| |
| |
| |
Lexmond, Achthoven en Lakerveld
Literatuur
■ Aa, A.J. van der, 176; Horden, 93; Horden Jzn., P., Lexmond in oude ansichten, Zaltbommel 1973, Inleiding en 31; Künzel, 223; Teixeira IV(III), 231;
■ De kern van Lexmond volgens de kadastrale minuut uit 1822, met de huidige benaming der straten. Schaal 1:7 500.
Tekening T. Brouwer, 1986
1 Hervormde kerk
2 Pastorie
3 De Drie Snoeken
| |
Lexmond
Nederzettingsgeschiedenis
Het dorp Lexmond bestaat uit een gedeelte van de Lekdijk en een bijna dwars daarop gelegen straat, die vanaf de kerk tot de dijk ‘Dorpsstraat’ heet, maar ten zuiden van de kerk ‘De Laak’ genoemd wordt. Dit gedeelte loopt aan de zuidkant over in het dorp Lakerveld. Haaks op de Dorpsstraat is aan de noordzijde van de kerk de Kortenhoevenseweg gesitueerd, voorheen
■ Lexmond
Luchtfoto, schaal ca 1:6 000, opname 1986
| |
| |
‘Straatweg’ genoemd. Deze straatweg was een tot vlak voor het dorp omstreeks 1814 nieuw aangelegd tracé, onderdeel uitmakend van ‘route imperial’ tussen Amsterdam en Antwerpen.
De vroegste vermelding van Lexmond als ‘Lakesmunde’ dateert uit 1132 (Künzel, 223). Anders dan bij de overige oude dorpen aan Lek en Linge (Everdingen, Helsdingen, Kedichem) is niet de daarlangs gelegen oeverwal bepalend geweest voor de plattegrond, maar de monding van het stroompje de Laak in de Lek. ‘Lake’ uit de oudst bekende naamsvermelding kan geïdentificierd worden met ‘Laak’. Het stroompje liep oostelijk achter de bebouwing aan de Dorpsstraat naar de Lekdijk toe en speelde in het dorpsbeeld zelf nauwelijks een rol. In de jaren '50 van deze eeuw zouden de laatste resten er van opgeruimd zijn (Horden, Inleiding en 31).
Volgens een midden 19de-eeuwse beschrijving waren de meeste inwoners in de landbouw werkzaam en kende het dorp een bescheiden marktfunctie in de vorm van een paardenmarkt (Van der Aa, 176). De relatief brede Dorpsstraat verschafte daartoe de ruimte. Aan deze straat zullen ook de ‘onderscheidene fraaije huizen’ zoals voornoemde beschrijving vermeldt, hebben gelegen. In deze eeuw en dan met name na de Tweede Wereldoorlog heeft het dorp zich vrij fors uitgebreid. Het agrarisch karakter beperkt zich nu vrijwel tot het gebied buiten de bebouwde kom.
In het buitendijkse gebied vormde een zogenaamde kil, het restant van een rivierarm die dicht onder de dijk liep, de Lexmondse haven. Aan het eind van de vorige eeuw beleefde de haven een kleine opleving door het vervoer van landbouwprodukten per schip. Na de overname daarvan door het wegverkeer verviel de functie. Thans is de haven door de recreatievaart in gebruik.
Eveneens buitendijks bevonden zich onder Lexmond twee steenovens, welke uit de 17de eeuw bekend zijn: het Kinderwerk (een stuk uiterwaard van de polder De Eendragt) en Luis den Buidel (op Achthoven), een stuk uiterwaard dat Luistenbuil heet) (Horden, 93). Zij worden op de topografische kaart van 1846/47 al niet meer aangegeven.
Tot het historische dorpsgebied behoren voorts Achthoven en Lakerveld. Achthoven bestaat uit agrarische bebouwing aan de voet van de Lekdijk westelijk van Leksmond. Lakerveld vormde oorspronkelijk een zelfstandige ontginning zuidelijk van Lexmond en is, alvorens daar in 1814 mee te worden samengevoegd, tot dat tijdstip zelfstandig gebleven.
| |
Historisch bebouwingsbeeld
Langs de Dorpsstraat zijn de meeste oudere woonhuizen geconcentreerd. Voor het overige zijn het de voerdeelboerderijen die het straatbeeld bepalen. De hervormde kerk op de kruising van Dorpsstraat en Kortenhoevenseweg is het oudst overgebleven gebouw ter plaatse.
De hieraanvolgend besproken huizen en boerderijen zijn een doorsnede van hetgeen karakteristiek geacht wordt voor het bebouwingsbeeld van het dorp.
Eerst wordt de dorpskom behandeld, daarna het buitengebied.
■ Lexmond, Dorpsstraat 65-67, De Drie Snoeken, opname 1986
| |
Dorpsstraat
De aan beide zijden van de hoofdstraat gelegen stenen huizen zijn in oorsprong veelal 17de-eeuws, maar zonder uitzondering in de loop van de 19de en de 20ste eeuw min of meer ingrijpend verbouwd, danwel vervangen door nieuwbouw. Eèn pand, aan de Kom Lekdijk 1, met muurankers gedateerd ‘1603’, is gereconstrueerd naar vondsten gedaan tijdens de restauratie in 1971-'72. Aan het eind van de Dorpsstraat, bij de Lekdijk, zijn de huizen aan de westkant aanvankelijk èèn bouwlaag hoog met een kapverdieping; dichter naar de kerk toe worden ze met een halve of hele verdieping verhoogd (65-67, 89). De gebouwen aan de oostzijde hebben ook doorgaans èèn bouwlaag met zolderverdieping. De dakvormen en -richtingen verschillen. Naast panden met de daknok evenwijdig aan de straat, met een haaks daaropstaand achterstuk, komen tevens gebouwen in de diepte voor onder schild- of wolfdaken. De oudere panden aan de westkant staan vrijwel zonder uitzondering los van elkaar en zijn door een heel smalle steeg of een ozendrop van het buurpand gescheiden. Aan de andere zijde komt dit verschijnsel vrijwel niet voor. Wel lig- | |
| |
gen er diverse stegen tussen de huizen aan beide zijden, die naar een achterterrein leiden. Waar de zijgevels te zien zijn, vindt men bij veel huizen hele muren of gedeelten opgetrokken uit oudere baksteen, helderrood van kleur en in voorkomende gevallen met klezoren in de koppenlagen op de hoeken, hetgeen een indicatie kan zijn voor een ontstaansdatum vòòr het begin van de 18de eeuw. Gekrulde muurankers, lelieankers of restanten daarvan wijzen eveneens op een bouwdatum in de 17de eeuw (nrs. 68, 109, 117, 125: rechterzijgevel; de nrs. 72, 115, 119 en 133: linkerzijgevel). In de 19de eeuw zijn in diverse gevallen voorgevels vervangen door voor die tijd moderne, met getrokken voegen gepleisterde, al dan niet ingezwenkte, (scherm)gevels (107, 105, 95, 65-67, 84-86), die met geprofileerde kroon- en
gootlijsten worden afgesloten. Huizen werden ook opnieuw op de oude plaats opgetrokken: een verschijnsel dat zich tot in de 20ste eeuw heeft voortgezet. Heel wat interieurs zijn in die tijd ook gewijzigd, waarbij de oude indeling verloren is gegaan. Kom Lekdijk 1 heeft nog een overwelfde kelder met een kolom in het midden.
| |
Dorpsstraat 65-67
Het pand genaamd ‘De Drie Snoeken’, vanouds rechthuis (nr. 65) annex herberg (nr. 67) ligt tegenover de kerk op de plaats waar de Kortenhoevenseweg aanloopt op de Dorpsstraat. Het complex bestaat uit twee aaneengebouwde dwarse huizen van twee bouwlagen onder hoge zadeldaken, evenwijdig aan de straat. De voorgevels zijn van een pleisterlaag met ingesneden voegen voorzien en die van nr. 67 wordt met een geprofileerde kroonlijst afgesloten. Dakkapellen met zijwangen.
Nr. 65 is drie traveeën breed en heeft een lager achtergedeelte onder zadeldak met wolfeind; in de meest rechtse travee is op de begane grond een met een balklaag overdekte doorgang naar het binnenterrein opgenomen. Op de verdieping was de raadzaal, die tot 1936 in gebruik is geweest. Daarna werd in het burgemeestershuis op nr. 82 vergaderd. Inwendig is de begane grond bestraat met klinkers en overdekt met een enkelvoudige balklaag evenwijdig aan de voorgevel. De raadzaal op de verdieping heeft een enkelvoudige balklaag haaks op de voorgevel en een balie met gietijzeren balusters. De achteraanbouw is gedeeltelijk vernieuwd in betonsteen.
Nr. 67 is vier traveeën breed en heeft een lagere achteraanbouw onder wolfdak ter breedte van het voorste stuk. Een smallere aanbouw daar weer achter is vroeg 20ste-eeuws, maar staat ter plaatse van een oudere opstal, die ten tijde van de kadastrale minuut (1822) daar ook al aanwezig was. In de voorgevel schuiframen op begane grond en verdieping en een ingangspartij met pilasteromlijsting. In het inwendige ligt rechts achter een kelder met ribloze kruisgewelven overdekt. In het voorste deel is rechts een winkel afgescheiden. De indeling van de begane grond is in het begin van de 19de eeuw gewijzigd, toen de scheidingsmuur met het achterhuis ter hoogte van de kelder is weggebroken. Bij die gelegenheid is vermoedelijk de huidige schouw in het voorste stuk aangebracht.
