Het nieuwe Hoornse speel-werck
(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij
[pagina 282]
| |
Ghy zoudt my dichten zien in plaets van vuns te smooken.
Nu ziet g'een zwavel-stok bepoogen licht te stoken,
(Bepooging even waart als 't kaars-licht by den dagh)
Een licht zoo klaar als oit mijn pen t' ontsteken plagh,
Dat is een grage wil in macht'loosheit gedoken.
Zoo zegge ik (na mijn stijl) dat 's boers ô van der Hof!
Dat ghy ('t voorleden is voorby) hier na noit stof
Tot klacht' zult hebben, zoo gy na mijn' wensch mooght leven;
En dat ghy blijven zult een Man van deeg'lijk lof,
Die, schoon mijn pen nu is gesneden, wat te grof
Voor uw' verdienst, nochtans my zult vergiff'nis geven.
C. Groenvelt.
|
|