Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

263. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 26 februari 1933¹

[Schaarbeek] 26 Fév. 1933

Beste Sander,

Hartelijk dank voor je brief. Het verbaast mij dat Slau je het gedicht nog niet gezonden heeft. Ziehier een brief van Bouws over de quaestie.² welke ik gaarne per omgaande terug zou ontvangen.

1 Geschreven op briefpapier van Dagblad Het Vaderland, 's-Gravenhage. Redacteur te Brussel: J. Greshoff, Bd. Aug. Reyers 130, Schaarbeek.

2 Op 25 februari had Everard Bouws aan Greshoff geschreven: ‘Ik zie Slau tegenwoordig maar weinig. Hertha heeft een uitgesproken antipathie voor hem en dus beperkt zich onze omgang tot schaarse ontmoetingen in de stad. Wat dit an sich geval betreft, het is naar mijn meening een kwestie van verschil in smaak. Er is een periode geweest (Eddy kan het bevestigen) dat ook ik Slau heb gezien als een au fond kleinhartige schoft, een sadistische ploert, een ijdele kleinburger. Ik heb daar [...] in de periode dat Darja [Collin], Hertha, Alexey [d'Ormesson], Slau en ik, het huis tegelijkertijd bewoonden ook wel grond voor gehad. De kwalificaties die ik hier boven gaf ontstonden uit de indruk welke ik kreeg van zijn optreden respectievelijk tegen Hertha, Darja en Alexey. Ik heb later echter leeren inzien, dat zijn onhebbelijkheden eigenlijk tot onhandigheden, zijn grofheden tot een ietwat scheef gevoel voor humor terug te brengen zijn. En dat zijn “moeilijkheid” voortkomt uit de innerlijke onrust, veroorzaakt door het conflict tusschen dichter en kleinburger [...]. Eddy heeft het me eens gezegd en ik zeg het hem nu van ganscher harte na: “Het is verdomd gemakkelijk om op Slau af te geven, hij doet niet anders dan zich voortdurend bloot geven.” Ik vrees, Jan, dat het onmogelijk is hem in dit geval te overtuigen van het onjuiste in zijn houding tegenover jou, omdat het hier in de eerste plaats een gevoelskwestie is. Hij is geraakt omdat wij (d.w.z. Eddy, jij en ik) hem te kennen hebben gegeven, dat deze steek op Sander geen aardigheid maar een grofheid is. Wat ik hem kan (en ook zal) zeggen, is dat hij er wel heel verkeerd aan doet om het blijk van vriendschap, dat stak in het feit dat jij de moeite nam om hem over dit geval te schrijven, op deze wijze uit te leggen; dat hij integendeel zichzelf gelukkig moet prijzen met de genegenheid van een man als jij die het omzichtige smoesje schuwt.’

[p. 193]

Ik ben erg blij met de aankondiging van het Vestdijk-no.!³

Helikon is hier in goede orde aang[+ e]komen. Ik houd het abt. op Holl. natuurlijk, maar in de algemeene bezuiniging moest ik het duplicaatabt. laten vallen,⁴ hetgeen je zeker levendig begrijpen zult.

Wat zou daar achterzitten bij de Ex.????⁵ Want hij doet nooit iets zonder bedoelingen. Wees voorzichtig.

Een eigen huisje te Maastricht???⁶ En niet in het Hollandsche?

Nu, beste Sander, hou je taai.

Veel liefs van huis tot huis, geheel je

Jan

3 Twaalf gedichten , dat in april als aflevering van Helikon zou verschijnen.

4 Een abonnement op Helikon op gewoon papier kostte fl 4,-, een op Hollands papier fl 8,-. Aangenomen mag worden dat Greshoff het gewone exemplaar opgaf.

5 Mogelijk doelde Greshoff hier op contact tussen Stols en Jan van Krimpen over het drukken van de catalogus voor een tentoonstelling van Nederlandse boekkunst te Praag. Deze catalogus zou uiteindelijk door Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem worden gedrukt. Van Krimpen was aan deze drukkerij als typograaf verbonden. (Zie br.264 n.3.)
Op 17 februari had Stols in de Nieuwe Rotterdamsche Courant het artikel De moderne boekdrukkunst in Tsjechoslowakije gepubliceerd. In 1932 was Stols' brochure Inleiding tot de hedendaagsche boekkunst in Tsjechoslowakije bij A.A.M. Stols te Maastricht & Brussel verschenen, voorzien van een voorwoord door Vladimir Slavik. Van deze brochure was bovendien in 1932 een Franse vertaling verschenen, eveneens bij A.A.M. Stols.

6 In mei zou Stols verhuizen naar het adres Groote Looiersstraat 28 te Maastricht.