Beide panden dateren zeker uit de 17de en misschien wel uit het eind van de 16de eeuw. Sporen daarvan zijn te vinden in het metselwerk van de geveltop aan de linkerzijkant, een 17de-eeuws kozijn in de achtergevel van het voorhuis van nr. 67 en de kelder. De huizen zijn in het begin van de 19de eeuw verbouwd, waarbij balklagen, voorgevels en indelingen werden gewijzigd. In de 20ste eeuw zijn achterbouwen gerealiseerd, is de raadzaal opnieuw ingericht en is de afscheiding met de winkel rechts voor gerealiseerd.
| |
Dorpsstraat 91 en 95
Twee vergelijkbare diepe panden van oorspronkelijk één bouwlaag, waarbij de voorgevel in de 19de eeuw hoger is opgetrokken, waardoor er aan de voorkant schijnbaar sprake is van een twee verdiepingen hoog huis. Beide liggen zij onder een wolfdak met de daknok haaks ten opzichte van de straat en hebben zij een gepleisterde schermgevel aan de voorzijde. Kroonlijst met goot op klosjes. De 19de-eeuwse indeling van de voorgevel van nr. 91 is beter bewaard gebleven dan die van nr. 95, zij het dan dat het benedenvenster voor de winkelfunctie is vergroot. De gevels zijn gepleisterd. De huizen zijn, ondanks de moderniseringen in later tijden zonder twijfel van 17de-eeuwse oorsprong.
■ Lexmond, Dorpsstraat 105-107-109, opname 1988
| |
Dorpsstraat 105
19de-eeuws pand van drie traveeën breed onder schilddak haaks ten opzichte van de straat. De voorgevel is ingezwenkt en wordt door een geprofileerde kroonlijst afgesloten. In het pleisterwerk zijn de voegen ingesneden. Twee vensters zitten op de verdieping.
| |
Dorpsstraat 107
Vergelijkbaar met 105 is het onderhavige huis van vier traveeën breed onder met blauwe pannen gedekt schilddak, dat haaks ligt ten opzichte van de straat. Ozendrop aan weerszijden. De 19de-eeuwse ingezwenkte en met een geprofileerde kroonlijst afgesloten voorgevel is van een pleisterlaag met getrokken voegen voorzien. Hoewel de baksteen aan het oog onttrokken is door de pleisterlaag aan de gevels, zal het gebouw, gezien de bouwmassa van oorsprong 17de-eeuws kunnen zijn. De indeling van de begane grond is gewijzigd;
■ Lexmond, Dorpsstraat 115-117, opname 1988
| |
| |
op de verdieping zitten de twee vensters op de oorspronkelijke plaats.
| |
Dorpsstraat 115-117
Betrekkelijk groot huis van een bouwlaag met het voorste stuk onder een zadeldak met de daknok evenwijdig aan de straat. Het achterstuk ligt onder een op het zadeldak aanlopend schilddak. Het pand is gesitueerd aan een steeg. In de 17de eeuw was op deze plaats de herberg ‘de Drie Baersen’ gevestigd.
De voorgevel heeft een 19de-eeuws uiterlijk. Hij is gepleisterd, heeft zesruitsvensters en twee dakkapellen.
Het muurwerk van de linkerzijgevel is in het zicht. Het voorste deel vertoont het gebruik van een helderrode baksteen, met sporen van vlechtingen van een lagere kap. Het achterste gedeelte is opgetrokken uit een donkerder baksteen, waarin klezoren zijn verwerkt op de hoeken. In het inwendige bevindt zich een enkelvoudige balklaag evenwijdig aan de voorgevel.
| |
Dorpsstraat 137
In oorsprong vroeg 17de-eeuws pand van een bouwlaag met een tamelijk hoog zadeldak evenwijdig aan de straat en een haakse achterbouw. Een ozendrop zit aan de linkerkant.
Rechts is de trapgevel gemeenschappelijk met Kom Lekdijk 1. Hoekschoorsteen links. De indeling van de gepleisterde voorgevel is in het begin van de 20ste eeuw gewijzigd. Toen zijn tevens de dakkapellen aangebracht. In de linker geveltop is oud baksteenwerk met gekrulde muurankers zichtbaar. In het inwendige ligt de samengestelde balklaag evenwijdig aan de voorgevel. De constructie van de kap is van eikehout. De onder Kom Lekdijk 1 liggende kelder met middenkolom is vanuit dit huis toegankelijk. Het huis kan uit de vroege 17de eeuw dateren en is iets eerder of tegelijk gebouwd met het rechterbuurpand, dat in de gevel ‘1603’ is gedateerd. Het huis nr. 137 is in de 19de en 20ste eeuw gewijzigd.
| |
Dorpsstraat 50
Pand doorlopend in hoekpand Kortenhoevenseweg 1, onder dak met
■ Lexmond, Dorpsstraat 50 / hoek Kortenhoevenseweg, opname 1988
schild voor en tuitgevel achter. De voorgevel is gepleisterd en heeft dezelfde geprofileerde kroonlijst als het naastliggende huis aan de Dorpsstraat. De benedenverdieping is doorgebroken, boven zitten nog drie 19de-eeuwse vensters. In de achtergevel zijn drie lelievormige muurankers zichtbaar. Het huidige voorkomen van het huis is 19de eeuws; vermoedelijk is het oorspronkelijk ouder, mogelijk uit de 17de eeuw. Het buurpand onder schilddak, dat de ingang aan de Kortenhoevenseweg heeft, lijkt niet van een oudere ontstaansdatum te zijn, zowel de uitwendige, als de inwendige afwerking duiden op een midden 19de-eeuwse bouwdatum.
| |
Dorpsstraat 54
Op de kadastrale minuut staat dit huis aangeduid als pastorie. Het is een dwars huis van een bouwlaag met kapverdieping
■ Lexmond, Dorpsstraat 82, voormalige burgemeesterswoning en gemeentehuis, opname 1988
onder zadeldak met blauwe pannen. De voorgevel is van een pleisterlaag met blokversiering voorzien; in de rechterzijgeveltop is oud baksteenwerk zichtbaar. De voorgevel van vier traveeën breed is asymmetrisch van indeling met de deur met pilasteromlijsting rechts van het midden. Ook dit pand is 19de eeuws in voorkomen, maar zal van oorsprong ouder, mogelijk 17de-eeuws, zijn.
| |
Dorpsstraat 82
Voormalige burgemeesterswoning en gemeentehuis. Pand van vijf vensterassen breed onder schilddak, dat aan de achterkant een wolfeind heeft, haaks ten opzichte van de straat. De voorgevel is, evenals de overige gevels, gepleisterd en wordt door een geprofileerde kroonlijst afgesloten. Op de hoeken eenvoudige hoekrisalieten. Oorspronkelijk zat de ingang in het midden van de voorgevel. Het gebouw is thans sterk verbouwd en de indeling is gewijzigd.
Aan de achterkant is een fraaie rondboog toegang met pilasters en een gesneden bovenlicht uit het begin van de 19de eeuw bewaard gebleven. Het links ervan gelegen gebouw onder schilddak is het voormalige koetshuis.
| |
Dorpsstraat 90
Samengesteld pand, bestaande uit een dwarshuis aan de Dorpsstraat en haaks daarop een eenbeukig gedeelte, dat parallel loopt aan de Lekdijk. Een achter de onderkelderde opkamer liggend gedeelte is afgebroken.
Het dwarse voorste deel van een
| |
| |
■ Lexmond, Dorpsstraat 90, opname 1988
bouwlaag ligt onder een dak met schild links en tegen een tuitgevel rechts. In de voorgevel zit een sprong. Rechts daarvan bevindt zich een onderkelderde opkamer, keldervenster in de zijgevel; links zitten twee vensters en een voordeur. De voorgevel is aan het eind van de 19de eeuw gepleisterd. In de rechterzijgevel (waarvan het muurwerk is vernieuwd) en de achtergevel zijn 17de-eeuwse muurankers zichtbaar.
In het inwendige heeft de linkervoorkamer een enkelvoudige balklaag evenwijdig met de voorgevel, met een geprofileerde 17de-eeuwse console. Hier was vroeger de trap naar boven gesitueerd. De opkamer boven de kelder met tongewelf heeft de enkelvoudige balklaag haaks ten opzichte van de voorgevel. Dezelfde enkelvoudige balklaag met console als voor bevindt zich in de er achter liggende keuken.
| |
Kom Lekdijk 1
Op de hoek van de Lekdijk en de Dorpsstraat liggend en tegen Dorpsstraat 137 aangebouwd dwars huis onder zadeldak tussen puntgevels met schouderstukjes. De linker zijgevel is in feite de rechterzijgevel van nr. 137, zodat de veronderstelling voor de hand ligt dat de huizen vroeger ooit bij elkaar gehoord hebben.
