Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 258] [p. 258] Herhaelde antwoordt, op het tegen antwoordt van eenen Toback-drincker. HOe 'k meer van 't roocken schryf hoe 'k meer verhit op 't roocken, En sie in 't roocken yets, het geen ick noyt soo sagh: Dat is u schrander breyn, 't welck sich beroemen magh Te kennen sien wanneer ick besigh was met smoocken. Dit portme om alweêr dit leersaem vyer te stoocken; Op dat eens op uw' vraagh komt antwoordt aen den dagh. Voorts schiet my in den sin wat Bruno dickwils plagh Te seggen, als hy sat gelyck in damp bedoocken: Dat hy dan spreecken kond van saecken die in 't Hof Begunstight wierden, en hem brachten prysens stof: Syn meeste rym in roock gemaeckt doet hem noch leven; Soo blyckt dan dat een Man kan houden deeg'lyck lof En roocken, soo hy hem by 't roocken niet te grof Verloopt in stercken Dranck, dat niet als schand kan geven. P.Y. van der Hof. Vorige Volgende