Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De wet der vergeldingh in 't verbrande Londen, Ten thoon gestelt Op den 12, 13, 14 en 15. Sept. 1666. SOo wordt de dwinglandy beloont, Soo weynigh kan de hooghmoet duren, Soo graeft men kuylen voor sijn buren, Soo raeckt men selven gantsch ontkroont; Soo nadert Stuarts droevigh end, Soo daelt de Hemel-wraeck by sporten, [pagina 402] [p. 402] Soo sal Regeer-sucht neder-storten, Soo hy, te laet, sijn wreetheyt kent, Soo hy sijn hert, als Pharo deed', Soo langh verhardt, tot hem de straffen, Soo swaer, of swaerder end verschaffen: Soo hoopt men hoop'loos op de Vreed. Soo is der Schellinghs naer gesucht: Soo is het kermen uyt de Schepen (Soo deerelijck in 't Vlie benepen) Soo hoogh gesteygert door de lucht: Soo langh tot dat een Hemels-vyer, Soo onverwacht, dat schoone Londen, Soo onherstellijck, heeft verslonden: Soo dat men riep de Hel is hier. Soo siet men dat de Laken-hal, Soo is de Beurs in d' asch gevallen, Soo raeckten binnen Londens wallen Soo menigh schoon Gebouw ten val. Soo siet men Godts rechtvaerdigheyt, Soo blijcken sijn genaden-wercken, Soo fiet men Frans en Duytse Kercken Soo heerlijck staen, als vry gepleyt. Soo Eng'landt hier Godts handt niet siet, Soo zijn 'er schellen op haer oogen, Soo dat wy voor haer bidden mogen, Soo langh tot Godt haer Vrede biedt. P.Y. van der Hof. Vorige Volgende