Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

1000. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth), 22 februari 1955

Dinsdag

Beste J.P.B.

Hierbij weer een stuk van het boekje over M.G.¹

Nu volgen nog ± 15 à 20 blaadjes van hetzelfde tiksel.

Is het eerste gedeelte van René G. en mij al naar de zetterij?

Ik ontving een half uur geleden een lange ontmoedigde brief van Bert.² Ik zal hem vanmiddag, voor mijn ‘tea’ bij Malraux antwoorden.

Ik zond je de kopij vrijdagochtend per expr. Die heb je Zaterdag ontv. Ik hoopte Maandagavond op bericht van goede ontvangst - Geen.

Hierbij in een afzonderlijke enveloppe mijn stukje over De Oudste Zoon, waar je met het oog op de blurb mee doen mag wàt je maar wilt.³

Met veel liefs v.h. th.

Steeds geheel je

Gr.

22-2-55.

7 rue Méchain

Paris 14^e

1 René Goris en J. Greshoff, Marnix Gijsen.

2 Op 17 februari had Marnix Gijsen een brief van twee eenzijdig beschreven foliovellen aan Greshoff gestuurd. Hierin schreef hij onder meer: ‘Hoogstwaarschijnlijk ben ik zeer in gebreke gebleven wat correspondentie betreft maar overspannen werk en zorgen zijn daar de oorzaak van. Al lange tijd gaat het Leentje niet best en niettegenstaande mijn dagelijkse pogingen slaag ik er niet in haar op een redelijke manier te doen leven.’ Op 19 februari zou hij overigens aan Aty Greshoff schrijven: ‘Gisternacht zond ik jullie een jeremiadebrief waarover ik vanmorgen spijt heb [...]. Wil mijn vorige brief toeschrijven aan het uitzonderlijke feit dat ik voor het eerst sedert tien jaren een dag ziek te bed ben geweest.’

3 Zie br.997 n.16.