De lofzangen Israels, waar onder de Heere woont, zynde eenige geestelijke liederen (deel 1)
(1752)–Jacob Groenewegen– Auteursrechtvrij
[pagina 73]
| |
Stem: Verblyd verblyd u t’aller tyd.24ste Lied1.
Wel aan mijn ziel mijn waarde pand,
Klim boven ’s Hemels sterre, ’s hemels sterre,
En ziet u rust in ’t vaderland,
Hier door geloof van verre,
Lust en eeuwige vreugd, rust en eeuwige vreugd.
2.
Is in die stad van zuyver goud,
Die God met eygen hande, eygen hande,
Heeft wonder konstig opgebouwt,
Daar zult gy eeuwig lande,
Wagt het moedig in, wagt het moedig in,
3.
Daar zal ikover ’t booze rot,
Mijn ziel niet meer ontruste, meer ontruste,
Maar in gemeenschap met mijn God,
My zaliglijk verlusten,
’K ga dan moedig voort, ’t ga enz.
4.
Daar zal ’t gewoel van deze aard,
Mijn ziele rust niet stoore, rust niet stoore,
Maar hert en aandagt zijn bewaard,
| |
[pagina 74]
| |
Door ’t hemels werk te hooren,
’t Lied der eeuwigheid, ’t lied der eeuwigheid,
5.
Mijn Gods lieflijk aangezigt,
Zal ik in glans aanschouwen, glans enz.
En eeuwig wandelen in dat ligt,
Bevrijd van druk en rouwen,
O hoe groot en goet, o hoe enz.
6.
Dan zal mijn ziel van ’t zonde kwaad,
Voor eeuwig zijn ontheven, zijn ontheven,
Volmaakt met Godes beeld verzaad,
In heyligheid dan leeven,
O hoe groot een goed,o hoe enz.
7.
De liefde zal daar zijn volmaakt,
Geloof en hoop ten eynde, hoop ten ende,
Waar na mijn ziele nu al haakt,
Omringt met veel elende,
Moeyten en verdriet, moeyten enz.
8.
Daar zal ik eeuwig voor den throon,
Des Lams my nederbuyge, nederbuyge,
En voor den Vader en den Zoon,
Mijn dankbaarheyd betuyge,
Eer en eeuwig lof, eer en eeuwig lof.
9.
Iehova God mijn eeuwig deel,
En vol van zaligheden, zaligheden,
Vervuld daar ’t zalig volk geheel,
| |
[pagina 75]
| |
Met blijdschap ligt en vreden,
Vreugde is in haar deel, vreugde enz.
10.
O zalig volk die in de kolk,
Voor eeuwig zal verzinken, zal verzinken,
En in genaad hier vroeg en spaad,
Uyt die fontijn zal drinken.
Laat ons vrolijk zijn, laat ons vrolijk zijn.
|
|