De droeve, ende blyde wereldt
(1671)–Joan de Grieck– AuteursrechtvrijBehelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden
[pagina 198]
| |
genoemt, 'twelck al die geen die hem voorby ginghen dit volghende Raedtsel te ontbinden, en uyt te legghen gaf; indiender nu iemandt ghevonden wierdt, die sulcks niet machtigh was te doen, wiert van dit ghediert verscheurt en opghegheten. Het Raedtsel nu in sich selven luyt aldus: Des Morghens heeft het vier voeten, Des Middaghs twee voeten, Des Avonts heeft het dry voeteп. Als nu alsoo veel menschen om dit Raedtsels wil verdelght waren, begaf hem Oedipus daer oock naer toe, die des Raedtsels beduydinghe gheopenbaert, ende aldus ontbonden heeft. De Morgen is de Kintsheyt des menschelijcken levens, want dan soo kruypt het Kindt op handen en voeten, ende is alsoo viervoetigh. DeMiddagh is de fleur des levens, waer in men dan op twee voeten gaet, ghelijck het behoorelijck is. Den Avondt is den hooghen Ouderdom, | |
[pagina 199]
| |
want als dan pleeght men met een stockjen te gaen, en soo dry-voetigh te zijn. |
|