In de jaren '60 is het huis gereconstrueerd, waarbij het van een pleisterlaag ontdaan is. Daarbij kwamen in de voorgevel sporen van kruiskozijnen met de driehoekige bakstenen frontons tevoorschijn. de jaartalankers met 1603 waren voordien al zichtbaar. Muizetandlijst onder de houten gootlijst. In de rechterzijgevel een deur en kloosterkozijn met kleine strek. Op de
■ Lexmond, Kom Lekdijk 1 en Dorpsstraat 137, opname 1986
verdieping een kloosterkozijn en lelieankers. In de achtergevel zijn sporen van een dichtgezet venster zichtbaar. In het inwendige bevindt zich een overwelfde kelder met een kolom, die vanuit het buurpand toegankelijk is, een tweede bewijs dat de twee huizen ooit een geheel hebben gevormd.
| |
Kortenhoevendijk
Langs de Kortenhoevendijk ligt een aantal in oorsprong betrekkelijk oude (16de- en 17de-eeuwse) boerderijen. Een daarvan is in jaartalankers ‘1648’ gedateerd (nr. 5-5A), een datering die overeenkomt met het metselwerk van de voorgevel, waarin boven het middenvenster en voordeur ontlastingsbogen voorkomen. De nrs. 6, 11 en 17 liggen op een L-vormige plattegrond. Opmerkelijk zijn de hoge kelders bij nr. 6 en 11.
Aan het begin van de Kortenhoevendijk lag buitendijks het stenen huis Killesteyn, dat in de 19de eeuw is afgebroken. Bij Van der Aa wordt het in 1845 al niet meer genoemd.
| |
Kortenhoevendijk 6
Deze in oorsprong laat 16de- of vroeg 17de-eeuwse boerderij op L-vormige plattegrond is in het eerste gedeelte al uitvoerig ter sprake gekomen.
| |
Kortenhoevendijk 11
Op enige afstand van de dijk gelegen L-vormige boerderij, uit twee delen samengesteld: het hoger opgetrokken rechterstuk ligt onder een met pannen gedekt zadeldak en is onderkelderd. Het linkerdeel, waaraan het bedrijfsgedeelte is vastgebouwd, heeft een rieten kap met een laag schild aan de zijkant en wolfeind achter.
Het rechterdeel van het woongedeelte heeft aan het eind van de 19de eeuw een modernisering ondergaan, waarbij het naar rechts is uitgebreid en wat is verhoogd. Tevens is de gevel gepleisterd met getrokken voegen en afgewerkt met een eenvoudig geprofileerde gootlijst. Aan het oudere, uit rode baksteen opgetrokken (18de-eeuwse?) linkergedeelte zijn de vensters alle gewijzigd.
De linkerzijgevel is, op een klein luikje na, blind. De rechterzijgevel van het bedrijfsgedeelte heeft betonnen stalraampjes. De achtergevel heeft deeldeuren, mestdeuren, stalramen en hooiluik met een rondboogbeëindiging.
| |
| |
■ Lexmond, Kortenhoevendijk 11, opname 1987
In het inwendige een kelder met dubbel tongewelf tot halverwege onder het rechtergedeelte. De stal wordt door een ankerbalkgebint in drie beuken verdeeld.
| |
Kortenhoevendijk 17
De uit rode baksteen opgetrokken boerderij op L-vormige plattegrond is onderkelderd aan de linkerkant. In het (diverse malen gewijzigde) metselwerk van de voorgevel zitten klezoren in de koppenlagen aan de linkerzijde en rechts naast een der vensters. De indeling van de voorgevel is als volgt: twee hoogeplaatste zesruitsvensters met iets getoogde ontlastingsbogen boven de vensters, twee grote zesruitsvensters en een klein zesruitsvenster uiterst rechts. Zoldervenster in de dakrand, die daarboven opgolft. Een muizetandlijst zit onder het linkerdeel van de dakrand. De rechterzijgevel is in het begin van de 20ste eeuw beklampt.
De deur en de vensters zijn eveneens van die tijd. De linkerzijgevel van het woongedeelte eindigt tegen een puntgevel en heeft klezoren in de koppenlagen. Ter hoogte van de keukentravee zit een uitgebouwde erker met een deur en venster op de begane grond en een klein venster in de geveltop. De stalgevel tegen wolfeind heeft de bekende
■ Lexmond, Kortenhoevendijk 17, opname 1987
middenlangsdeel verdeling met grote deeldeuren in het midden, hooiluik op de verdieping en mestdeuren terzijde. In het inwendige een kelder met ribloos kruisgewelf.
De boerderij dateert in oorsprong uit de 17de eeuw en is in de 19de en 20ste eeuw gewijzigd.
| |
Kortenhoevenseweg
De Kortenhoevenseweg loopt van de kruising met de Dorpsstraat in westelijke richting. Op de kruising ligt de hervormde kerk.
| |
Hervormde kerk, Kortenhoevenseweg 4
Geraadpleegde archieven
■ archieven RDMZ
| |
Literatuur en bronnen
■ A.A.U. deel LX, Utrecht 1936; Dekker, 325; Heeringa, K. Rekeningen van het Bisdom Utrecht, deel II, Utrecht 1932, 283; De Hervormde Kerk van Lexmond. Uitgegeven ter gelegenheid van de aktie ten bate van de restauratie van het kerkorgel in augustus 1980; Horden, P., Grafstenen in de kerk van Lexmond, In het land van Brederode, 1983, nr. 3/4, 15-18; Janssen, G., De gerestaureerde Hervormde Kerk van Lexmond, Het Maandblad van de vereeniging van kerkvoogden in de Nederlandsche Hervormde Kerk, 1958, 2961-2962; Joosting en Muller, I, 83; idem II, 389; Mededeelingen van de Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst. Eerste deel, tweede aflevering, 's-Gravenhage 1878; Provinciale Zuidhollandsche archeologische Commissie. Verslag over 1927;
■ Lexmond, hervormde kerk, exterieur vanuit het noordwesten, na de restauratie, opname 1977
| |
| |
| |
Type en ligging
De uit rode baksteen opgetrokken kruiskerk heeft een eenbeukig schip van vijftraveeën lang, een lager transept en een dito driezijdig gesloten koor. Vrijwel onversierde westtoren van vier geledingen met balustrade en slanke spits.
De kerk ligt in de dorpskern aan de oostzijde van de Dorpsstraat, op de kruising met de Kortenhoevenseweg.
| |
Geschiedenis
Wanneer en door wie de kerk is gesticht en of er, zo ja wie de patroonheilige was is echter niet bekend. Een zekere vermelding van een kerk te Lexmond dateert uit omstreeks 1225 (Dekker, 325). Zij viel onder de kapittels van de Dom en Oudmunster, later onder dat van Oudmunster (Joosting en Muller, II, 389). Een expliciete vermelding van een parochiekerk in Lexmond dateert van 1345 (A.A.U, LX, 89). Vanaf 1395 komt zij in de rekeningen van de Domfabriek voor (Joosting en Muller I, 83). In 1569 is er sprake van een St. Jacobsaltaar in de kerk. Niet duidelijk is of het hier de patroonheilige betreft (Heeringa, II, 283). In 1581 ging de gemeente tot de Reformatie over.
Van de huidige kerk zijn de toren en het koor zonder steunberen de oudste onderdelen; zij kunnen uit de eerste helft van de 14de eeuw dateren. Bij de laatste restauratie is tegen de toren de dakmoet van een ouder schip aangetroffen. Het huidige schip stamt uit de tweede helft van de 14de eeuw. De transepten zijn in het begin van de 15de eeuw (?) op de huidige diepte gebracht of mogelijk zelfs nieuw aangebracht. Het 15de-eeuwse transept kreeg dezelfde nokhoogte als het koor. Teneinde het verschil in nokhoogte tussen schip en transept op te vangen werd een topgevel gebouwd òp de trekbalk van het schip, die het dichtstbij het transept lag. Aan de zijde van het schip steunde de kapconstructie van het transept op twee uitgekraagde voeten, die aanvankelijk door schoren en later door twee zware pijlers werden ondersteund. Bij de restauratie in de jaren '50 is deze constructie geamoveerd. Aan het eind van de 15de, begin van de 16de eeuw heeft de toren een spits gekregen, die sterk leek op die van de hervormde kerk te Spijk, maar die bij de laatste restauratie wegens de slechte staat vervangen moest worden.
Over de verdere bouwgeschiedenis is
■ Lexmond, hervormde kerk vanuit het noordwesten in het begin van de 20ste eeuw, met de noordelijke ingang en de zware steunberen tegen de toren
weinig bekend. De Tegenwoordige Staat meldt in 1749 dat de kerk ‘vrij oud’ is en een vierkante toren met een achtkante spits heeft, waarvan het muurwerk zwaar is bijgemetseld. Hiermee zullen de zware haakse steunberen bedoeld zijn, die tegen de toren stonden en die bij de laatste restauratie verwijderd zijn.
Tegen het zuidertransept stond een vermoedelijk 18de- of vroeg 19de-eeuwse aanbouw die diende als stovenhok en brandstofopslag. Op de kadastrale minuut uit 1822 is de aanbouw duidelijk waarneembaar. Na 1954 is deze aanbouw door een nieuw consistoriegebouw in 17de-eeuwse vormgeving vervangen.
In het midden van de 19de eeuw vonden omvangrijke herstellingen en wijzigingen aan de kerk plaats. Bestaande ingangen en vensters werden dichtgezet. Aan de noordzijde van het schip werden de steunberen weggebroken en werd een nieuw toegangsportaal gemaakt met het jaartal 1852 in de sluitsteen. Een kleiner toegangsportaal werd aangebracht in de noordgevel van het koor. Houten ramen werden geplaatst in het schip. Waarschijnlijk is toen ook het exterieur van het schip met een pleisterlaag afgewerkt. De eerste travee van het schip werd dichtgeplankt en kwam in gebruik als gemeentelijke opslagruimte voor onder andere de brandspuit. Ook het koor werd met een houten schot afgesloten van het transept. Daar werd de consistorie in onder gebracht. De west- en zuidingang onder de toren waren afgesloten. In de torenruimte op de begane grond bevond zich een gevangenis.
