Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 138]

966. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 14 december 1953

14 dec. 1953

Beste Oude Sander,

Wij vertrokken Donderdag uit P.[retoria] en kwamen j.l. Zaterdag hier aan. Zondag opruimen! Er lagen pàkken en pakken boeken, maar niets van de firma die mij zoo na aan het hart ligt: A.A.M.S te sGr. Ik wil zoo dolgraag over Ary Delen schrijven.¹ Als het nog niet wèg is aan mijn adres, zou het je dan niet ruineeren om mij een stel losse vellen per luchtpost te zenden?

En de nieuwe Lennart!² Nog niet ontvangen!! De nieuwe Lampo dito.³

Wij waren heel gelukkig met Greet's brief.⁴ Als Aty nog niet terugschreef, zal zij het zeker spoedig doen.

Bert's De Lange Nacht is zijn meesterwerk. Een zéér aangrijpend boek. Ik zend je de copij met mijne roode amendementen + bespreking spoedig toe. Er gebeurt nooit iets is heel aardig, maar lang niet zoo diep en zoo grootsch.

Je hebt het natuurlijk beestig druk.

Gebruik de kerstdagen om een woordje terug te schrijven.

Met heel veel liefs ook van gâ tot gâ

als steeds geheel je

Jan

1 Zie br.964 n.2 voor Greshoffs bespreking van Niemand ontsnapt aan zijn noodlot van Ary Delen.

2 Stad met rose huizen.

3 Terugkeer naar Atlantis.

4 Op 18 november had Greet Stols aan Aty Greshoff onder meer verslag gedaan van het huwelijk van Eva. Voorts had zij geschreven in reactie op Greshoffs woede over de illustratie bij Rouska van Clare Lennart: ‘Nu die fameuze kwaadheid op Jan! [...] Kijk, ik ben het 150% met je eens dat de vriendschap van Sander en jou, je het recht geeft opmerkingen te maken, als je meent dat Sander van het rechte pad der esthetiek afdwaalt in zijn uitgeversloopbaan. Maar schrijf hem dan diréct, zonder er een journalistiek stukje van te maken, dat ietwat giftig aandoet, en waar je geld mee verdient. Je wist bovendien donders goed, hoe de vork in de steel zat, dat Sander in Quito niet altijd de hand in alles kon hebben wat de uitgeverij aanging, geen veto kon uitspreken over elk stofomslagje of illustratietje, waar bovendien de auteur in dit geval de goedkeuring gegeven had. Overigens is je stukje een goede reclame geweest inzake de verkoop van het boekje, zo heeft S. het ook opgevat.’