| |
| |
| |
Bibliografie
Bronnen
De Oprechte Haarlemmer Courant |
De Utrechtsche Courant |
Beschrijvingen, samengesteld ten behoeve van het Monumenten Selectie Project (MSP) en de Rijksmonumentenlijsten |
| |
Geraadpleegde archieven
Gemeente Archief De Bilt (GAB) |
Gemeente Archief Zeist (GAZ) |
Oudheidkamer, Doorn |
Gemeente Archief Driebergen-Rijsenburg |
Het Utrechts Archief, voorheen Rijksarchief Utrecht (HUA) |
Archieven Rijksdienst Monumentenzorg (RDMZ) |
| |
Literatuur
Albers, L.H.,
Cultuurhistorisch onderzoek van de landgoederen Houdringe en Beerschoten, z.p. 1988. |
Archeologische monumenten in de provincie Utrecht, Utrecht 1987 (uitg. ROB en Provincie Utrecht). |
Asch van Wyck, H.M.A.J. van,
‘Het Slot de Horst, onder Rhenen’ in: Tijdschrift voor Geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht (8), 1842, 217 ev., 253 ev. |
Atlas van historische vestingwerken in Nederland. Deel III a, de provincie Utrecht. Z.p., z.j. [1961-1963], (uitg. St. Menno van Coehoorn). |
Bakker, A.,
Huis Doorn, Zwolle 1993. |
Bakker, A.F.,
800 jaar Maarsbergen met gedeelten van Maarn, Woudenberg en Leersum, Z.p., z.j. [1968]. |
Bannier, W.A.F. en J.C Wilbrenninck, (red.),
Utrecht. Sticht en stad. Met Oudewater - Schoonhoven - Vianen - Woerden in Zuid-Holland, Utrecht 1937 (Propagandauitgave m.m.v. verschillende gemeenten en VVV's). |
Bardet, J.D.M.,
Kastelenboek provincie Utrecht, Bussum 1975. |
Barends, S.e.a. (red.),
Het Nederlandse landschap. Een historischgeografische benadering, Utrecht 1991. |
Bijdragen tot het bronnenonderzoek naar de ontwikkeling van Nederlandse historische tuinen, parken en buitenplaatsen, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist [De Bilt: Vollenhoven-Houdringe en Beerschoten (1980), Sandwyck (1980), Broekhuizen (1980/1983), Aardenburg te Doorn (1982), huis Doorn (1984)]. |
Bijhouwer, J.Th.P.,
Nederlandsche tuinen en buitenplaatsen, Amsterdam 1942. |
Blijdenstein, R.,
Zeist, groei en bouw, 6 dln. Zeist 1983-1984. |
Blijdenstijn, R.,
Ma Retraite te Zeist, Hilversum 1988. |
Blijdenstijn, R. en B. Olde Meierink,
‘Kastelen en buitenplaatsen.’ In: J. Hagedoorn e.a. (red.), Het land van de zeven tuinen. Zuid-oost Utrecht in perspectief, Utrecht 1990, 81-107. |
Blijdenstijn, R., L. Geelen, en K. de Poel,
‘Buitenplaatsen en landgoederen. Een geschakeerd en stijlvol gebied in de gemeente Zeist’, in: Monumenten, jrg. 10 (1989, nr. 6, 10-20). |
Blijdenstijn, R.,
‘Sanatoria in de Utrechtse bossen; herstellingsoorden voor lichaam en geest’, in: Monumenten van een nieuwe tijd. Architectuur en stedebouw 1850-1940. Jaarboek Monumentenzorg, 1994. Zwolle/Zeist 1994, 98-110). |
Bloemers, J.H.F., L.P. Louwe Kooijmans en H. Sarfatij,
Verleden land. Archeologische opgravingen in Nederland, Amsterdam 1981. |
Blommestein, J.C.T. van,
De Grebbelinie. Van militair verdedigingswerk tot cultuurhistorisch erfgoed en natuurmonument, 's-Gravenhage 1978. (uitg. St. Menno van Coehoorn). |
Bont, Chr. de,
Het historisch-geografische gezicht van het Nedersticht. Een cultuurhistorische landschapsverkenning van de provincie Utrecht, Wageningen 1991 (rapport 133 DLO-Staringcentrum). |
Boon, J.G.M. (bew.),
De Utrechtse Gemeenten in 1815, Woerden 1972. |
Borger, G.J.,
Staat van land en water, Zutphen 1982 (Stichtse Historische Reeks 7). |
Bosch, L.E.,
