Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

935. J. Greshoff aan Uitgeverij A.A.M. Stols (J.-P. Barth), 9 februari 1953

9 februari 1953

Beste Jean Pierre-Barth,

Als ik werkelijk (wat ik helaas moet veronderstellen) Goed en Kwaad vroeg, terwijl ik De Man van Overmorgen noodig heb en bedoelde, bewìjst dat overduidelijk wat jij en ik reeds lang wisten: dat ik gaga ben en vóór mijn tijd. Stuur mij nu p.o. De M.v.O.! 1000 danken bij voorbaat. Verder 1000 danken nù voor Schuim en Asch, dat je mij toezond. Ik ben er zeer mede in mijne schik. De voorrede JWB. is niet al te best. Jobs schrijft over Slau in dezelfde trant en toon als over bloemkool.¹

Wat heerlijk dat de Nouvelle Revue Française weer verschijnt. N^o 1 is prima!² Nog altijd zoo druk? Stuur eens een aangezichtkaart met deze woorden: ik leef nog.

Heb je nog tíjd om te lezen?

1 Greshoff doelde op de door J.W.F. Werumeus Buning ingeleide uitgave van Schuim en asch door J. Slauerhoff die in de herfst van 1952 aan de abonnees van Elseviers Weekblad was toegezonden. Buning was een vermaard culinair journalist.

2 La Nouvelle Revue Française was in 1911 opgericht. Het werd uitgegeven bij Gallimard te Parijs. Van 1940 tot en met 1943 had net tijdschrift onder redactie van Pierre Drieu la Rochelle gestaan. In januari 1953 was het tijdschrift na een interval van negen jaar weer beginnen te verschijnen onder redactie van Jean Paulhan en Marcel Arland en met als titel La Nouvelle Nouvelle Revue Française.
In deze eerste naoorlogse aflevering stonden bijdragen van de hand van onder anderen Maurice Blanchot, Léon-Paul Fargue, Marcel Jouhandeau, André Malraux, Henry de Montherlant, Saint-John Perse, Jean Schlumberger en Jules Supervielle.

[p. 102]

Met veel goeds en hartelijks

als steeds

geheel je

Greshoff

Kan jij soms nog op slinksche wijze, voor geld en goede woorden, de Elsevier-geschenkuitgave van 1951, zijnde Couperus, ³ uit een verloren hoekje opdelven???

JG ⁴

3 Legenden van de blauwe kust van Louis Couperus was in 1951 als uitgave van Elseviers Weekblad te Amsterdam verschenen. Het had een ten geleide door G.H.'s-Gravesande. Het boek was naar typografische aanwijzingen van Stols gedrukt bij de Zuid-Nederlandsche Drukkerij n.v. te 's-Hertogenbosch. Het was niet in de handel.

4 Deze passage is geschreven op de buitenzijde van het luchtpostblad, kennelijk nadat dit al was dichtgeplakt.