. Tegen de koorsluiting is een bakstenen toegangsportaal met gepleisterd hoofdgestel in klassisistische vormen uit de eerste helft van de 19de eeuw aangebracht. Boven dit ingangsportaal is een oudere gedenksteen geplaatst met de tekst: ‘aleer ghy in godts huys in gaet // soo overdenckt u sonden quaet // hebt een oprecht berou en leetwesen // soo sal godt uyt genad om christy // voor biddingh u alles vergeven // christus alleen is de ware hoeksten // psalm 118 v 22 ano 1701. i.d. bruyn’. | |
InterieurHet inwendige van de toren is door houten vloeren in vijf verdiepingen verdeeld. Alleen de begane grond wordt door een tongewelf gedekt, de overige verdiepingen zijn vlak afgedekt. De trap is in de dikte van de muur verwerkt. Tot 1963 was in de toren op de begane grond het gevangenhok opgenomen. De eenbeukige ruimte van het schip wordt door een axiaal bankenplan met middenpad gevuld. Tegen de | |
[pagina 373]
| |
■ Inwendige van de hervormde kerk te Schoonrewoerd naar het westen, opname 1977
rechtgesloten westwand staan preekstoel en orgel opgesteld. In het in de jaren 1955 ingrijpend gewijzigde kerkinterieur is vermeldenswaard de uit het tweede kwart van de 17de eeuw daterende eikehouten, achthoekige preekstoel, die bestaat uit een (nieuw) klankbord, ruggeschot met vleugels, kuip, (gedeeltelijk vernieuwde) voet en (nieuwe) trap. Het ruggeschot bestaat uit een toogpaneel, geflankeerd door gecanneleerde pilasters en bekroond door een fries, versierd met staande knerren. De kuip bestaat uit toogpanelen. Op de hoeken staan gecanneleerde Toscaanse zuilen. Het fries van de kuip is versierd met staande knerren en met bladwerk getooide consoles op de hoeken. De voetlijst is verkropt. Vooral de voet is sterk gerestaureerd. Het gecanneleerde vierkante onderdeel en het vierkant versierd met kussenpanelen zijn nog origineel. Acht met bladwerk versierde steunen dragen de kuip. | |
KoperAan de preekstoel zit een 18de-eeuwse koperen preekstoellezenaar, bestaande uit een rechthoekige lijst, waarin opengewerkte C-voluten.
De 17de-eeuwse doopbekkenhouder (zonder arm) bestaat uit gebogen ribben en wordt afgesloten door een platte band met bolletjes.
In de kerk hangen drie kronen, waarvan twee vermoedelijk uit de 18de eeuw, bestaande uit een geprofileerde stam, opgebouwd uit twee vaasvormen en een bol, waaraan 2 × 6 armen met vetvanger en kaarsenhouder, en èèn vroeg 18de-eeuwse kroon met geprofileerde stam, opgebouwd uit twee vaasvormen en een bol waaraan 2 × 8 armen. De armen eindigen in een krul, die uitloopt in een dolfijnenkop. Halverwege de armen een dolfijnenkop als versiering. Bovenaan de stam drie schildjes met schelpmotief. | |
Klok en uurwerkIn de toren hangt een luid- en slagklok, gegoten door Van Bergen te Heiligerlee in 1948 met een diameter van 115,5 cm. In de tekstband: van bergen heiligerlee Op de mantel: schoonrewoerd - 1948. De door P. van Seest in 1759 gegoten klok is in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan (Inv. 1942/43). Het mechanische torenuurwerk uit omstreeks 1925 is vervaardigd door de firma Weule en afkomstig uit de toren van een in de jaren '70 gesloopte RK kerk te Heer Hugowaard, is geleverd door de firma Elderhorst uit Zoeterwoude en voorzien van een elektrische opwindinrichting. | |
