Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

653. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 24 februari 1940

[Kaapstad] 24 Februarij '40

Alderbeste,

Dat ik zoo weinig van je hoor, schrijf ik toe aan de dubbele drukte van je dubbele bezigheid als Officier en Uitgever. Maar het is zoo verdrietig, dat ik ook niets van je ontvangen heb. Géén van je bundels, géén van je romans. En (het toppunt!) de twee nieuwe deeltjes van Ursa Minor, toch ook mijn kind, liggen hier al veertien dagen minstens bij de boekhandel, doch ik heb ze niet. Denk je eens in mijn toestand in. Ik vind het hier toch al niet erg dragelijk; maar wanneer ik me dan nog zoo volkomen afgezonderd voel....

De kopij voor mijn deeltje Ursa Minor is gereed en gaat overmorgen aan je af. Het

[p. 445]

is een ‘portret’ en heet Kabinetformaat. Dus géén opstellen.¹ Verder wordt er druk overgetikt aan een boek voor je, dat ook op gezegd overtikken nà kláár is en dat ik je aan bied, mijn bontste en gezelligste boekje. Titel: ‘Een Boek over het Boek’² de bandteekening van Salden is reeds klaar en in mijn bezit;³ ik voeg die bij het ms. Omvang zooiets als de roman van Otten.⁴ Wijze van uitgave liefst wat formaat betreft als de Paulus van Pascoaes bij Meulenhoff.⁵ Hon. 15% van de ing. verkoopprijs, zonder voorschot.

Heb je mijn bericht betreffende Uys Krige ontvangen? Stuur je me per post; doch extraverpakt een ex. Vestdijk⁶ en Cramer⁷ UM!

En zoolang er geen of weinig Nederlandsche booten varen aub alles per post!

Hoe leef je, wat doe je??? Tevreden???? Gade en kroost?

Heel veel hartelijke handen, geheel en als immer je

Jan

P.S. Mijn beste. Ik mag je de waarheid zeggen? De Rattenvanger, die ik bij de boekhandel zag, is de prachtige Halcyonserie onwaardig. Die vulgaire en onmachtige, bovendien ondecoratieve en ontypografische prentjes⁸ deden mij de haren te bergen rijzen. En dan het papier dat zoo alles doorlaat dat je steeds twee blz. tegelijk ziet! Heeft Mok je die beunhaas opgedrongen als illustrator? Verzet je met hand en tand tegen zulke funeste invloeden. Jìj beslist en dat kàn jouw smaak niet zijn!

Vraag eens aan vGeuns of hij mij zijn drie vorige bundels wil zenden ten einde een artikel over zijn geheele werk te kunnen schrijven.⁹ Plus portret.

Pas op voor éénzijdige voorlichting door Eddy Hoornik. hoor steeds eenige [xxx]

Let op van Heerikhuizen.¹⁰ Leeraar m.o. te Goes Dat is iemand om mee aan te pappen.

1 Zie br.651 n.5.

2 Op 28 januari noteerde Greshoff in zijn dagboek dat hij ‘de geheele ochtend besteed [had] aan het verzamelen en opvijlen van mijn stukjes over het Boek. Ik wil er een bundeltje van maken: “Een boek over het Boek”.’ (Nederlands Letterkundig Museum, collectie-Greshoff, sign. g 785 h 1, Dagboek 1940.)
Een boek over het boek is nooit verschenen. Mogelijk dat de voor dit boek bestemde inhoud voor een deel overeenstemt met Het spel der spelen. Causeriën over het boek of de aan Stols opgedragen bundel Mijn vriend Coster.
Het spel der spelen zou in 1944 bij Querido te New York verschijnen. Mijn vriend Coster werd in 1948 ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Greshoff voor de leden van de Nederlandsche Vereeniging voor Druk- en Boekkunst bij Drukkerij Meijer te Wormerveer gedrukt in een oplage van 400 exemplaren. De titel en de vignetten waren van de hand van S.L. Hartz.

3 Zie ill. p. 438.

4 Drijvend casino heeft een omvang van 332 bladzijden.

5 Paulus. De dichter Gods van Teixeira de Pascoaes was in 1937 verschenen bij J.M. Meulenhoff te Amsterdam. Het boek was vertaald door A. Vigoleis Thelen en H. Marsman. Het boek had een formaat van 14,5 × 22,5 cm.

6 Strijd en vlucht op papier.

7 Vizioen en geboorte.

8 De rattenvanger van M. Mok was geïllustreerd door M. van Koolwijk. (Zie ill. p. 438.)

9 In Groot Nederland 38 (1940) 4 (april), p. 435-440 zou D.A.M. Binnendijk in de rubriek ‘Over Poëzie’ uitsluitend De ziel der steden van J.J. van Geuns bespreken. Een artikel van Greshoff over het gehele werk van Van Geuns is niet achterhaald.

10 Frederik Wilhelm van Heerikhuizen (1910-1969) was na zijn studie Nederlands leraar te Goes. In 1936 had hij de dichtbundel Tussen twee zomers bij C.A.J. van Dishoeck te Bussum gepubliceerd. In In aanbouw was hij aanwezig geweest met een tweetal gedichten. Hij had meegewerkt aan Forum en Werk. In 1942 zou Van Heerikhuizen de bloemlezing Stille opmars. Verzen van de nieuwe generatie in Nederland publiceren bij de Wereldbibliotheek te Amsterdam, in 1948 bundelde hij zijn opstellen over de poëzie van zijn generatie in In het kielzog van de romantiek. Studies over nieuwe Nederlandse poëzie, dat bij F.G. Kroonder te Bussum zou verschijnen.