Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

820. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 25 maart 1950¹

[:2]5 Maart 1950

Beste Sander,

Hartelijk dank voor je bericht, waar wij beide gelukkig mee waren. Wij hadden waarlijk in te langen tijd niets van je vernomen.

Over M. Gijzen's man v Overmorgen schreef ik làng geleden al.² Vraag even het n^o. aan Nico Oosterbeek.³ Ik schreef ook reeds een lang stuk over ‘Goed en Kwaad’ dat zéér goed is.⁴

Je schreef niets over Jacques Bloem's Proza, dat [+ik] uitvoerig aangekondigd zag.⁵ Is het ooit verschenen. Zal het ooit verschijnen Vergeet niet mij dat te melden. Nog steeds Keuls,⁶ Roelants,⁷ Terborgh,⁸ Gijzen⁹ niet ontvangen. Dat een pakje wegraakt is niet waarschijnlijk. Voel de pakknecht maar eens aan de tand!

Hoe was Labberton? Oud geworden?

Spoedig meer. Dit alleen om je te danken voor je uitvoerige brief

Heel veel liefs vhth

Geheel je

Jan

1 Gedateerd op 25 maart op grond van het feit dat Stols, op 29 maart (br.821), Greshoff zou bedanken voor zijn brief van 25 maart.

2 Zie br.787 n.7.

3 Wouter Nicolaas Ernestus Oosterbeek (1887-1974) was vanaf 1919 in dienst bij de Nieuwe Courant, later bij Het Vaderland. Na de pensionering in 1947 van G.H. 's-Gravesande zou Oosterbeek als kunstredacteur de literaire rubriek verzorgen, maar hij zou geen kronieken schrijven.

4 Greshoffs bespreking van Goed en kwaad van Marnix Gijsen zou onder de titel Nieuw werk van Marnix Gijsen. Roman in de volle zin des woords worden gepubliceerd in de Nieuwe Courant van 25 november.

5 Verzamelde beschouwingen van J.C. Bloem was aangekondigd in Stols' prospectus ‘Herfst 1949’.

6 In den stroom/De dansende lamp resp. Om de stilte.

7 De lof der liefde.

8 Slauerhoff. Herinneringen en bescheiden.

9 De man van overmorgen.

[p. 237]

Helmut Salden, ca. 1948 (foto Edith Visser).

Greshoff (rechts) met Aty Greshoff en Adriaan van der Veen, Parijs, juni 1951 (foto Edith Visser).

Marnix Gijsen (derde van rechts) met rechts naast hem Maria Segers, New York, 1949.

Stofomslag door J.F. Doeve voor Edmond de Wilde en de werkelijkheid van Rico Bulthuis, oktober 1949.