Den koningh van Vranckryck, ende den koningh van Enghelandt.
ALs Guilielmus de Koningh van Enghelandt in Normandyen gekomen was met een gheweldich Legher, eer hy iet uyt-richtede, soo is hy kranck gheworden, ende bleef langh te Bedde ligghen. Philippus de Coningh van Vranckryck met desen tocht spottende, seyde: de Coningh van Enghelandt leyt te Rowaen in de Kraem. Als dese woorden den Koningh van Enghelandt over ghebracht wierden: soo antwoorde hy: Als ick uyt den Kraem gaen, ende mijnen Kerck-ganck doen, soo sullender in Vranckryck duysent keerssen branden. Het is alsoo gheschiet, want soo haest als desen Coninck op de beenen quam, soo heeft hy met Vier en sweert