Het nieuwe Hoornse speel-werck(1732)–C. Groenveld, Pieter IJsbrand van der Hof, C.G. Kleyn– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Schoonheits gebrek door kusjes verbetert. Stem: 't Windeken daar het Bosch af drilt. 1. AArdige Juffer, geestigh beelt, Wiens volmaakte schoonheit teelt, In de harten, Zoo veel' smarten, Als Cupidootje, met zyn schicht, Oit in een minnaar heeft gesticht. 2. 'K roemde uw' begaaftheit, als volmaakt, En in geenen deel' gewraakt. Puikke zeden, Juiste leden, Deftigh besneden aangezicht, Ooghjes vol schittrend middaghlicht. 3. Kleur, die den snee de loef af steekt. Maar gy zeght u iets ontbreekt. Wyl uw' kaken Niet en blaken, Van een gebloosde purpregloor, Lyk als de wangen van Auroor. 4. Hie toe, Menymfje, weet ik raat. Houd uw kaakjes toe, en laat My haar tipjes, Met myn lipjes, [pagina 151] [p. 151] Strooken, tot ik ben het kussen wars. Gloeijen dan zullenz' als een kars. 5. Maar als ik uwe schoonheit dus Heb verbetert, door gekus, Stoof myn lusjes, Dan met kusjes. Van uw benektart lippenpaar. Want d' eene dienst verdient den aar. Alterius sic Altera poscit opem. Horatius. Vorige Volgende