‘Zeist en de pyramide bij Austerlitz’, in: Utrechtsche Volks-Almanak, 1852, pp. 3-36. |
Bosma, K. en C. Wagenaar, (red.),
Een geruisloze doorbraak. De geschiedenis van architectuur en stedebouw tijdens de bezetting en de wederopbouw van Nederland, Rotterdam 1995. |
Bottinga, S.,
De Willem Arntsz Hoeve, Den Dolder. Een bouwgeschiedenis in foto's, Utrecht/Den Dolder 1983. |
Brand, H. en J. Brand, (red.),
Het Utrechts landschap. Natuurlijk hart van Nederland, Utrecht 1990. |
Breedveldt Boer, I.M.,
Plafonds in Nederland 1300-1800, 's-Gravenhage 1991. |
Broekhoven, S. en S. Barends,
De Bilt. Geschiedenis en architectuur, Zeist 1995. |
Buis, J.,
Historia Forestis: Nederlandse bosgeschiedenis, Utrecht 1985 (2 dln., diss.). |
Buis, J.,
‘De geschiedenis van het Zeisterbos tot in de 20e eeuw’, in: Nederlands Bosbouwtijdschrift, jrg. 58/6, juli 1986, pp. 161-168. |
| |
| |
Buitenplaatsen langs de Utrechtse Heuvelrug. Een planologische verkenning van buitenplaatsen in Zeist en Driebergen, buro Maas, Zeist 1981. |
Bureau voor Tuin en Landschap Peter van Oosterhout in samenwerking met SB4, Beheersplan Beukenstein, Oudenbosch 1996. |
Christemeijer, J.B.,
Landelijk schoon in het Sticht van Utrecht, en in deszelfs omstreken, Utrecht 1836. |
Christemeijer, J.B.,
Het lustoord tusschen Amstel en Grebbe, en elders in het Sticht van Utrecht, II, Schoonhoven 1837. |
Craandijk, J.,
Wandelingen door Nederland, deel Utrecht, Haarlem 1888. |
Cremer, J.,
Rapport met betrekking tot Rhenen, op verzoek van de Grebbe-commissie, Z.p., z.j. (1940). |
Dek, R.,
La Forêt, 't Woud, Alphen aan den Rijn 1992. |
Dekker, C.,
Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie, Zutphen 1983 (Stichtse Historische Reeks 9). |
Deys, H.P.,
De Gelderse Vallei. Geschiedenis in oude kaarten, Utrecht 1988. |
Dicke, W.H.J.,
Utrecht, z.p., z.j. (Utrecht, 1915, uitg. |
Nationale bond voor vreemdelingenverkeer in Nederland). |
Dirkx, J., J. Oude Voshaar en Th. Spek,
‘Datering van essen en plaggenbodems. Een archeologische onderzoeksmethode getest’, in: Landschap 1995, 12/1, pp. 15-29. |
Dokkum, J.D.C. van,
Utrecht, Amsterdam 1918 (serie Ons mooie Nederland). |
Doorn in vogelvlucht, Utrecht 1949 (rapport Provinciale Planologische Dienst). |
Dijksterhuis, R.,
Spoorwegtracering en stedebouw in Nederland; historische analyse van een wisselwerking de eerste eeuw: 1850-1940, Delft 1984 (diss. TU Delft). |
Emmens, K.,
Het tuinsieraad van Sandwijck. Onderzoek naar de bouwgeschiedenis van de zogenaamde folly op het landgoed Sandwijck, De Bilt, Laren 1994 (rapp. auteur). |
Es, W.A. van en W.A.M. Hessing (red.),
Romeinen, Friezen en Franken in het hart van Nederland. Van Traiectum tot Dorestad 50 v.C.-900 n.C, Utrecht 1994. |
Feith, J. en Ch. Cl. Behrens,
Zwerftochten door ons land; Utrecht, Zaandam z.j. [1931]. |
Frederiks, P.J.,
De pyramide van Austerlitz, Amersfoort 1895. |
Gaasbeek, F. en S. van Ginkel-Meester,
Driebergen-Rijsenburg. Geschiedenis en architectuur, Zeist 1996. |
Geytenbeek, E.,
Oranjerieën in Nederland, Alphen aan den Rijn 1991. |
Geytenbeek, E.A.,
De ridderhofstad Moersbergen te Doorn, Langbroek 1985 (coll. RDMZ). |
Gezigten van buitenplaatsen en gebouwen gelegen tusschen de stad Utrecht en de Grebbe, geteekend naar het leven door M. Mourot, Utrecht 1829 en 1830. |
Gids van Utrecht naar Rhenen, Utrecht z.j. [ca. 1890]. |
