Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série). Tome VI 1577-1579
(1839)–G. Groen van Prinsterer– Auteursrechtvrij* Lettre DCCXXXVII.
| |
[pagina 101]
| |
Ga naar margenoot+mon frère, en parfaicte santé, heureuse et longue vie. Escript à Delft, ce 18me jour de juing 1577. VostreGa naar voetnoot1 bien bon frère à vous faire service, Guillaume de Nassau. A Monsieur le Conte Johan de Nassau, Catzenellenbogen, mon bien bon frère. Vers cette époque il étoit question, en Hollande et Zélande, de grandes réparations aux digues. Le Prince prévint, par sa sagesse, de nombreuses disputes. ‘Hier vielen verscheiden swarigheden, d'eene wilde hem met hare Privilegiën behelpen en begeerden niet te contribueren tot aisstentie van de andere arme onvermogende. Doch de Prince heeft alles door syne voorsíchtigheid, wysen raed, en discretie geremedieert. ’ Bor, 819a. Il fit, en juin et juillet, une tournée dans la Hollande Septentrionale, ‘alwaer hy sedert syne eerste aenkomste naer syne uitlandigheid niet en was geweest, door de grote occupatien, swarigheid en beletselen die hem dagelyx voorgekomen waren:’ l.l. 830b. La joie et l'amour des habitants ne sauroient s'exprimer: ‘elk hielt hem geluckig die hem maer en konde komen te sien, sy hielden hem, naest God, voor den eenigen verlosser van alle hare ellenden: 't gemeen volk en noemden hem niet dan Willem-vader...; wat hy riet, werd aengenomen, en voor goed gehouden en achtervolgt. Van gelyken de Prince, waer hy quam, toonde hy, de minste sowel als de meeste, alle vriendelykheid en goed gelaet, met woorden en alle manieren, so dat se van hem hadden een seer goed genoegen en contentement, tracteerden hem met de Princesse, die overal mede reisde, en syn Hofgesin en Staet, seer wel en met goeder herten; want by hem naer elx humeur in alle redelykheid wist te accommoderen: ’ l.l. |
|