Van de groote vlyt ende neerstigheyt des landts-mans Furii Cresini.
NIet verre van Roomen woonde een Boer Furius Cresinus ghenoemt; dese hadde nu wel eenen kleynen acker, maer bouwde het met sulcken vlyt ende neerstigheyt, dat het meer vruchten droegh als een van sijn Naburen; wierdt derhalven voor den Raedt van Roomen beschuldight, dat hy door eenighe Tooverye sijns Buren-vruchten op sijn Acker braght. Wat hadde dese nu te doen? hy verscheynt ghewilligh voor 'tRecht, met sich brehghende sijn Dochter, die seer sterck van lichaem was, desghelijcks oock al sijn ghereetschap, sijn groote en sware yser-spaen, groote vette en stercke Ossen, en al wat tot de Lant-