Gids van Zeist en de Stichtsche Lustwarande, Zeist z.j. [ca. 1935], (uitg. Kraal). |
Gids voor Zeist, Zeist z.j. [ca. 1894]. |
Giezen-Nieuwenhuys, H.W.M., en C.C.S. Wilmer,
Nederlandse duiventillen. Historische duifhuizen geschilderd en beschreven, Zutphen 1987. |
Goetghebuer, P.J.,
Choix des monuments, édifices et maisons les plus remarquables de royaume des Pays-Bas, Gand 1827. |
Gorissen, Th.M.,
Maarten Maartens en het Maarten Maartenshuis, Doorn 1992. |
Grapendaal, W.,
De Buurtschap Austerlitz in het licht der historie, Zeist 1954. |
Groot, A. de en P. Peucker (red.),
De Zeister Broedergemeente 1746-1996. Bijdragen tota de geschiedenis van de herrnhutters in Nederland, Zutphen 1996. |
Haakman, G.C.,
Rhenen en omstreken, Amersfoort 1847. |
Harzing, W., ‘De buitenplaats Sparrendaal te Driebergen’, Bulletin KNOB, 6de serie jrg. 17 (1964), 107-122. |
Harzing, W.,
Driebergen en Rijsenburg. Hoe zij ontstonden en groeiden, Driebergen-Rijsenburg 1973. |
Herks, J.J.,
De geschiedenis van de Amersfoortse tabak, Den Haag 1967 (diss.). |
Hermans, D.B.M. en J. Kamphuis,
Huis Doorn, bouwhistorische documentatie en waardebepaling, 's-Gravenhage 1989. |
Hof, J. van ‘t, M. Kooiman en T. Stol,
Veenendaal. Geschiedenis en architectuur, Zeist 1992 (Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht 9). |
Iterson, W. van,
De stad Rhenen. De resultaten van een rechthistorisch onderzoek, Assen 1960. |
Jong, A.J. de,
‘Geschiedenis en ontstaan van de Koningsboomgaard of “Kuechengarten” nabij de Westpoort van Rhenen’, in: Oud Rhenen, 6de jrg. (1987), nr. 3, 3-13. |
Jong, A.J. de, en C.L. van Otterlo,
Genealogie en heraldiek te Rhenen, Voorthuizen/Zeist, 1996. |
Kooiman, M.,
‘Industrie in Zuid-oost Utrecht’, in: J. Hagedoorn (red.), Het land van de zeven tuinen. Zuid-oost Utrecht in perspectief, Utrecht 1990, pp. 149-164. |
Korteweg, P.C.,
‘Het Slot van Zeist’, in: Polytechnisch Tijdschrift, 1962, 798-806, 834-840. |
Korthals Altes, H.J.,
Tuindorpen in Nederland: 100 jaar na Ebenezer Howard. I. Tuindorp Maarn, Amsterdam 1993. |
Kraal's Nieuwe Kleine Gids van Zeist, Zeist z.j. [ca. 1905]. |
Kramm, Chr.,
De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche Kunstschilders, Beeldhouwers, Graveurs en Bouwmeesters van den vroegsten tot op onzen tijd, Amsterdam 1857-1861 (A-Z, 6 dln). |
Küppers, J. en H.P. van den Aardweg,
Zóó is Utrecht, Amsterdam z.j. [1940]. |
Kurpershoek, E. en E. Kurpershoek,
Amerongen. Geschiedenis en architectuur, Zeist 1996. |
Laman, M.,
Doorn. Geschiedenis en architectuur, Zeist 1995. |
Lammertse-Tjalma, P.,
‘Hendrik van Lunteren (1780-1848): ‘vermaarde aanlegger van landgoederen en wat tot verfraaijing in het bouwkundige vak daarbij behoort’, in: Tuinkunst. Nederlands Jaarboek voor de Geschiedenis van Tuin- en Landschapsarchitectuur, III, Amsterdam 1997, 36-73. |
Leeuwen, A.J.C. van,
De maakbaarheid van het verleden: P.J.H. Cuypers als restauratiearchitect, Zwolle 1995. |
Leliman, J.H.W. en K. Sluyterman,
Het Moderne Landhuis in Nederland, 's-Gravenhage 1922. |
Lintsen, H.W.e.a. (red.),
Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel 1 Techniek en modernisering. Landbouw en voeding, Zutphen 1992. |
Loenen, R.,
Van Heidenoord tot Hoeksteen. Geschiedenis van de Nederlands-Hervormde kerk te Austerlitz, Zeist 1993 (uitg. Van de Poll-Stichting). |
Looijenga, A.J.,
