Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

322. A.A.M. en G. Stols aan J. en A. Greshoff, 14 augustus 1935¹

Woensdag 14.

Beste Jan en Aty,

Maandagochtend zijn we in jullie huis gearriveerd; dank je zeer voor de welkomst-briefkaart.

Het weer is helaas ineens zeer regenachtig geworden, doch we genieten zéér van de kunsttentoonstellingen.²

Jammer is het dat de Nijkerks en de Birnie's uit de stad zijn, doch gisteren hadden we een zéér genoegelijke avond bij de Roelantsen met de Tytgats en de Gijzens.³ Leontine⁴ zorgt erg goed voor ons. We voelen ons zeer thuis (al is het dan maar van 24.00 - 10.00!)

Rantwijk zwoegt en puft. Wat een prachtige school voor dien jongen!

We laten voor de gastvrouw een klein cadeautje uit ‘De Gulden Roos’ achter.

Met hartelijke groeten, ook voor de van Schendels en je jongens,

Greet en Sander

1 Gedateerd op grond van het feit dat Stols schrijft dat hij en zijn vrouw gearriveerd zijn in het huis van Greshoff. In br.321 van 8 augustus zegt Greshoff dat Stols van harte welkom is in zijn huis. 14 augustus 1935 viel op een woensdag.

2 Op 27 april was in Brussel de Wereldtentoonstelling geopend.

3 Waarschijnlijk Marnix Gijsen en zijn echtgenote Julia de Bie (1889-1983).
De Vlaamse schrijver Marnix Gijsen (ps. van Joannes Alphonsus Albertus Goris, 1899-1973) was op dat moment kabinetschef van het Ministerie van Economische Zaken te Brussel. In 1925 was bij uitgeverij De Gemeenschap zijn bundel Het huis verschenen; van het gelijknamige tijdschrift zou hij in 1936 redacteur worden. Er verschenen in deze periode geen publikaties van zijn hand bij Stols.
Greshoff heeft Gijsen waarschijnlijk pas tijdens de tweede wereldoorlog in New York leren kennen. (Zie J. Greshoff, De mens Goris, in De Gids 122 (1959) 10, p. 215.)
In 1955 zou Greshoff in samenwerking met René Goris een monografie aan Gijsen wijden, die door Stols onder de titel Marnix Gijsen zou worden uitgegeven.

4 Leontine was de, niet nader geïdentificeerde, huishoudster van de familie Greshoff.