In 1874 deed de gemeente Lexmond de toren restaureren (Mededeelingen Rijksadviseurs, 9). Waarschijnlijk werd er toen onder andere een balustrade aangebracht.
In de jaren 1927-'28 werd de 19de-eeuwse pleisterlaag voor een gedeelte weer verwijderd (Prov. Archeologische Commissie, 13). De rest volgde in 1939. Het muurwerk van de kerk werd daarbij volgens deskundigen bij het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, op onoordeeldkundige wijze, hersteld.
| |
Restauratie
De technische staat van het kerkgebouw bleek in de jaren '40 van deze eeuw slecht te zijn. In 1947 moest de topgevel van het zuidtransept gestempeld worden en de noordmuur van het schip bleek te verzakken, vermoedelijk te wijten aan de verwijdering van de steunberen in de 19de eeuw. De op een trekbalk rustende boog tussen schip en transept vertoonde scheuren en de dakbedekking en -constructie waren slecht. Restauratieplannen werden ontwikkeld door ir. J.B. Baron van Asbeck. De restauratie ging op 18 oktober 1954 van start, met als aannemer de firma L. Woudenberg & Zonen te Ameide. Bij die restauratie werd het hele dak vernieuwd en de schipkap werd doorgetrokken over de kruising waarbij de eindgevel met boog werd verplaatst van de scheiding schip/transept naar de scheiding koor/transept, de plaats van de oorspronkelijke triomfboog. Het vloerpeil werd met 30 cm verlaagd tot de oorspronkelijke hoogte. De aanbouw aan het zuidertransept werd door een nieuwe consistorie in aangepaste vormen vervangen. De ramen werden gewijzigd volgens in het werk aangetroffen sporen. De toegangen uit de 19de eeuw maakten plaats voor toegangen in een aan de bouwtijd aangepaste vormgeving.
Op 11 mei 1957 begon de restauratie van de toren, waarbij het ingangsportaal weer overwelfd werd, een nieuwe balustrade werd aangebracht en de hele houtconstructie van de spits vernieuwd is. De gevangenis werd geruimd en een nieuw traptorentje werd
| |
| |
■ Lexmond, noordoostkant van het koor van de hervormde kerk, voor de restauratie. De daknokkken van transept en koor liggen op dezelfde hoogte, de hogere triomfboog bevindt zich nog op de scheiding van transept en schip, opname 1954
tegen de toren gebouwd. Op 27 februari 1958 werd de kerk weer in gebruik genomen.
| |
Exterieur
De kerk en toren zijn opgetrokken uit rode baksteen. Aan de toren is op de hoeken tufsteen verwerkt.
Formaat baksteen aan toren: 28,5 × 13-14 × 6 cm, 10 lagen = 78,5 cm.
Aan schip twee soorten baksteen: geel-rode onder de waterlijst, formaat: 28-29 × 13,5 × 5,5-6 cm, 10 lagen = 72 cm en rode boven de waterlijst, formaat: 28 × 12-13,5 × 6 cm, 10 lagen 65 cm.
Aan zuidgevel transept: 25,5-27 × 12-13 × 6,5 cm, 10 lagen = 72 cm
Aan koor:
27-29 × 12,5-14 × 6 cm, 10 lagen = 86 cm.
De daken zijn met leien in Rijnse dekking belegd.
■ Lexmond, noordoostkant van het koor van de hervormde kerk, na de restauratie. De triomfboog is verplaatst naar de scheiding van koor en transept, opname 1977
De toren bestaat uit vier ongedecoreerde geledingen en wordt bekroond door een balustrade en een achtzijdige slanke spits. Op de begane grond zijn drie spitsboogvormige doorgangen. Aan de voorzijde, rechts van de doorgang bevindt zich een diepe getoogde nis. Boven de toegangsdeur naar het kerkschip een houten latei op natuurstenen consoles met gebeeldhouwde kopjes, die bij de restauratie zijn aangebracht. In de derde geleding bevinden zich aan iedere zijde gekoppelde galmgaten in een spaarveld. Moderne traptoren op de hoek tussen zuidkant van de toren en westwand schip.
Het kerkschip sluit iets boven de onderkant van het galmgat, tegen de toren aan. Spitsboogvensters met gaffelvormige tracering en ongeprofileerde dagkanten. De waterlijst onder de vensters loopt als cordonlijst door over de tweemaal versneden steunberen. In de noord- en zuidgevel zit in de vierde travee vanaf de toren een getoogde ingang in spitsboogomlijsting. Transepten met tuitgevels en vensters met geprofileerde dagkanten, waterlijst en overhoekse, driemaal versneden steunberen. Op de zuidwestelijke transeptmuur zit een kruisvormig metselteken. Ook het koor heeft vensters met geprofileerde dagkanten en deels nog originele gaffelvormige traceringen, alsmede een klein venster naast de consistorie. De getoogde nis in de noordmuur van het koor is bij de restauratie aangebracht op basis van sporen in het metselwerk. Mogelijk is het eens een doorgang geweest. Met uitzondering van het koor staat de hele kerk op een iets uitgemetselde plint. Geprofileerde bakstenen gootlijsten aan schip en koor.
| |
Interieur
De begane grond van de toren is met een gemetseld gewelf met vier ribben overdekt, dat bij de restauratie is gereconstrueerd. De overige verdiepingen hebben een houten zoldering.
De kerkruimte wordt overdekt met houten tongewelven en trekbalken op korbeelstellen, die uitkomen op geprofileerde consoles. Sleutelstukken met peerkraalprofiel zijn onder de balken aangebracht. In het koor gaan de gewelfribben over in muurstijlen die ook hier eindigen op kleine consoles. Bij de restauratie is de kerkruimte vergroot door het weghalen van de in de 19de eeuw aangebrachte houten schotten, hetgeen gevolgen had voor de opstelling van de inventaris. Het orgel staat nu tegen de torenwand, de
| |
| |
■ Lexmond, hervormde kerk, inwendige naar het westen, opname 1977
preekstoel met doophek tegen de zuidoostelijke vieringpijler. De ruimte van schip en transept is gevuld met rechte banken en stoelen, in het koor staan wat losse stoelen en de tafel opgesteld. De kerk bevat nog enige fraaie inventarisstukken.
| |
Preekstoel en doophek
De vierkante staande eikehouten preekstoel in Lodewijk XVI-stijl dateert waarschijnlijk uit 1852 en bestaat uit een klankbord, ruggeschot, kuip, voet en trap. Het klankbord is versierd met een eierlijst en wordt bekroond door een opengewerkte, opstaande lijst. Rechthoekig ruggeschot van paneelwerk. De kuip is van paneelwerk en heeft afgeschuinde hoeken, waarop afhangende festoenen van bloemkelkjes. Op de drie voorste panelen -de vierde staat tegen de wand- een medaillon, waarvan de bovenzijde versierd is met een hangend bloemfestoen aan een strik. Het fries van de kuip is versierd met een eierlijst, de voetlijst met ranken. De voet is vierkant. De overgang van voet naar kuip heeft vier ribben, versierd met bladwerk. De trap is halfrond en heeft platte spijlen. De houten lezenaar heeft een geschulpte rand.
De preekstoel, die van een roodbruine verflaag was voorzien in de 19de eeuw, is bij de restauratie door de firma J.J. van den Ende uit Schoonhoven hiervan ontdaan en opgesteld tegen een pilaar van de (verplaatste) triomfboog.
Rondom de preekstoel staat een bijbehorend eikehouten doophek met houten lezenaar. Het doophek is van paneelwerk.
■ Lexmond, hervormde kerk, inwendige naar het oosten, opname 1977
Op de schachten van de pilasters tusssen de panelen hangen bladfestoenen. Op de panelen medaillons als op de preekstoel of lamberkijns.
| |
Orgel
Het orgel in een rijk bewerkte kas in Lodewijk XVI vormen dateert uit 1791, is gebouwd door J.S. Strümpfler en is geschonken door de ambachtsheer en -vrouwe.
Het hoofdwerk staat opgesteld op een gaanderij, die rust op vier gemarmerde zuilen. Het hoofdwerk bestaat uit drie torens, waarvan de middelste hoger is dan de buitenste twee. Op de buitenste staan vazen. Op de middelste een obelisk, versierd met een krans en twee bazuinen. Tegen de bladconsole van de middentoren de alliantiewapens van de ambachtsheer Anthonie van den Bergh en zijn echtgenote Elizabeth Pot. In de klauwstukken zijn muziekinstrumenten verwerkt.
| |
Muurschildering
Bij de laatste restauratie is tegen de zuidmuur van het koor een muurschilderingfragment tevoorschijn gekomen, voorstellende wimbergen met hogels en kruisbloemen.
| |
Grafzerken
De bij de restauratie aangetroffen zerken en zerkfragmenten zijn in het koor gelegd. Zij dateren uit de periode van 1570 tot 1793.
| |
Borden
Schuttersbord tegen noodoostelijke transeptmuur
Het in 1695 door de schutters van Lexmond geschonken en door J. Munnickhof gemaakte bord werd in 1957 opnieuw geschilderd door J.R. van Nijendaal uit Wijk bij Duurstede. Bord met in trompe l'oeil geschilderde aedicula, wapens en voluutrand, bekroond door helmen, als omlijsting van Onze Vader tekst. Aan weerszijden van de zuilen de wapens van de schutters die het bord schonken met hun namen. Onder de aedicula schutterijattributen als vaandels, trommels, lansen, bazuinen en een cartouche met: ‘De Schutters van Lexmont // Door liefde hiertoe gedreven // Hebben Christi Gebet // En al dit werck gegeven’.