Dorpsstraat 55Aan het noordeinde van het dorp ligt een fraaie boerderij op T-vormige plattegrond, waarvan het woongedeelte van twee bouwlagen onder een schilddak met van sierijzers voorziene hoekschoorstenen ligt. De boerderij is aan de rechterkant onderkelderd. De voorgevel is symmetrisch van indeling met een voordeur met een gietijzeren rooster en een gedeeld bovenlicht, omgeven door een geprofileerde omlijsting, die geflankeerd wordt door twee schuifvensters aan beide zijden, die eveneens van een geprofileerde omlijsting zijn voorzien. Op de verdieping zijn drie vensters aangebracht. De gevel wordt door een gootlijst op houten klossen afgesloten. De linker- en rechterzijgevel van het woongedeelte vertonen vensters als voor. In de rechterzijgevel zijn de kelderlichten met spijlen te zien. In de middentravee zitten aan beide kanten zesruitsvensters met een tamelijk brede middennaald. Aan de linkerkant is een zijdeur aangebracht. Dit bouwblok eindigt aan de achterkant tegen een topgevel met gesneden windveren en een kleine makelaar. De■ Schoonrewoerd, Dorpsstraat 55, opname 1967
daknok van het bedrijfsgedeelte ligt wat lager. Het dak heeft een overstekend schild aan de achterkant. Vensters en deuren zijn, in verband met de beëindiging van het agrarisch bedrijf iets gewijzigd. De oorspronkelijke middenlangsdeelindeling is echter nog zeer goed herkenbaar. De regelmatige indeling van de voorgevel wordt voortgezet in het inwendige. De tot aan de brandmuur van het bedrijfsgedeelte lopende gang is geheel symmetrisch van opzet: op regelmatige afstanden liggen deuren danwel ondiepe nissen tegenover elkaar. De in imitatie eikehout geschilderde deuren hebben een gemarmerde houten omlijsting met kroonlijst met muizetandversiering. De overgang van voor- naar middenhuis wordt door een toog gemarkeerd. Haaks op deze gang komt een dwarsgang uit, die veel eenvoudiger van decoratie is: de deuren hebben wel een geprofileerde omlijsting, maar missen de kroonlijst. Links van de gang liggen twee kamers en suite, beide met een marmeren schouw. De kamer rechts voor heeft eveneens een marmeren schouw. Het hierachter liggende vertrek zal oorspronkelijk als keuken gediend hebben. Hier zit ook de toegang tot de kelder met enkelvoudige balklaag. Een bedstee boven de kelder is geamoveerd. Het bedrijfsgedeelte is gewijzigd. Ankerbalkgebinten verdelen de ruimte in drie vakken. Op het erf staat een bakhuisje met oven en privaat onder een pannen zadeldak met windveren. Achter de boerderij is een grote stenen schuur gezet, eveneens met windveren langs de dakrand. Het complex zal uit het derde kwart van de 19de eeuw dateren. De boerderij is een goed voorbeeld van de eindontwikkeling bij de T-boerderij. | |
[pagina 374]
| |
■ Schoonrewoerd, Dorpsstraat 26, opname 1967
| |
Dorpsstraat 26Een vergelijkbaar, iets vroeger type staat op nr. 26. Het woongedeelte van de T-boerderij telt twee bouwlagen en wordt door een schilddak met hoekschoorstenen afgesloten. De gevels zijn gepleisterd, de voorgevel met ingesneden voegen. De daken zijn met pannen belegd. Onder de middentravee bevindt zich links een kelder. De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft een voordeur met een pilasteromlijsting, die geflankeerd wordt door twee vensters. Deur en vensters hebben een licht getoogd bovenlicht. Op de verdieping zitten drie vierruitsvenstertjes. De gevel wordt door een geprofileerde kroonlijst beëindigd. In de stalgevels zitten vensters van verschillend formaat. De achtergevel heeft gesneden windveren langs de geveltop. Een houten schuur op bakstenen voet is achter aangebouwd. Rechts naast de boerderij bevindt zich een aan de buitenkant toegankelijke kelder, die enigszins boven het maaiveld uitsteekt. De boerderij kan tussen 1860 en 1870 tot stand gekomen zijn. | |
Dorpsstraat 48-50Tussen de gelijktijdig gebouwde voormalige school en pastorie ligt de gereformeerde kerk ver terug ten opzichte van de rooilijn. Op 17 maart 1890 werd de bouwvergunning verstrekt voor de bouw van een kerk voor de dolerende gemeente, onder de voorwaarde dat deze 30 m van de weg kwam te liggen en 250 m van de hervormde kerk. Het gebouw werd een jaar later ingewijd. In 1950 werd het interieur vernieuwd. Het gebouw is opgetrokken uit rode■ Schoonrewoerd, Dorpsstraat 52, met op de achtergrond de Gereformeerde kerk, opname 1976
