Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Klinck-dicht op de onverwachte driedubbelde vereenigingh van In. Elk. GHy veynsden, meen ick, toen wy laest van Rymen spraecken, En 't scheen of ghy dies tydts beloofden aen uw breyn, Om noyt te drincken uyt die suyvere Fonteyn Daer Dichters, na haer woordt, veel leckerheden smaacken; Maer nu soo rycken Feest uw geest kan wacker maecken, En uwe Dicht-lier slaet een toon soo schoon en reyn, [pagina 283] [p. 283] Verwacht men metter tydt yets groots van u. Hoe KLEYN Ghy BY U SELVEN zyt, uw rym is vol van saecken: Dit moest ick schryven, niet om u te vleyen, neen, Het geen ick hier nu segh dat seyd ick langh voorheen: Maer om te tonnen dat die will' niet is te stoppen; Ghy moet, al wilje niet, en schryft 'er drie voor een. IN ELK bevind ick soo veel stofs, dat ick met reên Durf hopen, dat noyt konst by u vergeefs sal kloppen. P.Y. van der Hof. Vorige Volgende