Het bord is gesigneerd: ‘J. van Munnickhof fecti 1695’ waaraan toegevoegd ‘Gerestaureerd 1957 J.R. van Nijendaal’.
Twee zwartgeschilderde, houten psalmborden met gouden letters, uit de tweede helft van de 17de eeuw, waarboven een opengewerkte versiering.
Rechthoekig rouwbord met wapens van het geslacht Van Brederode van 1633-1764 in de vorm van een aedicula, bekroond door een halfcirkelvormig fronton met voluten.
| |
Koper
Bij de preekstoel staat op een moderne houten voet een doopbekkenhouder uit de tweede helft van de 17de eeuw, gemonteerd met koperen bol met schroefdraad. De houder bestaat uit gebogen, licht geschulpte ribben en een geschulpte band, waaraan bolletjes hangen.
In de kerk hangen vier koperen kronen, waarvan er twee in ieder geval dateren uit de tweede helft van de 17de eeuw.
De twee 17de-eeuwse kronen hebben een geprofileerde stam met afgeplatte bol, paddestoelvorm en onderaan een zware bol, waaraan tweemaal acht armen. Bovenop de ene kroon drie beschilderde schildjes met:
1) | gedeeld, met wit en rood veld |
2) | op blauw staande man in rode cape |
3) | tekst, ‘Deze kroon is Gegeven van de Jongelieden van Lexmond en Lakerveld’ |
Op de andere kroon schildjes met:
1) | zwartgeschilderd |
2) | op blauw staande vrouw in rode cape |
3) | tekst, ‘Deze kroon kompt toe aan
|
| |
| |
| Diaconie Armen van Leksmond en Lakerveld’ |
■ Lexmond, hervormde kerk, 17de-eeuws torenuurwerk, opname 1987
De derde kroon, als de vorige, maar zonder schildjes.
De vierde kroon, bestaat uit een geprofileerde stam opgebouwd uit paddestoelvorm, langgerekte vaasvorm en onderaan een zware bol, waaraan tweemaal acht armen.
Klokken en uurwerk
In de toren hangt een luid- en slagklok, die in 1946 door Petit & Fritsen is gegoten, met een diameter van 131,2 cm. In de tekstband: soli deo gloria gegoten 1734 versmolten 1940-1945 vervangen 1946. Op de mantel: petit et fritsen me fuderunt.
De in 1734 door N. Muller gegoten klok is in de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan (Inv. 1942/43).
Elektrische uurwerkinstallatie. Het 17de-eeuwse, smeedijzeren torenuurwerk staatin de toren, maar is buiten gebruik. De bijbehorende natuurstenen gewichten liggen op de torenvloer.
| |
Kortenhoevenseweg 41-43
Boerderij ‘Killestein’. Boerderij op T-vormige plattegrond onder pannen zadeldak (voor) en rieten wolfdak (achter). Volgens de gevelsteen,
■ Lexmond, Kortenhoevenseweg 41-43, boerderij ‘Killestein’, opname 1989
rechts onder aan de voorgevel dateert de boerderij uit 1837. Het woongedeelte is voornaam van afmetingen, vijf gevelopeningen breed en drie gevelopeningen diep. De voorgevel is symmetrisch van indeling en wordt door een geprofileerde kroonlijst en goot afgesloten. De voordeur heeft een pilasteromlijsting en wordt geflankeerd door twee zesruits- schuiframen. Op de verdieping drie vierruitsvensters en twee blindnissen. De rechterzijgevel heeft in het woongedeelte vensters op de begane grond en de verdiepingen als voor. In de achtergevel zijn de deel- en mestdeuren en vensters van een ronde beëindiging voorzien, evenals het hooiluik op de verdieping, een vorm die in deze buurt wel vaker voorkomt.
| |
Laak
Ten zuiden van de kerk, aan De Laak, is de bebouwing altijd minder dicht geweest, getuige de weergave op de kadastrale minuut van 1822. In tegenstelling tot de Dorpsstraat is de aard van de bebouwing aan De Laak meer agrarisch van karakter. Hier staan ondermeer vier grote, in oorsprong 17de-eeuwse boerderijen van het type met de korte stal, dat in de Vijfheerenlanden veelvuldig aangetroffen wordt (De Laak 14, 24, 26 en 27) en een jonger type boerderij met dwars gebouwd voorhuis uit het midden van de 19de eeuw (nr. 33) tussen overigens weinig opmerkelijke huizen en bedrijfsgebouwen. Het stroompje De Laak, dat aan de westkant liep, is gedempt.
| |
De Laak 27
Iets hoger gelegen voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond, opgetrokken uit rode baksteen en liggend onder een rieten wolfdak. De boerderij is aan de linkerkant onderkelderd met een kelder met tongewelf. In de voorgevel van links naar rechts een onderkelderde opkamer met negenruitsvenster, voordeur met bovenlicht, een groot 24-ruits venster en een kleiner twaalfruits venster uiterst rechts. Op de verdieping een bolkozijn. Klezoren zitten in het metselwerk aan de linker en rechterkant. Vlechtingen langs de dakrand en rechte en gebogen muurankers.
De rechterzijgevel heeft een venster waarboven de dakrand iets is opgelicht. Twee kleine vensters in het bedrijfsgedeelte. Halverwege zit een bouwnaad in het metselwerk.
De linkerzijgevel is voor het eerste deel blind en heeft een stroomlaag onder de dakrand. Overigens is deze gemoderniseerd met nieuwe vensters. Het inwendige is verbouwd. Gezien de aard van het metselwerk zal de boerderij uit de 17de eeuw dateren.
Op het erf staat een hooiberg.
■ Lexmond, De Laak 27, opname 1967
| |
De Laak 31-33
Uit rode baksteen opgetrokken boerderij met dwarsgebouwd voorhuis onder met pannen gedekt dak tussen puntgevels. Het lange bedrijfsgedeelte heeft een rieten kap. De boerderij is aan de linkerkant onderkelderd. De voorgevel staat op een met ruiten beschilderde plint en wordt door een houten geprofileerde gootlijst afgesloten. Zij is onregelmatig van indeling met een onderkelderde opkamer links, een voordeur met bovenlicht en twee vensters rechts daarvan. Rechte strekken boven de ven- | |
| |
sters en de deur. Staafankers. In de rechterzijgevel bevindt zich de toegang tot de keukentravee. Lage stalramen met luiken. De achtergevel heeft de bekende middenlangsdeel verdeling met mest- en deeldeuren, de laatste geflankeerd door stalramen en een hooiluik op de verdieping. In het inwendige heeft de opkamer een bedstedewand.
Op het erf staat een vrijstaande houten hooischuur onder pannen zadeldak.
| |
De Laak 24
Deze kleine voerdeelboerderij is in het eerste gedeelte ter sprake gekomen. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
| |
De Laak 26
Grote voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, scheluw ten opzichte van de weg geplaatst. De boerderij is opgetrokken uit rode baksteen en is aan de linkerkant onderkelderd. In de voorgevel van vier gevelopeningen breed, zit de voordeur met bovenlicht links van het midden. Links daarvan een onderkelderde opkamer. Rechts een groot (gewijzigd) en een klein venster. Klein venster op de verdieping. Boven de voordeur en het grote venster zijn drie bogen in het metselwerk zichtbaar, waarvan de rechter twee nog eens door een accoladeboog verbonden zijn, een gegeven dat maar zelden voorkomt bij boerderijen in dit gebied. Geveltop met vlechtingen en rechte en gebogen muurankers. Klezoren in het metselwerk aan de linkerkant.
De rechterzijgevel is ter hoogte van het woongedeelte blind. De keukentravee is rechthoekig uitgebouwd. Het rieten dak golft hierboven op.
In het overigens gewijzigde interieur is de kelder met een ribloos kruisgewelf vermeldenswaard. Dit gegeven en de detaillering met de bogen in het metselwerk van de voorgevel maken een datering van de boerderij in de vroege 17de eeuw verdedigbaar.
| |
Achthoven
Westelijk van Lexmond ligt onder de naam Achthoven bebouwing over de volle lengte van de Lekdijk. Voor het merendeel is deze bebouwing onderaan het dijklichaam gesitueerd. De historische bebouwing langs dit deel van de Lekdijk bestaat voornamelijk uit boerderijen en in een enkel geval uit kleine dijkwoningen (nrs. 6-7, 72 en 89). Sinds het midden van de vorige eeuw is de bebouwingsdichtheid enigszins toegenomen. De boerderijen behoren tot het voerdeeltype en liggen doorgaans op een rechthoekige plattegrond onder een met riet gedekt zadel- of wolfdak - het laatste is in de meerderheid - haaks ten opzichte van de dijk. De T-boerderij onder pannen dak uit 1863 op nr. 18 is een uitzondering.
De oudste boerderijen, die thans nog aanwezig zijn, dateren uit de 17de (Lekdijk 64) en 18de eeuw (Lekdijk 24, 26, 41-42 uit 1702 en 46). De meeste boerderijen zijn in de 19de en 20ste eeuw verbouwd, waarbij wijzigingen aan muurwerk en vensters plaats vonden en uitbreiding danwel veranderingen van het stalgedeelte, zeker als de boerderij niet meer als zodanig in gebruik is.
