Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw
(1991)–Louis Peter Grijp– Auteursrechtelijk beschermdDe impliciete wijsaanduidingWe kunnen spreken van een impliciete wijsaanduiding, wanneer een formele wijsaanduiding ontbreekt maar het incipit de zanger duidelijk maakt op welke melodie het lied gaat. Wie bijvoorbeeld dit lied ziet: De lustelijcken Mey Christus playsant
Vol alder deuchden groen
Is door den heyligen Geest als nu geplant
enz.
begrijpt onmiddellijk op welke melodie het moet worden gezongen. De eerste regel van dit contrafact is immers gelijk aan die van het bekende wereldlijke lied ‘Den lustelijcken Mey is nu inden tijt’. Het betreft een vergeestelijkend contrafact met initiële ontlening. Knuttel ziet in de impliciete wijsaanduiding een bestaansgrond van dergelijke contrafacten. Deze veronderstelling klinkt aannemelijk maar is moeilijk te bewijzen. Dat bewijs zou moeten komen van voldoende geestelijke contrafacten met initiële ontlening zonder wijsaanduiding. Maar deze contrafacten hebben in de 16e-eeuwse bronnen vaak toch wijsaanduidingen. Soms wekken deze de indruk erbij te zijn gezet om hoe dan ook een wijsaanduiding te geven, noodzakelijk of niet. Die indruk maakt bijvoorbeeld het eerder aangehaalde | |
Dit liedeken gaet op die wyse: warent alle vyanden dat ghy ghesellekens syn.Het daget inden oosten
Die maen schijnt over al
enz.
| |
[pagina 186]
| |
waarin de wijsaanduiding naar de tweede strofe van het door de aanhef geïmpliceerde lied verwijst. Een soortgelijk contrafact op dezelfde melodie draagt zelfs een aantoonbaar onjuiste wijsaanduiding: Op de wijse: Van Claes Molenaer.
Het daghet inden oosten
Die sonnen scijnt over al
Wie heer Jesus wil minnen
Hi en slapet niet so lang
Het lied van molenaar Klaas gaat immers op een geheel andere melodie dan ‘Het daget in den Oosten’Ga naar eind268. |
|