Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdDubbele strofenEen dubbele strofe bestaat uit twee strofen die zijn samengevoegd tot één nieuwe, die op een dubbel zo lange melodie past als de oorspronkelijke. Een voorbeeld uit Pers: Stemme: Engelsche Fortuyn De strofen van het lied hebben vier regels, hetgeen overeenstemt met de Engelse fortuin en met ‘Al wat men hier in dese Werrelt siet’. De melodie van de Engelse gaillarde heeft daarentegen acht regels, zodat daar telkens twee strofen op gaan: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Pers zal deze asynchronie hebben ontleend aan Camphuysen, die haar subtiel toepaste in zijn lied ‘Dood-troost’, een dialoog tussen Menselijcke weemoedicheydt en Wysheydts Rading: ZANG: Wanneer men de Engelse fortuin kiest, zingen de uitvoerenden om en om een strofe (‘traliedialoog’; zie p. 111). Neemt men echter de gaillarde, dan zingt Menselijcke weemoedicheydt steeds de eerste helft van de melodie en Wysheydts Rading de tweede helft. Er ontstaat dan een eenvoudig ladderpatroon. Dubbele strofen vinden we we ook bij Sluiter, die daarvoor de uitdrukking ‘twee verzen voor een’ bezigt: Stem: Psalm 8, Sluiters lied heeft vierregelige strofen, evenals psalm 8. Neemt men ‘twee verzen [strofen] voor een’, dan krijgt elke strofe acht regels en daarmee de vorm van de psalmen 18, 32, 45 en Camphuysens lied ‘Benaude Mensch’Ga naar eind334. |
|