Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

690. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 27 april 1946

[Kaapstad] 27 April 46

Beste Sander,

Er klopt iets niet. Ik begrijp natuurlijk zeer goed dat je het razend druk moet hebben. De combinatie van militaire dienst en een omvangrijke zaak is natuurlijk slopend. Maar je schreef dat je goede hulp kreeg.

Ik wacht n.l. antwoord op tal van brieven, op nadere bijzonderheden omtrent het verschijnen van Ikaros en over de overeengekomen storting van ½ hon. bij de Amsterdamsche Bank te Amsterdam. Je hebt intusschen zeker ook mijn vriend Landshoff ontmoet en met hem een en ander geregeld.

Heb je de z.a. plannen nu definitief uit je hoofd gezet? Ik acht de kansen voor je op dit oogenblik goed. Die Nasionale Pers zoekt een typografisch adviseur en een leider voor de boekhandel (enorm bedrijf)

[p. 58]

Ik zou zoo dolgraag Sintels willen hebben en de Tafelronde. Desnoods indien niet àl te gek duur antikwarisch

Jan en Nancy kwamen eergisteren hier aan. Ik zag van Jan een reproductie van een schilderij (van Franken?) voorstellende een familietafereel van het Stolsengebroed.¹ Ben je werkelijk zóó mager, Sander! Vergeet niet mij dat te schrijven.

Ik geniet nog dagelijks van de gezonden boeken. Maar voor mij gaat er niets boven de Atlantisreeks.

Wie maakte deze bandjes??

Hartelijk dank voor De Vrije Bladen i²

Ik verlang erg naar berichten van je en maak nu a.j.b. even de nu reeds oude Ikaroszaak in orde.

Met heel veel liefs van huis tot huis, steeds geheel je

Jan.

1 Zie ‘Beste Sander, Do it now!’, p. 414 voor een afbeelding van het door J. Franken Pzn in 1943 geschilderde portret van Stols en zijn gezin.

2 In januari 1946 was Het nieuwe geuzenlied. Een symposion van Garmt Stuiveling als schrift 1 van De Vrije Bladen bij A.A.M. Stols, Uitgever te 's-Gravenhage verschenen.
Greshoff kende Garmt Stuiveling (1907-1985) al van voor de oorlog, doordat Stuiveling regelmatig meewerkte aan Groot Nederland; hij was bovendien, overigens zonder tastbaar resultaat, door Greshoff gevraagd een editie van de Kenteringssonnetten van Herman Gorter in de reeks Ursa Minor te bezorgen. Stuiveling was eind 1939 tot de redactie van De Vrije Bladen toegetreden.