Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 367] [p. 367] Mengel-rym. [pagina 368] [p. 368] Lof der Coffij. LIefhebbers, die de Morgen-dranck, Voor quade lucht en vuyle stanck Te weren, noodigh keurt te wesen, Komt hier en drinckt van 't Cossi-sap, Wiens noyt vol-presen eygenschap Tot aen 't gesternte is geresen: Wat teelt de Alst' en Brande-wijn Een luye geest, een hooft vol pijn, De Cossij is van and're krachten. Caneel, Limoen, Oranje Vocht, En Aqua-vit, door konst gewrocht, Zijn by de Coffij niet te achten; De Coffij baert een lack're graeght' Tot eten, Coffij die verjaeght De hooft-pijn, plaegh van alle plagen, Sy bant de slaep, en streelt de geest. Hebt ghy met Bachus slaeghs geweest, Sy sal uw smert terstont verjagen; In 't kort, soo ghy gesont en langh begeert te leven, Drinckt Coffij, die (wilt Godt) u sulcks gewis sal geven. J. Zoutman. Vorige Volgende