Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols
(1990-1992)–Jan Greshoff, A.A.M. Stols– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 192]
| |||||
262. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 24 februari 1933[Schaerbeek] 24 Fév. 1933
Beste Sander, Ik heb van Slau zoo'n verwaten rotbrief gekregen op mijn vriendschappelijke opmerkingen over zijn houding tegenover jou, dat ik niet anders kon doen dan hem terugschrijven, dat hij dood kon vallen!Ga naar eind1 Ze[:lf]s al zou ik mij (te goeder trouw) in zijn gezindheid vergissen, dan is dat geen reden om zoo hoogverheven te doen, wanneer ik hem zoo loyaal mogelijk mijn bezwaren kenbaar maak. Waar moet het naar toe, als men onder vrinden niet meer mag zeggen wat men denkt, ook als[lees:al] denkt men iets dat onjuist zou zijn. Slau is mij in deze heele geschiedenis verdomd tegen gevallen. Er zijn maar twee mogelijkheden:
Als Slau de methode A. verkiest; ik nìèt! Basta, het is een vervelende historie, maar ik zie niet in dat ik anders had kùnnen handelen. Nog steeds heb ik ‘Helikon’ niet ontvangen en het werd al een week geleden in Het Vaderland aangekondigd.Ga naar eind2 Je hebt me nooit geantwoord op mijn idée om een speciaal of extranummer aan onze groote coming man Vestdijk te wijden met een bladz. inleiding van Marsman.Ga naar eind3 Ik geloof dat het een attractie zou zijn en er zou uitblijken dat Helikon de beteekenis van Vestdijk erkent. Met veel liefs van huis tot huis, een hand van je Jan
Heeft Slau je het gedicht in quaestie nog gestuurd?? |
|