baksteen. De voorgevel heeft een tuitgevel, die geflankeerd wordt door overhoeks geplaatste pinakels en die wordt verlevendigd door lisenen met uitkragende pinakels en natuursteenbanden. Terzijde zijn rondboognissen met siermetselwerk aangebracht. Boven de ingang zitten twee gekoppelde rondboogvensters en een rond venster. In de zijgevels, die geleed worden door twee maal versneden steunberen, zitten rondboogvensters. Het koor is rechtgesloten (V.d. Berg, Schoonrewoerd, 120; Seinen, S.J., Van Sidewendevelt tot Zijderveld, Goudriaan, 1973, 135 e.v.). | |
KortgerechtKortgerecht is de naam van de polder tussen Schoonrewoerd en Zijderveld, ten oosten van de provinciale weg. Verschillende boerderijen liggen duidelijk hoger ten opzichte van de weg, zoals de nrs. 36 en 42-44. Dit zijn ook de boerderijen die op de kadastrale minuut staan weergegeven. Een oudere, 17de- of 18de-eeuwse oorsprong is thans niet meer afleesbaar. Het voorkomen van de bebouwing is in alle gevallen midden 19de-eeuws of later. | |
Kortgerecht 42-44Iets hoger gelegen boerderij met wolfdak, haaks op de weg gericht, onder een rieten kap. In de asymmetrisch ingedeelde voorgevel zit de via enkele treden toegankelijke deur met bovenlicht links van het midden. De deur, de schuifvensters op de begane grond en de twee vierruitsvensters op de verdieping hebben alle hanekamstrekken. ■ Schoonrewoerd, Kortgerecht 42-44, opname 1976
De boerderij is onderkelderd aan de rechterkant, getuige twee vrij hooggeplaatste kelderlichten in de rechterzijgevel. In de linkerzijgevel is een kapelvormig uitbouw ter hoogte van de keukentravee aangebracht. Deze boerderij zal uit het midden van de 19de eeuw dateren. Op het erf staat een deels houten deels stenen schuur onder een pannen dak. | |
Kortgerecht 48-50Betrekkelijk grote voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond, haaks op de weg onder rieten zadeldak. In de symmetrisch verdeelde voorgevel bevinden zich vier schuifvensters en een middendeur met bovenlicht op de begane grond, twee vierruitsvensters op de eerste en een vierruitsvenster op de tweede verdieping, alle aan bovenzijde voorzien van hanekamstrekken. Links opzij is een kelderlicht zichtbaar. In de linkerzijgevel is een raam gewijzigd en bevinden zich getoogde stalramen. De stalramen in de rechterzijgevel zijn vernieuwd. Het woongedeelte heeft vensters als voor. De boerderij is op een gevelsteen gedateerd: ‘c.d. de leeuw // en // w. de leeuw // 18 1-7 62’. | |
OverboeicopOverboeicop loopt vanaf Kortgerecht in westelijke richting tot Hei- en Boeicop. De bebouwing bevindt zich met name aan de noordzijde (zie ook ‘Nederzettingsgeschiedenis’). De boerderijen liggen met uitzondering van nr. 34 haaks ten opzichte van de weg. Een enkele boerderij is hoger gelegen (nr. 42). De meeste historische bebouwing | |
[pagina 375]
| |
■ Schoonrewoerd, Kortgerecht 48, opname 1976
is echter verdwenen en heeft plaats gemaakt voor modernere bedrijven. Hooi- en schuurbergen komen sporadisch voor (nrs. 24, 46, 52). Hun taak is overgenomen door grote, aan de voorkant open schuren. | |
Overboeicop 46Boerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, haaks ten opzichte van de weg gelegen. De boerderij is met een dubbele kelder aan de linkerkant onderkelderd. In de voorgevel zit de voordeur rechts van het midden tussen T-vensters. Negenruitsvenster op de verdieping. Het voorste deel van de rechterzijgevel is blind op een luik met spijlen na. Ter hoogte van de keukentravee bevindt zich een kapelvormige uitbouw, thans enigszins verbouwd, die vroeger als meidenkamer diende. Het bedrijfsgedeelte was voor veestalling ingericht. De boerderij kan uit de 18de eeuw dateren. De voorgevel is in de 19de eeuw vernieuwd. Op het erf staat een houten schuurberg met zes (afgezaagde) staken. Een houten boenstoepje bevindt zich aan de slootkant. | |