Opstallen als hooibergen, vrijstaande schuren en bakhuisjes zijn op verscheidene plaatsen aangetroffen.
| |
Lekdijk 41-42
Voerdeelboerderij onder rieten wolfdak haaks ten opzichte van de dijk. De boerderij is in het deurkalf gedateerd ‘1702’. Zij is aan de linkerkant onderkelderd.
In de voorgevel met vlechtingen zit de voordeur met gedeeld bovenlicht en (nieuwe) roedeverdeling rechts van het midden. Uiterst links en rechts bevinden zich kruisvensters ter verlichting van de zijbeuken. Het venster naast de voordeur is in eind 18de, begin 19de-eeuw vergroot en in een 20-ruits venster gewijzigd. Ook op de verdieping is een kruiskozijn toegepast. Dit is de enige boerderij in dit gebied waar de oorspronkelijke kruiskozijnen op de oude plaats zijn aangetroffen. In het metselwerk van de voorgevel zijn klezoren op de hoeken en naast deur en kruiskozijnen aanwezig. Staafankers zitten tussen begane grond en verdieping en in de geveltop.
■ Achthoven, Lekdijk 41, - plattegrond.
Schaal 1:300. Tekening SHBO door H.K., z.j.
Het eerste gedeelte van de rechterzijgevel is blind. Dan volgt een iets schuin geplaatste, kapelvormige uitbouw uit dezelfde tijd als het 20-ruitsvenster in de voorgevel. De deur en het schuifvenster zijn in de zestiger jaren van deze eeuw gewijzigd in een modern venster. De stalgevel is in de jaren '70 van deze eeuw opnieuw opgemetseld. Ook de vensters zijn uit die tijd. De linkerzijgevel is ook ter hoogte van het woongedeelte blind, met uitzondering van een kelderlicht met spijlen. Ter plaatse van de middentravee zit een klein achtruits venster. Deze stalgevel is in de jaren zeventig eveneens opnieuw opgetrokken, evenals de achtergevel, volgens de bestaande indeling.
In het inwendige is het woongedeelte in drie beuken verdeeld. De middenbeuk met enkelvoudige balk- laag evenwijdig met de voorgevel was oorspronkelijk direct via de voordeur toegankelijk. Nu is er een gang afgescheiden. Opmerkelijk genoeg is de trap naar boven tegen de voorgevel gesitueerd. Het is bovendien een vaste spiltrap, waarvan de knop is afgezaagd. Onder de trapraveling zit een console met in- en uitgezwenkt profiel van het type dat in de 17de eeuw veel is toegepast. Tegen de brandmuur over vrijwel de hele breedte van de middenbeuk staat de grote schouw met rijk geprofileerde boezembalk. Links hiervan was een bedstede. Rechts van de schouw is de toegang tot de keukentravee. De rechterzijbeuk is vanuit de middenkamer toegankelijk. Ook hier
| |
| |
was een bedstede aangebracht. De linkerzijbeuk is in tweeën verdeeld: het achterste deel ligt hoger in verband met de daaronder liggende kelder. Beide zijbeuken worden uitsluitend via de voorgevel verlicht. Zij hebben gediend als opslagruimte (links) en kaaskamer (rechts). In de keukentravee staat tegen de brandmuur een (gemoderniseerde) schouw. Direct rechts daarvan was een bedstee afgetimmerd. De toegang tot de kelder, die met een ribloos kruisgewelf wordt overdekt, bevindt zich in deze travee. De stal tenslotte heeft de traditionele middenlangsdeelverdeling met het brede voerdeel, met veestallen in de zijbeuken. Ankerbalkgebinten verdelen de ruimte in drie vakken. In de houtconstructie is eiken en grenen toegepast. De kap van de boerderij is in de jaren '70 geheel vernieuwd.
| |
Lekdijk 45
Op enige afstand ten zuiden van de Lekdijk, ligt het complex, dat naast de boerderij ook een hooiberg en enkele schuren omvat. De voerdeelboerderij ligt haaks ten opzichte van de dijk onder een rieten kap.
De boerderij is gebouwd in de eerste kwart van de 19de eeuw als voerdeelboerderij. Zij komt nog niet voor op de kadastrale minuut.
De voorgevel met vlechtingen eindigt in een kleine tuit en is opgetrokken uit rode baksteen waarvan de plint lichtdonker is geschilderd. In de voorgevel bevinden zich op de begane grond van links naar rechts een twaalfruitsschuifvenster met luik, een deur met zesruits bovenlicht, een vierentwintigruitsschuifvenster met luik en een twaalfruitsschuifvenster met luik. Op de verdieping zit een twintigruitsschuifvenster. Alle gevelopeningen zijn van hanekamstrekken voorzien. Onder het verdiepingsvenster zit een steentje met de naam van de boerderij ‘Begramshoeve’. Rechte en gebogen muurankers zijn in de voorgevel aangebracht.
De rechterzijgevel is ter hoogte van het voorhuis blind. Het metselwerk is bij de keukentravee omstreeks 1940 vernieuwd, toen daar een groter venster werd aangebracht. Het dak golft ter plaatse van het venster op. In de stalgevel zitten twee kleine raampjes, waarvan een met een luik.
Het metselwerk van de linkerzijgevel is gelijk aan dat van de voorgevel en
■ Achthoven, Lekdijk 45, opname 1974
weinig gewijzigd. In de gevel bevinden zich van rechts naar links een klein raam ter verlichting van een zijkamer in het voorhuis, een W.C. raampje en twee stalramen.
De uit verschillende soorten rode baksteen opgetrokken en van vlechtingen voorziene achtergevel heeft een gedeeltelijk donker geschilderde plint.
Op de begane grond een dubbel openslaande deeldeur met bovenlicht met te weerszijden twee lagere opgeklampte mestdeurtjes. Rechts naast de deeldeuren een halfrond gemetseld stalraampje. Op de verdieping een openslaand hooiluik. Diverse rechte staafanker en een gebogen muuranker. Het metselwerk is aan de rechterzijde vernieuwd.
De (thans dichtgezette) deur in de voorgevel bood direct toegang tot de middenkamer van het driebeukige voorhuis. Tegen de achterwand van de middenkamer bevindt zich een schouw, voorzien van witte tegels. De schouw is door een wand aan het oog onttrokken. Naast de schouw is een bedstede afgetimmerd. Overigens is de oorspronkelijke indeling door het aanbrengen van een scheidingswand gewijzigd.
De trap naar boven bevindt zich in de keukentravee, die door een brandmuur van het voorhuis is gescheiden. Ook hier is een schouw aanwezig, als tegenhanger van die in het voorhuis. Bij de bouw van een aantal kamers in het achterhuis is de stookplaats achter een wand verdwenen.
Het driebeukige bedrijfsgedeelte wordt gedomineerd door de zware stijlen waarop een tweezijdig overstekende dekbalk ligt, die een Philibertspant draagt. De inrichting met koestanden aan de linkerzijde met voergoot en mestgang is nog aanwezig.
Achter de boerderij bevindt zich een hooiberg met drie betonnen staken.
| |
Lekdijk 46
Boerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, scheluw ten opzichte van de dijk. In de voorgevel met donker en licht geschilderde plint zit geen toegang, maar vier vensters met negen- respectievelijk zesruits roedeverdeling op de begane grond en een venster in de geveltop. Een kelderluik is linksonder in de voorgevel zichtbaar. De rechterzijgevel heeft ter hoogte van het woongedeelte een klein venster, gevolgd door een deur in de middentravee, waarboven de dakrand opgolft. Het stalgedeelte is vernieuwd en verhoogd, evenals dat bij de linkerzijgevel het geval is.
De boerderij komt voor op de kadastrale minuut en kan, gezien de vorm en de aard van het metselwerk uit het eind van de 18de eeuw dateren.
Op het erf staat een stenen schuur onder met pannen gedekte mansardekap uit het laatste kwart van de 19de eeuw.
| |
Lakerveld
Tot 1814 is Lakerveld zelfstandig gebleven, daarna werd het bij de gemeente Lexmond gevoegd. Vanaf 1 januari 1986 maakt Lakerveld deel uit van de gemeente Zederik. In de 18de eeuw was sprake van een rechthuis (Horden 204). Waar dit gestaan heeft, is niet meer na te gaan.
Lakerveld bestaat uit een agrarische lintbebouwing, zuidelijk van Lexmond. Het eerste deel van de naam is ontleend aan het stroompje de Lake of Laak, waarlangs de nederzetting zich in de Middeleeuwen heeft ontwikkeld en die nu aan westzijde van de weg nog als sloot aanwezig is. Het ontstaan van Lakerveld lijkt geheel terug te voeren te zijn tot de openlegging van het gebied als cope-ontginning (zie ‘Bewoningsgeschiedenis’). In het kaartbeeld zijn de West- en Oost-Lakerveldse polder door hun verkavelingsrichting duidelijk als eenheid ten opzichte van de omringende polders te onderscheiden. Evenals langs enkele andere ontginningsassen in het gebied zijn ook langs de Lake in de Middeleeuwen woonplaatsen opgehoogd, teneinde de nadelen van wateroverlast te beperken. Verscheidene van deze terpen zijn nog als steeds als woonplaats in gebruik, ongeveer halverwege de nederzetting bevindt zich
| |
| |
■ Lakerveld
Topografische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden, schaal 1:50000, 1973 (facsimile herdruk van 1847-'48), blad 38, uitvergroot fragment
ook een onbewoonde huisterp. De eenzijdige ligging van de terpen aan de westzijde van de Lake kan een indicatie vormen voor het vroegst bewoonde (en ontgonnen) deel van het gebied. Volgens een niet nader door Teixeira de Mattos (IV(III), 231) vermelde bron zouden in 156168 hoeven te Lakerveld aanwezig zijn, een getal dat tegenwoordig slechts weinig hoger ligt. Het noordelijk van de nederzetting gedeelte kent een wat hogere bebouwingsdichtheid dan het wat lager gelegen zuidelijk deel, maar nog altijd is de traditionele ruimtelijke structuur, bestaande uit een rij op enige afstand van elkaar gelegen boerderijen duidelijk aanwezig.