De Utrechtse School in de neogotiek. De voorgeschiedenis en het Sint Bernulphusgilde, Amsterdam 1991 (diss). |
Loosjes, A.,
Utrecht in Beeld, Amsterdam 1930. |
Lutgers, P.J.,
Gezigten in de omstreken van Utrecht, Loenen aan de Vecht 1869. |
Luttervelt, R. van,
De Stichtsche Lustwarande, Amsterdam 1949. |
Meerdink, J.,
‘Beek en Royen’, in Bulletin van de Van de Poll-Stichting voor de Zeister geschiedenis, 10e jrg. nr. 4, 73-97; idem, 11e jrg. nr. 1, 3-18, 20. |
Meischke, R., ‘Het kasteel Zuilenstein te Leersum’ in Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, Zutphen 1981, 270-278. |
| |
| |
Meulenkamp, W., Follies en tuinsieraden, Utrecht 1994. |
Meijers, W.,
De bossen van de Utrechtse Heuvelrug, Utrecht 1994. |
Meurs, P.K. van,
‘Landelijke Stichtse bouwkunst van honderd jaren her’, in: Ozinga, M.D., Ons eigen land in zijn rijke verscheidenheid, Amsterdam 1942, pp. 292-301. |
Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.). Gebiedsbeschrijving Utrechtse Heuvelrug, gemeentebeschrijvingen en inventarisaties gemeente Amerongen, De Bilt, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum, Maarn, Rhenen en Zeist, Utrecht 1992 (rapporten Provincie Utrecht). |
Mulder, A.W.J.,
Het kasteel Amerongen en zijn bewoners, Maastricht 1949. |
Muller Fz., S.,
‘Het koningshuis te Rhenen’, Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond 4 jrg. tweede serie (1911), 66-73. |
Nanning, K.B.,
Houdringe. Historie van een Biltse buitenplaats, De Bilt 1987. |
Nieuwe Kaart van den lande van Utrecht etc. door Bernard du Roy, 1696, Alphen aan den Rijn 1973 (reproductie met inl. A.H. Sijmons). |
Nieuwe Groote Gids voor de Stichtsche Lustwarande Driebergen, Rijsenburg, Doorn en Omstreken, Driebergen 1902. |
Nijland, G.J.,
Utrecht (serie Mijn land, dl 10), Deventer 1936. |
Olde Meierink, B.O.M. [red.],
Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht 1995. |
Oldenburger-Ebbers, C.S.,
Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur, deel Oost en Midden, Gelderland en Utrecht, Rotterdam 1996. |
Pezarro, D.,
Mijn heer en liefste hartje. De brieven van Margaretha Turnor (1613-1700), Amerongen 1992. |
Polak, H.,
De zoom van het Gooi, Amsterdam 1936. |
Post, E.M.,
Het land, in brieven, 1788 (gemoderniseerde heruitg, Amsterdam 1987). |
Renes, H.,
‘Bossen en buitenplaatsen’, in: M. de Harde, H. van Triest (eindred.), Jonge Landschappen 1800-1940. Het recente verleden in de aanbieding, Utrecht 1994, pp. 38-52. |
Reinink, A.W. en J.G. Vermeulen,
IJskelders. Koeltechnieken van weleer, Nieuwkoop 1981. |
Rhoen, R.P.M.,
‘De historie van de buitenplaats Veelzigt te Zeist’ in: Cascade, 5 (1996), nr. 1, 20-42. |
Rhoen, R.P.M.,
‘De koepel op de overplaats van Zandbergen in Huis ter Heide bij Zeist. Hoe oud is het Keienhuisje in het Blookerpark?’, in: De Donderberg-Groep, Nieuwsbrief, nr. 14, winter 1998-1999, 5-8. |
Rieber, C.T.J.L.,
‘De maatschappij tot bevordering der bouwkunst van 1842-1892’, in: Bouwkundig Tijdschrift, deel XII (deel 38 der Bouwkundige Bijdragen), Amsterdam 1892. |
SB4 Bureau voor Historische Tuinen, Parken en Landschappen,
Ontstaans- en ontwikkelingsgeschiedenis van De Ruiterberg te Doorn, Wageningen 1998. |
Schetsen van het landbouwbedrijf in Nederland, 's-Gravenhage 1912. |
Sleeuwenhoek, H. en A. van Dam
Een prachtvol lustoord. De Stichtse Lustwarande herontdekt, Abcoude, 1998. |
Smids, L.