OverheicopOverheicop loopt langs de Huibert van de dorpskern van Schoonrewoerd tot aan de grens van het historische dorpsgebied. De oudste bebouwing ligt aan de noordzijde. Ook nu nog is de zuidkant zeer schaars bebouwd. Drie typen voerdeelboerderijen komt hier voor: op rechthoekige plattegrond, op T-vormige plattegrond en op L-vormige plattegrond. Dit laatste type is het oudste. ■ Boerderij aan Overboeicop 14 te Schoonrewoerd, opname 1975
| |
Overheicop 12-14Boerderij onder rieten wolfdak haaks op de weg gericht. De voorgevel is gepleisterd en is regelmatig ingedeeld met op de begane grond zesruitsvensters en een middendeur met bovenlicht en een driedelig neogotisch venster op de verdieping, uit de bouwtijd. In de linkerzijgevel zitten in het woongedeelte drie vensters als voor en een kelderluik. In de stalgevel zitten getoogde venstertjes met gietijzeren roedeverdeling. De rechterzijgevel heeft eveneens dezelfde vensters als voor en ter hoogte van de middentravee een deur met bovenlicht. Getoogde stalramen in de gevel van het bedrijfsgedeelte. Een brede muurdam tussen de eerste twee vensters duidt de plaats aan van een schouw in het inwendige. De (vernieuwde) achtergevel heeft een houten bovenstuk. De boerderij zal van rond 1860 dateren. Op het erf bevindt zich een houten schuur op bakstenen voet. Leiperen voor de boerderij. | |
Overheicop 16Boerderij met een naar rechts uitgebouwde onderkelderde opkamer tegen tuitgevel, met riet gedekt. Het voorhuis is gepleisterd. In de voorgevel (vernieuwde) vensters van verschillend formaat en een hoger gelegen, via enkele treden toegankelijke deur. Onder de dakrand zit een klein venster waarboven de dakvoet opgolft. In de voorgevel zijn staafankers en vroeg 17de-eeuwse gekrulde ankers toegepast. De rechterzijgevel van het woongedeelte heeft een kelderluik en twee vensters, waarvan het venster in de geveltop in de jaren zeventig van deze eeuw is aangebracht. De stalgevel■ L-vormige boerderij Overboeicop 16 te Schoonrewoerd, opname 1975
aan de rechterzijde is aan het eind van de 19de eeuw, getuige sporen in het metselwerk van de achtergevel, verhoogd en bevat rechthoekige vensters met roedeverdeling. In de linkerzijgevel zit ter hoogte van de keukentravee een kapelvormige uitbouw met deur en venster. De hele linkerzijgevel is overigens blind. In de achtergevel, waarvan het bovenste gedeelte oorspronkelijk een houten top bezat, zijn de grote deeldeuren gedeeltelijk gedicht. Mestdeuren aan de zijkant, hooiluik op de verdieping. In het inwendige zit onder de opkamer een kelder met tongewelf evenwijdig aan de voorgevel, die alleen vanuit het bedrijfsgedeelte toegankelijk is. In de opkamer is een vroeg 17de-eeuwse console met in- en uitgezwenkt profiel (ojief) zichtbaar. De balklaag is weggetimmerd. Ook de middenbeuk en de linkerzijbeuk van het voorhuis zijn verbouwd: de grote schouw en een bedstede links daarvan zijn weggebroken, alleen de indeling is gebleven. Het bedrijfsgedeelte is veel beter bewaard gebleven. Ankerbalkgebinten (deels van eiken, deels van grenehout) verdelen de ruimte tot aan de brandmuur in drie ongelijke vakken. Het vak bij de brandmuur is het kortste en bevat de keukentravee. Er is geen afscheiding tussen deze travee en de rest van het bedrijfsgedeelte. Over de volle breedte van de middenbeuk is de grote schouw met bakoven uit de 17de eeuw. De schildpadtegels in het midden en de witte tegels terzijde dateren uit de 19de eeuw. Links is een gedeelte van de 17de-eeuwse schouwwang zichtbaar. Een kleine doorkijk naar het voorhuis in de schouw is met witte tegels dichtgezet. Rechts van de schouw zit een onderkelderde bedstee. Boven de bakoven is een droogkast. |
|