797. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 23 augustus 1949
23 Aug 49
Beste Sander,
Even een woordje. Ik ben je als antwoord op je hartelijke brief, een uitvoerig bericht
schuldig. En dat komt ook! Maar ik zit midden in nare schrijfwerken die àf moeten. Dit
kattebelletje dient uitsluitend om je te doen weten dat we je niet vergeten.
Waarom, in godsnaam, is Jo Boer, die door jòu haar naam gekregen
heeft en met wie je zoo bevriend was, naar een onbekende firma als De
Driehoek overgegaan??Ga naar eind1
Wil je mij (dringend verzoek) een stel proeven van In Paradisum doen
zenden.Ga naar eind2
A.u.b, A.u.b, A.u.b!
Is de volledige Hoorn ik, hoorn jij al ter perse?Ga naar eind3 En het verzameld proza v Jacobus Cornelis?Ga naar eind4 Wat doet hij,
waar zit hij? Zie je hem geregeld?
Heb je het gemakkelijk nu de dagelijksche distributiezorgen door Elsevier van je afgenomen
zijn? Wat is je laatstverschenen uitgave, wat je eerstvolgende?
Ik hoor weinig uit Nederland.
In de NCrt zag ik dat Jany het Commandeurslint v Leopold ii om de hals
heeft.Ga naar eind5 Vergeld kwaad met
goed en schrijf nog eens over alles, ook over de kinderen en je van
godgegevengade.
Het is al bijna een jaar geleden dat wij het zoo gezellig met je hadden hier!
Wij denken Dec 1950 naar Nederl te komen.
Heel veel liefs van huis tot huis
als steeds geheel je
Jan
|
-
eind1
- Op 30 juli had Stols aan Jo Boer geschreven: ‘In
het Nieuwsblad v/d Boekhandel van 28 Juli lees ik de volgende advertentie van “De Driehoek”:
“Belangrijke Mededeling. Dit najaar verschijnt bij ons de nieuwste roman van Jo Boer. Het
boek, waaraan de schrijfster thans de laatste hand legt, behandelt het leven van een
Hollandsche familie in Noord-Afrika en Marokko en hun moeite, zich bij het leven daar aan te
passen. Prijs gebonden f. 6.90. De aanbieding begint 1 Sept. a.s.” Je begrijpt, dat ik van
deze “belangrijke mededeling” heb opgezien, omdat je tijdens je verblijf bij ons met geen
woord van de verkoop van een roman aan Methorst hebt gerept. Ik kan me dan ook al haast niet
voorstellen dat het waar is, en dat er dit najaar drie boeken zullen
verschijnen, n.l. Een Zachtmoedige, Voorjaar en de roman bij De Driehoek. Is het inderdaad
waar, dan zul je je kunnen voorstellen dat ik me zeer teleurgesteld voel 1e door het feit dat
je me van de roman voor Methorst niets hebt gezegd, 2e dat er, na de grap van dit voorjaar
toen “Kruis of Munt” moest concurreren met “Beeld en Spiegelbeeld”, we nu weer het feit
krijgen dat er twee romans tegelijk van je verschijnen (met daarnaast nog de jeugdroman) en 3e
doordat je niet gestand hebt gedaan aan je woord dat ik in het vervolg al je
werk zou uitgeven. Als er inderdaad dit najaar een boek (roman) van je uitkomt bij “De
Driehoek” zal dit op mij niet erg animerend werken om het volgend voorjaar direct weer te
komen met “Christus en zijn Wereld”, waarvoor ik nu de nieuwe foto's van Stefan Nijhoff
ontvangen heb. En dan zullen we ook het Lenteboek met de kleurenreproducties nog wat moeten
uitstellen, omdat ik geen twee uiterst moeilijke (d.w.z. in productie zeer kostbare, en om hun
verhalen-inhoud zeer moeilijk te verkopen) boeken in 1950 kan uitgeven, als ik niet zeker weet, dat ik in 1950 ook in ieder geval de grote roman “De Kersentaart”
van je krijg.’ Op 7 augustus antwoordde Jo Boer: ‘Sanders woe-begone brief kwam inmiddels ook
binnen; ik had wel een monster van harteloosheid moeten zijn indien er, na mijn laatste
verblijf in den Haag een boek van mij zou verschijnen bij een anderen uitgever, en dan nog
zonder waarschuwing. Geloof me, lieve Sander, er verschijnt van mijn hand deze herfst en in
1950 geen ander boek dan de boeken bij Sander. [...] Wanneer Greet hier is zullen wij het er
samen wel eens over hebben, maar geloof me, er verschijnt noch deze herfst, noch volgend
voorjaar, noch daarop volgend najaar een manuscript van mij bij een ander.’ Stols reageerde op
12 augustus: ‘Maar hoe is dit te rijmen met het feit, dat De Driehoek nu met man en macht een
roman van je aanbiedt, die deze herfst of deze winter (dus in 1949) zal verschijnen, en die de
titel (voorloopig) draagt van de “Onverzoenlijken”, waarvan de hoofdlijnen in een groote
advertentie worden aangegeven [...], waarvan de prijs is vastgesteld op f 6.90, en waarvan De
Driehoek bij boekhandelaren die twijfelden òf er wel een roman van Jo Boer bij De Driehoek
verschijnt, aanbiedt het door jou geteekende contract te laten zien! De Driehoek vertelt ook
rond, dat je f 2000,-voorschot hebt ontvangen. Hoe kan dit allemaal? [...] Ik heb mijn goede
wil tegenover jou getoond, door het uitgeven van moeilijke uitgaven [..],
doch ik kan dat alleen doen, als ik je romans, al je romans krijg, althans
de optie over al je romans krijg. Weiger ik een boek, dan ben je vrij met
het geweigerde boek naar een andere uitgever te gaan [...]. Doch je zult mij als je eerste uitgever moeten beschouwen en geen boeken buiten mij om moeten
uitgeven.’
De uitgave van Beeld en spiegelbeeld was in 1948 voor de
boekenclub De Muiderkring te Amsterdam door J.M. Meulenhoff verzorgd; De Muiderkring was een
samenwerkingsverband van n.v. Amsterdamsche Boek- en Courantmaatschappij,
P.N. van Kampen en Zoon n.v., H.P. Leopold's u.m. n.v.,
J.M. Meulenhoff en n.v. Em. Querido's u.m. Bij De
Driehoek te 's-Graveland zou geen publikatie van Jo Boer verschijnen. Na de roman Een zachtmoedige, die in het najaar bij Stols zou verschijnen, zouden er bij Stols noch
elders publikaties in boekvorm van Jo Boer verschijnen. (Zie ook br.835 n.1.)
-
eind2
- Marnix Gijsen, De man van overmorgen.
-
eind3
- Ed. Hoornik, Verzamelde gedichten.
-
eind4
- J.C. Bloem, Verzamelde beschouwingen.
-
eind5
- A. Roland Holst heeft blijkens het register van de Kanselarij
der Nederlandse Orden geen buitenlandse onderscheiding ontvangen.
|