De weg waar de bebouwing aan ligt is tussen 1811 en 1814 verbreed, als onderdeel van de door Napoleon ingestelde ‘route imperial’ tussen Antwerpen en Amsterdam. Deze verbreding van deze weg heeft, door de aanwezigheid van de daarnaast gelegen Lake, in oostelijke richting plaats gevonden, reden waarom aan de oostkant van de weg sommige boerderijen met de voorgevel zeer dicht op de rijbaan staan. De bebouwing langs beide zijden van
■ Lakerveld
Topografische kaart van het Koninkrijk der Nederlanden, schaal 1:25000, opname 1978, blad 38, fragment
de weg is vrijwel uitsluitend agrarisch van karakter. In Lakerveld komt de voerdeelboerderij in drie varianten voor: de traditionele voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond met woon- en bedrijfsgedeelte onder één kap en een brede middendeel in het bedrijfsgedeelte, voerdeelboerderijen met een naar een kant uitgebouwd voorhuis, waardoor er een L-vormige plattegrond ontstaan is en voerdeelboerderijen met een dwars geplaatst voorhuis, de zogeheten T-vormige boerderij. Bij latere boerderijen kan het bedrijfsgedeelte in plaats van een voerdeel voorzien zijn van een dwarsdeel (nr. 81 en nr. 192 uit 1904), een verschijnsel dat zich elders in de Vijfheerenlanden, maar met name richting Alblasserwaard, ook voordoet. Driebeukige boerderijen op een rechthoekige plattegrond, haaks of scheluw ten opzichte van de weg gelegen, met een topgevel of een afgewolfd dak zijn verreweg in de meerderheid (bijvoorbeeld de nrs. 17, 49, 89-91, 120, 137, 141, 147, 175, 189). In veel mindere mate komen boerderijen met een aan één kant uitgebouwd woongedeelte voor (de nrs. 40-42, 94, 138, 142).
Boerderijen met een dwarsgeplaatst voorhuis worden vrijwel niet in Lakerveld aangetroffen (nr. 32).
Bij een aantal boerderijen is de lichttoetreding in de zijkamer verbeterd door het aanbrengen van een wat groter venster, waar de kap ter plaatse dan opgolft, of zelfs door deze kamer met een kapel uit te bouwen. Voorbeelden hiervan zijn te vinden bij de nrs. 17, 21, 49, 63 en 189.
De reeds vermelde verhoogde woonplaatsen zijn bij de nrs. 49, 79, 95, 113-115 en 145-147 goed waar te nemen.
De oudste nog aanwezige boerde- rijen dateren, zover valt na te gaan, uit de 17de eeuw. Een voorbeeld van een vroeg 17de-eeuwse boerderij vormt nr. 145-147.
Een grote bouwstroom en vernieuwing vond eind 18de en eind 19de, begin 20ste eeuw plaats, zoals elders in de Vijfheerenlanden. Het type boerderij met de brede voerdeel veranderde daarbij nauwelijks. Tot in deze eeuw toe werden in Lakerveld boerderijen volgens de traditionele vormen gebouwd, zie bijvoorbeeld nr. 53 en nr. 192. De laatste werd, getuige een gevelsteen in 1904 gebouwd.
Houten schuren, vaak op stenen voet, staan terzijde en achter de boerderij. Omwille van de ruimte werden zij in het vierde kwart van de 19e eeuw met een geknikte kap, ook wel mansardekap genoemd, uitgevoerd. Hooibergen zijn zeer schaars: een groot deel is inmiddels door aan één kant open schuren vervangen.
Bij een aantal boerderijen is nog een interessante erfbeplanting aanwezig, waarvan leibomen en siertuinen het markantste onderdeel vormen.
| |
Lakerveld 55
In tweeën gedeelde boerenwoning uit 1912 op rechthoekige plattegrond onder met pannen gedekt zadeldak, windveren en gesneden makelaar. Het pand heeft het voorkomen van een boerderij, maar waar zich daar het stalgedeelte zou bevinden, is hier een woning ingericht. De bijbehorende (vrijstaande) stal achter het huis is afgebroken. De hoge voorgevel heeft getoogde vensters over drie lagen en een deur op de begane grond, links van het midden. Het huis is aan de rechterkant onderkelderd. Kelderlichten met luiken aan vooren zijgevel.
| |
| |
■ Lakerveld 55, opname 1988
Op het erf achter de woning een deels stenen en deels houten schuur onder mansardedak. Stenen bakhuis aan de linkerkant.
| |
Lakerveld 81
Grote boerderij op rechthoekige plattegrond onder met riet gedekt zadeldak met in de linkerzijgevel grote inrijdeuren, die op een dwarsdeelindeling van het bedrijfsgedeelte wijzen. Het voorste deel is eind 19de eeuw verbouwd. In de symmetrisch ingedeelde voorgevel op de begane grond vier lichtgetoogde T-vensters en een getoogde deur met bovenlicht. Op de eerste verdieping twee en op de tweede verdieping één venster van hetzelfde type. In de linkerzijgevel nog een schuifvenster met roedeverdeling uit een eerdere bouwfase. Stenen schuur onder een aan een kant wat afhangend zadeldak. Hooiberg met vijf eiken roeden achter de boerderij.
■ Lakerveld 81, opname 1977
| |
Lakerveld 93
Voormalig tolhuisje. Pand van één bouwlaag op rechthoekige plattegrond onder met blauwe pannen belegd zadeldak, met de daknok evenwijdig aan de straat. Het gebouw staat pal op de rooilijn. De symmetrisch ingedeelde voorgevel is van een pleisterlaag met ingekrast blokverband voorzien. Getoogde deur met bovenlicht met een getoogd venster met luiken aan weerszijden. De beide zijgevels hebben op de hoeken een venster, waardoor de weg aan beide zijden overzien kon worden: een gegeven dat kenmerkend is voor een tolhuisje. Op de kadastrale minuut staat op deze plaats een tolhuis weergegeven. Het huidige huis is echter van na die tijd, vermoedelijk uit de derde kwart van de 19de eeuw.
| |
Lakerveld 113-115
Boerderij op rechthoekige plattegrond, onder met riet gedekt zadeldak met top haaks ten opzichte van de straat. Voorgevel met twee getoogde vensters op de begane grond waartussen een deur met zijlichten. Twee getoogde vensters op de verdieping.
Strekken boven vensters en deur in gele baksteen op de begane grond en de verdieping. Onderkelderd.
De boerderij ligt op een verhoging op enige afstand van de weg en dateert uit het eind van de 19de eeuw. Op de kadastrale minuut staat op deze plaats een L-vormige boerderij met hooiberg getekend.
Op het erf achter de boerderij een dwars geplaatste schuur onder mansardekap. Terzijde een vrijstaande stenen schuur.
Voor de boerderij zijn leibomen geplaatst en strekt zich een tuin uit van een bescheiden landschappelijke aanleg.
| |
Lakerveld 137
Tamelijk korte voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, haaks op de weg gericht. De voorgevel is opgetrokken uit rode en gele baksteen, waarbij de gele baksteen een reparatie geweest is. De voorgevel is asymmetrisch van indeling. In het midden zit een hoger geplaatst venster met luiken en een vroeg 20ste-eeuwse vulling. Links een zelfde venster en rechts een deur met bovenlicht en weer een venster met luiken. Op de verdieping een vierruitsvenstertje.
De rechterzijgevel is opnieuw opgetrokken.
De linkerzijgevel is over de breedte van het woongedeelte blind. Het bedrijfsgedeelte heeft vensters met een luik.
Datering mogelijk 18de eeuw, gebaseerd op bouwmassa en materiaalgebruik, en het feit dat de boerderij voorkomt op de kadastrale minuut.
Achter de boerderij staan losse schuren, waarvan een laat 19de-eeuwse met een mansardekap en een houten schuur onder zadeldak.
| |
Lakerveld 141-143
Korte voerdeelboerderij van rode baksteen op rechthoekige plattegrond, met rieten kap met top haaks op de straat. De voorgevel heeft een gepleisterde plint en bezit op de begane grond twee zesruitsvensters met luiken, waarvan het rechter, in verband met de eronder liggende kelder, wat kleiner is, een middendeur met bovenlicht en een vierruitsvenster op de verdieping. Rechtsonder bevindt zich het getraliede keldervenster met luik. In de linkerzijgevel golft de dakvoet op ter hoogte van de keukentravee en is een modern venster aangebracht. De rechterzijgevel heeft ter hoogte van het woongedeelte een kelderluik, in het bedrijfsgedeelte stalvensters. De achtergevel heeft een brede middendeur en twee kleinere mestdeurtjes.