Schatkamer der Nederlandse oudheden; of Woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen...; vercierd met LXII verbeeldingen... meerendeels geteekend door R. Rochman; nevens een bladwyser, in de gedaante van een land-chronyk; tweeden druk vermeerdert met aantekeningen door P. Langendijk, Haarlem, 1737 (1711). |
Steenstra, M.,
‘Recreatie, forensisme en infrastructuur’, in: J. Hagedoorn e.a. (red.), Het land van de zeven tuinen. Zuidoost Utrecht in perspectief, Utrecht 1990, pp. 131-148. |
Steenwijk, D.,
Voorbij de Driebergse Brug, Bunnik 1992. |
De Stichtse Lustwarande voor zover deze gelegen is binnen de gemeenten Zeist, Driebergen-Rijsenburg, Doorn, Utrecht 1977 (rapport Staatsbosbeheer, afd. Landschapsbouw in de provincie Utrecht). |
Struick, J.E.A.L.,
‘Een vorstelijk stuk goet. Een vergeten diplomaat, Willem Adriaan, graaf van Nassau-Odijk, heer van Zeist en Driebergen en zijn landhuis’ in: Jaarboekje van Oud-Utrecht 1969, 121-159. |
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, XII, (Utrecht), Amsterdam 1772. |
Tent, W.J. van,
‘De archeologie van Zuid-oost Utrecht’, in: J. Hagedoorn e.a. (red.), Het land van de zeven tuinen. Zuid-oost Utrecht in perspectief, Utrecht 1990, pp. 39-47. |
Terwen, J.L.,
Het Koningrijk der Nederlanden, 2 dln. Gouda 1862. |
Tromp, H.,
‘De buitenplaats Blikkenburg. Historische infrastructuur en parkaanleg’, in: Seijst 19 (1989), 77-92. |
Tromp, H. en T. Henry-Buitenhuis,
Historische buitenplaatsen in particulier bezit, Utrecht 1991. |
De Utrechtse gemeenten in 1815 in vraag en antwoord, Utrecht 1972. |
Veenland-Heineman, K.M. [red.],
Tuin en park. Historische buitenplaatsen in de provincie Utrecht, Utrecht 1992. |
Vernooij, A.L.,
‘Historisch-geografische landschapstypen en nederzettingen’, in: J. Hagedoorn e.a. (red.), Het land van de zeven tuinen. Zuid-oost Utrecht in perspectief, Utrecht 1990, pp. 13-39. |
Versteegh, A.,
Leersum in de loop der tijden, Veenendaal 1964. |
Visser, I.,
Het Slot te Zeist, Amsterdam/Dieren 1986. |
Visscher, H.A.,
De Utrechtse Heuvelrug. Een natuurlijke streek in het hart van Nederland, Dordrecht 1987. |
Vries, J.E. de,
Hoe en waarom van Slaperdijk en Grebbelinie, Renswoude 1990 (uitg. auteur). |
Werkgroep kadastrale atlas provincie Utrecht,
Doorn in 1832. Grondgebruik en eigendom, Laren 1998. |
Werkgroep kadastrale atlas provincie Utrecht,
Zeist in 1832. Grondgebruik en eigendom, 2 dln. Laren 1996. |
Wijck, H.W.M. van der,
De Nederlandse Buitenplaats. Aspecten van Ontwikkeling, Bescherming en Herstel, Alphen aan den Rijn 1982. |
Zijlstra, B.,
Nederlandse tuinarchitectuur tussen 1850 en 1940, 2 dln. Amsterdam 1986 en 1987. |
Zijlstra, B.,
Nederlandse tuinarchitectuur 1850-1940, Zutphen, 1991. |
Zimberlin, C.W.,
Koepel van Stoop, Woudenberg 1977 (uitg. auteur). |
|
|