Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

[p. 229]

321. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 8 augustus 1935

[Sestri Levante] 8-8. '35

Beste Sander,

Hartelijk dank voor de brief. Je bent van ganscher harte welkom in ons huis Ik heb het Rantwijk¹ geschreven.

Denk je om de twee Mauriacen² ik zal er in Groene over schrijven.³

Ik ben in druk verkeer met de muze⁴

Dus báh.

Heel veel liefs van Aty en de jongens.

een hart hand,

geheel je

Jan

1 Arthur E. van Rantwijk (geb. 1910) was sinds februari secretaris van Greshoff als opvolger van Victor Varangot. Van Rantwijk zou die functie tot november 1936 uitoefenen. In die hoedanigheid hielp hij Greshoff ook bij het redigeren van Het Hollandsche Weekblad en Groot Nederland.

2 Het einde van den nacht en Thérèse Desqueyroux. (Zie br.320 n.2.)

3 Thérèse Desqueyroux zou pas in 1936 verschijnen. Over Het einde van den nacht is geen artikel van Greshoff in De Groene Amsterdammer achterhaald.

4 In 1935 werkte Greshoff aan de gedichten die in de afdeling Een verloren zoon van Gedichten 1907-1934 zouden worden opgenomen.
Een verloren zoon omvat een drietal reeksen: Columbus zonder Amerika, voor het eerst gepubliceerd in Groot Nederland 34 (1936) 1 (januari), p. 24-29; Aller et retour, voor het eerst gepubliceerd in Groot Nederland 34 (1936) 2 (februari), p. 146-150; en Tellurisch, voor het eerst gepubliceerd in Groot Nederland 34 (1936) 3 (maart), p. 206-209.
Columbus zonder Amerika wilde Greshoff aanvankelijk buiten de herdruk van Gedichten 1907-1934 houden en zou hij op 7 oktober (br.327), samen met de in 1934 geschreven bundel Voces mundi, ter afzonderlijke publikatie aan Stols aanbieden.