De vloer van de deel loopt, in verband met wateroverlast in deze streken, iets op.
Hoewel de boerderij nog niet voorkomt op de kadastrale minuut, zal zij, gezien het metselwerk, de bouwmassa en de vensterdetaillering niet lang daarna tot stand gekomen zijn. Dit stemt overeen met de mondelinge mededeling van de eigenaar, dat de boerderij in 1836 gebouwd is.
Op het erf staan losse schuren, een zomerhuis onder met pannen gedekt zadeldak en een bakhuisje.
■ Lakerveld 141, opname 1977
| |
| |
■ Lakerveld 145-147, - gevels, plattegronden en doorsneden.
Schaal 1:300. Tekening SHBO, z.j.
| |
Lakerveld 145-147
Vroeg 17de-eeuwse voerdeelboerderij op rechthoekige plattegrond onder rieten wolfdak, haaks op de weg. De boerderij is uit rode baksteen opgetrokken en heeft een deels zwart, deels wit gepleisterde plint aan de voorzijde en witgeschilderde zijgevels. Asymmetrisch ingedeelde voorgevel met voordeur rechts van het midden.
Links daarvan twee vensters, waarvan het middelste een accoladeboog, onderverdeeld met twee ronde bogen, bezit. Boven het linkervenster is een gedeelte van een boog in het metselwerk zichtbaar. Het venster rechts naast de voordeur lijkt in de 19de eeuw te zijn ingebracht en wordt door een rollaagje afgesloten, waarboven het topje van een accolade(?)boog nog juist zichtbaar is. Het verdiepingvenster, vergroot in de 18de eeuw, heeft een ronde ontlastingsboog met wit geschilderde blokken als imitatie van natuursteen. Twee gekrulde en een aantal rondgebogen muurankers.
In de rechterzijgevel ter hoogte van de
■ Lakerveld 147, opname 1958
keukentravee een roedevenster ter plaatse van een eerdere deur, waar de kap boven opgolft. Hetzelfde is het geval bij de linkerzijgevel: het huidige vierruitsvenster vervangt een oudere deur. Hier zitten bovendien nog een kelderluik en stalraampjes.
De 18de-eeuwse achtergevel heeft geen grote deeldeuren, zoals doorgaans het geval is bij een voerdeelboerderij, maar een kleine deur aan de linkerzijde. Tegen deze gevel is een schoorsteen aangebouwd. Steunbeer aan de rechterkant.
De middenbeuk van het woongedeelte heeft een enkelvoudige balklaag evenwijdig met de voorgevel, met 17de-eeuwse consoles. Getuige sporen in de balklaag heeft de gebintconstructie tot halverwege het voorhuis doorgelopen. Tegen de brandmuur staat een in de 18de eeuw verbouwde schouw met witte tegels en schildpadtegels. Links hiervan een bedstede en een smalle kast. De linkerzijbeuk was voor wat het voorste gedeelte betreft vermoedelijk in gebruik als kaaskamer. Het achterste deel bevat een opkamertje, dat als opslagruimte dienst gedaan heeft. Hieronder ligt de vanuit de middentravee toegankelijke kelder. De rechterzijbeuk diende vroeger als slaapkamer. De zolder boven het woongedeelte was voor de restauratie in de jaren '70 en '80 van deze eeuw toegankelijk via een steektrap tegen de voorgevel.
In de midden- of keukentravee, die van de stal door een houten schot werd gescheiden (thans door een muurtje vervangen), staat een grote schouw met bakoven over de hele breedte van de middenbeuk. De schouw is in de 18de eeuw verbouwd, waarbij tegeltableaus, onder andere met een vogelkooi, werden aangebracht. Naast de schouw bevonden zich bedsteden, die inmiddels geamoveerd zijn. De kelder heeft een ribloos kruisgewelf, dat meer naar voren toe over gaat in een tongewelf. Dit laatste lijkt een latere, 18de-eeuwse (?) uitbreiding te zijn. Op de verdieping zit een grote rookkast in de schouw, die via een houten ombouw toegenkelijk is. Hiernaast zit in de brandmuur een doorgang naar de zolder boven keukentravee en bedrijfsgedeelte.
Grenehouten ankerbalkgebinten verdelen de bedrijfsruimte tot aan de brandmuur met het woongedeelte in vijf vakken. Het bedrijfsgedeelte is ten behoeve van de woonfunctie verbouwd.
| |
| |
De boerderij zal, gezien het metselwerk van de voorgevel en de balklaag in het woongedeelte uit de 17de eeuw dateren. In de 18de eeuw heeft er een verbouwing plaats gevonden, waarbij de schouwen en een gedeelte van de houtconstructie, mogelijk ook een deel van de kelder is gewijzigd en het interieur met onder andere nieuwe deuren is uitgerust. Het metselwerk van zij- en achtergevels is van die periode.
Op het erf staat een laat 19de-eeuwse, losse schuur met een met pannen gedekte mansardekap.
| |
Lakerveld 189
Korte voerdeelboerderij onder rieten wolfdak op rechthoekige plattegrond, met grote uitgebouwde kapel aan de linkerzijgevel. In de diverse malen gewijzigde voorgevel, die tot halve hoogte wit geschilderd is, waaronder sporen van helder blauwe verf, drie vensters, waarvan het linker een vertimmerd kloosterkozijn is en een deur met bovenlicht, alsmede een gedeeld verdiepingvenster. Gepolychromeerde wapensteen. Staafankers en twee gebogen muurankers.
Rechterzijgevel met luiken. Achtergevel met een grote middendeur, twee kleine mestdeuren en een luik op de verdieping.
De linkerzijgevel is ter hoogte van het woongedeelte blind. Dan volgen een hoge, laat 19de-eeuwse, uitgebouwde kapelvormige zijkamer en twee stalraampjes.
De boerderij zal dateren uit het begin van de 18de eeuw. Wijzigingen hebben in de 19de eeuw plaats gevonden, waarbij muurwerk aan de voorgevel werd gewijzigd, alsmede aan de kapelvormige zijkamer links. Zij komt voor op de kadastrale minuut.
Op het erf achter de boerderij een losse houten schuur.
| |
Lakerveld 32
Uit rode baksteen opgetrokken boerderij met dwars voorhuis, gelegen op de hoek met de Heicoppersteeg. In de asymmetrisch ingedeelde voorgevel een deur met gietijzeren versiering en bovenlicht met levensboom rechts van het midden en schuifvensters met luiken. Kelderlicht rechts opzij, aan de zuid-westzijde, met luik en spijlen. In de rechterzijgevel van het woongedeelte
■ Lakerveld 32, opname 1977
rechte staafankers, een gekoppeld raam op de verdieping. Het laatste gedeelte van de rechterzijgevel is vernieuwd. De linkerzijgevel heeft staafankers, een deur en een venster met luik op de verdieping. Met blauwe pannen gedekt zadeldak op het voorste gedeelte en een eenvoudige houten gootlijst met klossen. De achtergevel is van drie deuren en ramen voorzien. De boerderij zal uit het midden van de 19de eeuw dateren, geziende regelmatige plaatsing van de ramen en de behandeling van het metselwerk.
Op het erf een los bakhuis en schuur, beide uit de 19de eeuw. Het erf is afgezet met een eenvoudig spijlenhek met in leliën eindigende punten.
| |
Lakerveld 142
Boerderij met een naar rechts uitgebouwd woongedeelte tegen puntgevel. Woon- en bedrijfsgedeelte liggen onder een rieten kap, aan de achterzijde met wolfdak. De boerderij ligt scheluw ten opzichte van de weg en op de rooilijn. In de asymmetrisch ingedeelde voorgevel vier vensters van ongelijke grootte en een hoog geplaatste deur met bovenlicht en levensboom links van het midden. Het woongedeelte is aan de rechterkant hoog onderkelderd. Stroomlaag onder de dakrand. In de rechterzijgevel een kelderlicht met segmentvormige ontlastingsboog en luik, een hooggeplaatste, later ingebroken deur met bovenlicht en levensboom en op de verdieping een klein venster. Klezoren in het metselwerk. Lelieanker in geveltop.
In het inwendige een grote, betegelde schouw met bakoven.
Als ontstaansdatum voor de boerderij kan 17de of begin 18de eeuw worden verondersteld, wegens de aard van het metselwerk aan de rechterzijgevel. In de 19de eeuw hebben wijzigingen aan
■ Lakerveld 142, opname 1977
de voorgevel (vernieuwd vanaf de plint), vensters en deuren plaats gevonden. De boerderij is niet meer als zodanig in gebruik.
Op het erf een losse schuur onder mansardekap, gedeelteijk van baksteen, gedeeltelijk van hout uit het laatste kwart van de 19de eeuw.
| |
Lakerveld 236
Daglonershuisje op rechthoekige plattegrond met top haaks ten opzichte van de weg gelegen, onder deels pannen deels rieten zadeldak. In de lange rechterzijgevel, waarin venster met luiken, een strokendeur en stalraampje zijn de muurstijlen van de houtconstructie zichtbaar. Voorgevel met twee venstertjes op de begane grond en een klein licht op de verdieping. In de linkerzijgevel zit alleen een luikje. Aangebouwde houten schuur met uitgebouwd privaat. In het inwendige schouw tegen de korte gevel en twee bedsteden tegen de lange wand, waarnaast een voorraadkast met luikje naar buiten. Datering derde kwart 19de eeuw.
■ Lakerveld 236, opname 1988
|
|