Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

999. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth), 19 februari 1955

Zaterdag

B.B.B. Naar ik hoop heeft mijn zending je bereikt.¹ Ik stuur je in het begin van de volgende week het vervolg van mijn kopij en in de eerste week van Maart het slot. Is het je niet mogelijk het reeds gezondene onmiddelijk naar de drukkerij te zenden? Ik geloof nl. dat onze vriend Bert het zéér op prijs zou stellen als het boekje zoo spoedig mogelijk uitkwam. Hoe we het hon. met René Goris moeten [:re]gelen, weet ik niet. Hij is echter een zeer welgesteld man en ik een arme broodschrijver. Bespreek dit ook eens met hem. Staat hij zijn bijdrage gratís af, dan zou dat de zaak zeer vereenvoudigen. Wij behoeven dan samen geen contract te maken. Een brief van jou is voldoende.

Voorwaarden	1. hon 15%
	2. uitg: in de uitvoering van de Unif. Editie v M.G.'s werken
	3. recht van uitgave mag niet aan een andere uitgever overgedragen worden, zonder toestemming van de schrijver i.c.J.G.

Als je dit in een korte zakelijke brief vastlegt is wat mij betreft de zaak [:in] orde.

Zijn die stofomslagen van de Unif. Ed. typografie? Of geteekend? Wellicht kun je daar dan, om tijd te sparen, reeds werk van maken. Als ik p.o. proeven krijg, zend ik die ook p.o. terug.

Zou er niet een volledige bibliografie, alleen van het werk in boekvorm, aan toegevoegd moeten worden.² Wie moet die maken? s Gravesande? Of Schmook van het Mus. v Letterk. te Antwerpen?³ Aangezien tot de uitgave van dit boek reeds lang door Sander besloten was, behoeft er geen tijdroovende briefwisseling met Guatemala meer over gevoerd te worden.

Zou je aan de illustratie niet, als proeve van Berts handschrift, een brieffragment toevoegen?⁴

Ik verlang zeer naar je berichten omtrent deze zaak!

Geloof je dat het een aardig, leesbaar en leerzaam boekje zal worden? Eérlijk zeggen!

1 Mogelijk de doorslag van Greshoffs bespreking van De oudste zoon van Marnix Gijsen die Greshoff op 18 februari (br.998, p. 177) zei te zullen sturen. Het vervolg van de mededeling wekt echter de suggestie dat Greshoff op de kopij voor Marnix Gijsen doelde; op 18 februari (br.998, p. 176) schreef hij echter nog dat op dat moment de kopij voor dat boekje door Aty Greshoff werd getypt en dat hij verwachtte die begin maart te kunnen sturen. Dat lijkt in tegenspraak met zijn vraag naar de aankomst van zijn zending.

2 In René Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen zou geen bibliografie van het werk van Gijsen worden opgenomen.

3 Gerard Schmook (1898-1985) was van 1945 tot 1963 directeur van de Stadsbibliotheek en van het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen.

4 Geen van de illustraties in René Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen was een facsimile van Gijsens handschrift.

[p. 179]

Ik schreef nogal geestdriftig over je Dommisse:⁵ een allerliefst boekje. Ik zal zien dat ik Maandag mijn kroniek over De Oudste Zoon klaar heb. Ik stuur je een doorslag, waaruit jij dan de blurb kan samenstellen.⁶

Het is hier koud. Maar (behalve gistermiddag: vrijdag 18) aangenaam droog weder.

Met hart. gr. voor allen die je lief zijn

Steeds geheel je

Greshoff

19 febr 1955

7 rue Méchain Paris 14^me

5 De glans der dagen van Fré Dommisse werd door Greshoff onder de titel Humaan boek van Fré Dommisse besproken in Het Vaderland van 5 maart.

6 Zie br.997 n.16.