Hola.... er is een ‘letterkundige’ in de commissie. Dat is waar ook! Een der sieraden onzer letterkunde, een onzer edelste grootmeesters: de heer D. Wouters uit Zeist. Schilders kwamen vooral niet in aanmerking, omdat die allemaal, zonder uitzondering, weleens een ontklede dame nagetekend hebben, en dus niet onpartijdig meer kunnen zijn. Wèg met de schilders, de vuilbaarden! De heer D. Wouters, prozaïst uit Zeist, met zijn medeleden, moet dus uitmaken wat pornografie en wat kunst is. Ik ken de heer D. Wouters uit Zeist niet, maar ik vrees, dat hij nooit de ‘pornografische’ literatuur grondig bestudeerd heeft. Ik ‘vrees’ is eigenlijk het goede woord niet. Ik zou moeten zeggen ik ‘hoop’ ik hoop het voor hemzelf en de zijnen. En zijn openbare persoonlijkheid geeft ook geen waarborgen voor zijn inzichten in kunst. Ik heb zo'n vermoeden dat de hele commissie en bloc niet weet wat pornografie is, noch ooit echte doorgewinterde pornografie gelezen heeft en dat de commissie, met uitzondering van prof. Hudig, geen flauwe notie van kunst bezit.
Ik zou de heren wel eens willen onderwijzen.
Erotische houtsneden der Japanse grootmeesters, etsen van Rops, litho's van Vertès.... kunst óf....?
Erotische sonnetten van Malherbe, manteltexten van Verlaine, van Pierre Louys.... kunst óf....?
Is Si le grain ne meurt (Gide) of Le Dieu des Corps (Romains), hoge letterkunde of prikkelleesstof?
En de volkshandboekjes van Dr. Van de Velde, hoe staat het daarmede?
En dan al die naaktheden van al die moderne schilders, die er geen doekjes om winden of voor hangen.... Hier raken wij al dadelijk aan het netelige vraagstuk der beharing. En ik zou willen vragen: hoe staat de commissie tegenover de natuurlijke stoffering van de mens? Zo kunnen wij wel doorgaan met vragen. Het zou een belachelijke geschiedenis zijn, indien het per slot van rekening niet weer een verkapte aanval op de vrije uiting was.
Dat men zwijnderij verbiedt kan met enige goede wil